In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Nederlands
Hoofdstuk 3 Spelling Hoofdstuk 3 Schrijven
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
- Vraag van vandaag - Herhaling spelling hfdstk. 1&2 - Spelling hoofdstuk 3 - Zelfstandig aan de slag
Aan het eind van deze les: - Zijn de spellingsregels van hoofdstuk 1&2 opgefrist - kan je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen - kan je woorden met een i, ie of y goed spellen
Slide 2 - Tekstslide
Wat voor superkracht zou jij willen hebben?
Slide 3 - Tekstslide
samsung of Samsung?
A
samsung
B
Samsung
Slide 4 - Quizvraag
Het Franse meisje Het franse meisje
A
Het Franse meisje
B
Het franse meisje
Slide 5 - Quizvraag
Hoofdletters
Wanneer gebruik je ze? - Namen (Kees, Friesland, Hema) - Aan het begin van een zin. -woorden die van namen zijn afgeleid (Duitse, Franse, Amsterdams)
Slide 6 - Tekstslide
Welke leestekens ken je nog?
Slide 7 - Open vraag
Leestekens
Elke zin eindigt met een leesteken.
Bij gewone zinnen gebruik je een punt. (.)
Bij een vraag gebruik je een vraagteken. (?)
Met extra nadruk gebruik je een uitroepteken. (!)
Slide 8 - Tekstslide
Het restaurant heeft vandaag r..wkost op het menu.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Ik (branden) me aan de kachel
A
brand
B
brandt
C
brant
Slide 11 - Quizvraag
(kijken) jij ook naar die Netflix-serie?
A
kijk
B
kijkt
Slide 12 - Quizvraag
Maak zelf een zin met een ik-vorm persoonsvorm.
Slide 13 - Open vraag
In januar.. krijgen de fanat..ke schaatsers elfstedenkoorts.
Slide 14 - Open vraag
Speel jij ook volle...bal?
Slide 15 - Open vraag
Bespeel jij ook een muz..k..nstrument?
Slide 16 - Open vraag
Zelfstandig aan de slag
H3 spelling (online) De theorie staat op bladzijde 84.
Klaar? H3 schrijven, opdr. 2. Dit maak je in je schrijfdossier. De opdracht vind je op bladzijde 71.