Assertiviteit 2




Assertief gedrag
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
agogiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




Assertief gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat assertief gedrag is. 

Aan het einde van de les weet je hoe je assertief gedrag op stage kan laten zien. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning 
Terugblik
Assertief, non- assertief en agressief gedrag
Belang assertief gedrag
Tips voor op stage 
Eindopdracht 
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide



Wat is je bijgebleven uit de vorige les?

Slide 4 - Tekstslide


Als je assertief bent...
A
denk je aan jezelf en de ander
B
denk je alleen aan de ander
C
denk je alleen aan jezelf
D
geef je je grenzen niet aan

Slide 5 - Quizvraag


Assertief gedrag is..




  • Voor jezelf opkomen 
  • Niet aan de grenzen van een ander voorbij gaan


Slide 6 - Tekstslide


Drie manieren van reageren


Assertief
Non-assertief 
Agressief

Slide 7 - Tekstslide

Tim loopt stage en zijn begeleider vraagt hem of hij langer door wil werken vandaag. Hij moet eigenlijk naar een verjaardag, maar zegt: als het echt moet kan het wel. Dit is een voorbeeld van:
A
assertief gedrag
B
agressief gedrag
C
non-assertief gedrag

Slide 8 - Quizvraag

Tim krijgt feedback van zijn stagebegeleider over zijn 'op tijd' komen. Hij zegt terug: alsof jij nooit te laat bent, ik luister hier niet langer naar. Dit is een vorm van:
A
assertief gedrag
B
agressief gedrag
C
non-assertief gedrag

Slide 9 - Quizvraag

Je stagebegeleider vraagt je de vaatwasser uit te ruimen, maar je bent al 20 minuten over werktijd heen, hoe zeg je 'nee' op een assertieve manier?

Slide 10 - Open vraag

1. Als je assertief bent wil je het samen goed doen, dus vraag vooral om hulp. 
2. Blijf achter je keuzes staan (ga niet twijfelen als je 'nee' gezegd hebt)
3. Onderhandel als nee zeggen niet mogelijk is, zodat je niet te veel doet. 
4. Gebruik geen smoesjes
5. Zeg geen ja, als je nee bedoelt
6. Spreek in de ik-vorm
7. Denk mee over oplossingen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Omschrijf in twee woorden wat je het meest is bijgebleven van agogiek

Slide 13 - Woordweb