H5 debatteren per 2 les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom!

Klaar voor de start:

   -boek, pen, schrift

   -jas uit, tas op de grond

   -telefoon uit, in de tas

Vooraf: 

Indeling betogen

Terugblik

De pitch, aantekeningen

          -SPIN

          -SExI-model

          -Tijdnood

          -4 fasen incl. labels

Deze les

Het (groeps)debat

Lesdoel

Aan het einde van deze les:

-weet je wat een slotspeech is en kan je eentje houden

-kun je de afspraken en regels noemen die bij een groepsdebat horen

-weet je hoe de debatlessen in elkaar zitten

Les 3 Debat

De vorm

2 x pitch (voor en tegen)

1 op 1 debat

Opening groepsdebat: iemand uit het team 

Slotspeech: pitcher

Werkwijze

Twee teams

Pas gaan zitten als je wat gezegd hebt

Claim: een argument

Denkstap: argument + 'want', 'dus', 'daarom', 'omdat' enz

Voorbereiding: SPIN

Slotspeech

1. Je somt de argumenten van jouw partij op, mét labels

2. Je legt uit hoe die argumenten het debat hebben overleefd

3. Je somt de argumenten van de tegenstander op, mét labels

4. Je legt uit hoe die argumenten zijn gesneuveld

Tips voor de slotspeech

Do's: 

          -Maak het debat overzichtelijk, gebruik labels

          -Ga altijd in op wat de tegenpartij heeft gezegd

Don'ts;

          -Geen nieuwe argumenten en weerleggingen

Wat is nou een debat?

-Discussie met regels, bedoeld voor de derde partij

                     -spreken via de voorzitter

                     -geef aan als je iets wilt zeggen

                     -een 'beurt' duurt maximaal 30 seconden

                     -er is één iemand aan het woord

-Een goed debat is boeiend, interactief, met goede argumenten ... en vooral leuk om te doen!

Labels

1. Een argument van de tegenstander weerleggen

2. Een nieuw argument inbrengen

3. Een argument van de eigen partij ondersteunen, aanvullen

Oefenronde: 4 minuten

'Middelbare scholen moeten in het examenjaar geen enkele les meer verplicht stellen'

Werkwijze: geen verplicht les

-Vier teams: team 1 en 2: vóór de stelling, team 3 en 4: tegen.

-Eerst individueel: de SPIN:

               -wat is de Stelling?

               -waar draait het nou precies om, wat is het Probleem?

               -mijn Ingreep is ... (standpunt) ... want (argumentatie)

               -het Nadeel (tegenstander) en het Voordeel (ik)

De fasen in het debat (1 op 1 én groepsdebat)

1. De opzetbeurt/eerste verweer

          'Strike a first blow'!

          Tip: hanteer het SPIN-model. 

          Wijs iemand aan

2. Vrije fase

          Reactie(s) op de opzetbeurt/verweerbeurt. Gebruik labels.

3. Slotspeech (zie vorige les); 'waarom hebben wij/heb ik het debat    

     gewonnen?'

Veelgemaakte fouten:

-'Het is tegen de grondwet'

-'Het is goed/slecht voor de economie/werkgelegenheid'

-'Wat is jullie bron?'

-'Nederland is een vrij land'

-'Maar mijn opa'

-'Er is voldoende wetenschappelijk bewijs voor ...'

Stelling:

'De overheid moet vondelingenluiken plaatsen waar baby's anoniem achtergelaten kunnen worden'

Stelling:

'Muziek met vrouwonvriendelijke teksten zou moeten worden geweerd van de sociale media'

Stelling:

'Sociale media hebben jongeren meer kwaad dan goed gedaan'

Welke stelling?

Vondelingen-luikjes

Vrouw-onvriendelijke teksten

Sociale media

Dierenartsen

Autovrije binnenstad

Stelling:

'Dierenartsen in arme wijken zouden betaald moeten worden met belastinggeld.'

Vul in: het SPIN-model

Stelling:

'Binnensteden moeten ontoegankelijk worden voor alle auto's'