Elektriciteit

Elektriciteit
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
○ Je herhaalt welke elektrische schakelingen er zijn
  ○ Je  herhaalt wanneer er een elektrische stroom loopt
Je herhaalt hoe je de capaciteit van een batterij kunt bereken
  
- Je leert welke schakelingen er zijn
 - Je leert hoe je schakelingen kunt tekenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat staat er altijd aan in een elektriciteit centrale ?
A
water
B
vuur
C
stoom
D
gas

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heten die kleine bolletjes
A
leukotronen
B
neutronen
C
protonen
D
elektronen

Slide 5 - Quizvraag

Stroomkringen

Een stroomkring is een klein cirkeltje van een +pool naar een -pool. Kijk maar naar de batterij hiernaast. 

Om het lampje te laten branden heb je een spanningsbron, gesloten stroomkring en elektriciteitsdraden nodig.


Slide 6 - Tekstslide

Een stroomkring loopt van de...
A
-pool naar de +pool
B
+pool naar de -pool

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent capaciteit

Slide 8 - Open vraag

Capaciteit
De capaciteit van een batterij geeft aan hoeveel energie er in opgeslagen kan worden. 

 

Slide 9 - Tekstslide

Capaciteit
  •  Symbool capaciteit (C)
  •  Eenheid capaciteit (Ah) (Ampereuur)
  • Formule: C = I x t


Slide 10 - Tekstslide

Teken de driehoek van de formule:
C = I x t

Slide 11 - Open vraag

Reken om:
5000 mAh = .......... Ah

Slide 12 - Open vraag

Reken om:
600 mA = ........ A

Slide 13 - Open vraag

Een lampje dat 50 mA verbruikt kan op een volle batterij 16 uur branden. Wat is de capaciteit van de batterij?

Slide 14 - Open vraag

Bij 10 mA gaat een batterij 150 uur mee. Bereken de capaciteit

Slide 15 - Open vraag

Schakelschema
  • Een tekening om alle onderdelen in een elektrische schakeling te laten zien.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Parallelcircuits

Slide 18 - Tekstslide

schakelaar
batterij
lampje
stroomdraad

Slide 19 - Sleepvraag

Huiswerk
- Groep 1 --> Practicum blz. 101
- Groep 2 --> maken 3.1 t/m 33

Daarna omwisselen

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
maken 3.1 t/m 33


Slide 21 - Tekstslide

Een weerstand

Hier staat een voorbeeld van een weerstand.

Let op de ringen. Deze weerstand heeft vier ringen, er zijn ook weerstanden met vijf ringen.

De ringen hebben een betekenis welke een

codering is voor de grootte van de weerstand.


We hebben ring 1, 2 (en soms 3)

Daarnaast ring A en B

Slide 22 - Tekstslide

weerstand
  • De weerstand geeft aan hoe moeilijk een elektrische stroom door een stukje materiaal gaat
  •  Zo heeft een geleider een lage weerstand
  • en heeft een isolator een hele hoge weerstand
  • Om de stroomsterkte goed te kunnen regelen worden er weerstandjes gebruikt om de stroom af te remmen

Slide 23 - Tekstslide

Geleiders
Geleiders.

Geleiders zijn stoffen waar elektrische energie doorheen kan 'lopen'. Alle metalen zijn geleiders voorbeelden hiervan zijn: koper, aluminium, staal, zilver, goud enz enz. Maar ook je potlood is een goede geleider. In potlood zit grafiet. 

Slide 24 - Tekstslide

ISOLATOREN 

Isolatoren zijn stoffen waar geen elektrische energie doorheen kan 'lopen'.  Denk aan plastic, glas, hout, lucht, rubber en de 
niet metalen zoals: zuurstof, stikstof, chloor

Slide 25 - Tekstslide


Welke stof is een isolator?
A
glas
B
goud
C
koper
D
water

Slide 26 - Quizvraag

Welke stof is geen geleider?
A
ijzer
B
koolstof
C
kunststof
D
zink

Slide 27 - Quizvraag

Voorbeeld van een geleider is
A
hout
B
ijzer
C
plastic

Slide 28 - Quizvraag

Leg het begrip spanning uit.

Slide 29 - Open vraag

Leg he begrip stroomsterkte uit

Slide 30 - Open vraag

Wat is weerstand?

Slide 31 - Open vraag

Koppel de juiste grootheid, symbool en eenheid
Weerstand
Spanning
Stroomsterkte
Ohm
Volt
Ampere
R
I
U

Slide 32 - Sleepvraag

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Huiswerk
paragraaf 1 hoofdstuk 4 Elektriciteit.
opdracht 1,2,3,4,5,6,7,8,9
( inleveren via teams als je de opdrachten maakt in je boek en anders online.)

Slide 36 - Tekstslide