De student weet waardoor de waarde van geld kan veranderen.
De student weet wat inflatie inhoudt en de bijbehorende begrippen, te weten koopkracht, consumentenprijsindex.
De student weet wat deflatie inhoudt.
De student weet wat de loon-prijsspiraal inhoudt en de bijbehorende begrippen, te weten prijscompensatie.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waardeverandering
De waarde van geld kan veranderen op verschillende manieren. Dit noemen we inflatie of deflatie.
De waardevermindering zien we voornamelijk in prijsveranderingen. Prijzen kunnen bijvoorbeeld veranderen door:
Vraag naar goederen/diensten niet gelijk aan het aanbod
Importprijzen veranderen
Winstmarges veranderen
Productiekosten veranderen
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Inflatie
De waarde van het geld wordt minder
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Oorzaken inflatie
Loonsverhoging
Hogere grondstofprijzen
Meer vraag van consumenten naar goederen of diensten
Minder aanbod van producten
Hogere belastingen of andere heffingen door de overheid
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Gevolgen van inflatie
Bevolking spaart minder
Banken hebben steeds minder geld om mee te werken.
Veel bedrijven kunnen geen leningen meer krijgen -> daling productie -> hogere werkloosheid
Koopkracht consumenten daalt!
Slide 7 - Tekstslide
Reële activa:
Zijn tastbare goederen die een eigen intrinsieke waarde hebben zoals zilver en goud.
Deflatie
Deflatie is de daling van de prijzen van goederen en diensten in een economie gedurende een bepaalde periode.
Slide 8 - Tekstslide
Beschrijf kort wat deflatie is en geef een voorbeeld.
Oorzaken van deflatie
Deflatie kan worden veroorzaakt door een afname van de geldhoeveelheid in omloop, een toename van het aanbod van goederen en diensten, of een combinatie van beide.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf kort de oorzaken van deflatie en geef voorbeelden van elk.
Effecten van deflatie
Deflatie kan leiden tot een stijging van de koopkracht van geld, waardoor het gemakkelijker wordt om goederen en diensten te kopen.
Slide 10 - Tekstslide
Beschrijf kort de effecten van deflatie en geef voorbeelden van elk.
Inflatie vs deflatie
Het belangrijkste verschil tussen inflatie en deflatie is dat inflatie de prijzen van goederen en diensten verhoogt, terwijl deflatie de prijzen van goederen en diensten verlaagt.
Slide 11 - Tekstslide
Vergelijk kort de verschillen tussen inflatie en deflatie en geef voorbeelden van elk.
Casus
Stel je voor dat je een spaarrekening hebt met 1000 euro. Als gevolg van inflatie neemt de waarde van geld elk jaar met 2% af. Hoeveel is jouw spaarrekening over 5 jaar waard?
Slide 12 - Tekstslide
Presenteer de casus en geef studenten de tijd om deze op te lossen.
Oplossing casus
De waarde van jouw spaarrekening na 5 jaar is ongeveer 907 euro.
Slide 13 - Tekstslide
Geef de oplossing van de casus en bespreek de uitkomst met de klas.