In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Startklaar
Startopdracht
3. Begin met ‘startopdracht’
2. Boek, schrift, agenda en pen op tafel.
Leg je schrift open
huiswerk controle (groep 2 en 3)
Nakijken van gemaakte opdrachten.
Huiswerk was:
§2.2 maken 26 t/m 32
1. Zitten volgens plattegrond.
Slide 1 - Tekstslide
Groep 1
Djaiden
Lars
Isabel
Nicolette
Emrah
Thijs Rietberg
Luc
Laurens
Luo Yi
Groep 2
Nina
Liam
Thijs v. Erven
Aydan
Sylvario
Robert
Daan
Groep 3
Imri
Bram
Sanne
Quinty
Anouk
Jaysan
Noah
Seth
Slide 2 - Tekstslide
TW2 - toetsoverzicht
Geschiedenis: Leerling Aydan Rafiyeva en Leerling Sanne Jager
Engels: Leerling Aydan Rafiyeva en Leerling Sanne Jager
Biologie: Leerling Bram Buis en Leerling Lars van Dijk
Godsdienst: Leerling Bram Buis en Leerling Lars van Dijk
Wiskunde: Staat er al in.
Aardrijkskunde: Leerling Jaysan Sital en Leerling Thijs van Erven
Nederlands: Leerling Jaysan Sital en Leerling Thijs van Erven
Natuurkunde: Leerling Daan Vinke en Leerling Djaiden Dickens
Frans: geen toets
Economie: Leerling Nina van den Belt en Leerling Liam Diender
Scheikunde: Leerling Liam Diender en Leerling Nina van den Belt
Duits: Leerling Jaysan Sital en Leerling Thijs van Erven
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les kun je....
... berekenen hoeveel je van een bepaalde stof nodig hebt aan de hand van een massaverhouding.
Slide 4 - Tekstslide
Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat houdt de wet van Lavoisier in?
Het is de wet van behoud van massa.
Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten.
Vaak wordt er gebruik gemaakt van verhoudingen
Slide 6 - Tekstslide
Cake maken
Wat is de verhouding suiker : boter.
Slide 7 - Tekstslide
Rekenen met massaverhoudingen
Recept voor simpele salade van 600 gram.
Benodigdheden: 500 gram sla, 100 gram dressing
sla + dressing -> salade
500 gram 100 gram 600 gram
Verhouding is dan 500 : 100. Dat is het zelfde als 5 : 1
Ook koken voldoet aan de wet van behoud van massa!
Slide 8 - Tekstslide
Vaste verhoudingen
Boek blz 47 figuur 2.11
Slide 9 - Tekstslide
Waterstof wordt ook wel de brandstof van de toekomst genoemd. Als je waterstof verbrandt ontstaat namelijk alleen maar water. Dus waterstof reageert met zuurstof tot water.
De massaverhouding waterstof : zuurstof is 1 : 8.
Hoeveel gram water ontstaat bij de verbranding van 180 gram waterstof.
Slide 10 - Tekstslide
Stappenplan: Rekenen aan reacties
1. Schrijf het reactieschema op.
2. Schrijf de massaverhouding eronder.
3. Schrijf de bekende gegevens daaronder.
4. Bereken de onbekende stof
5. Noteer de conclusie
Slide 11 - Tekstslide
Waterstof wordt ook wel de brandstof van de toekomst genoemd. Als je waterstof verbrandt ontstaat namelijk alleen maar water. Dus waterstof reageert met zuurstof tot water.
De massaverhouding waterstof : zuurstof is 1 : 8.
Hoeveel gram water ontstaat bij de verbranding van 180 gram waterstof.
Slide 12 - Tekstslide
Keukenzout kan je maken door natrium (s) en chloorgas met elkaar te laten reageren. Bereken hoeveel keukenzout kan er ontstaat uit 80 gram chloor?
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht 1 van het oefenblad
Natriumkorrels reageren met zuurstof en
hierbij ontstaat de vaste stof natriumoxide. De massaverhouding waarbij natrium reageert met zuurstof is 4,5: 1,0.
1. Geef het reactieschema van deze opdracht.
2. Bereken hoeveel gram natriumoxide er kan ontstaan als er 39 gram zuurstof is.
timer
4:00
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht 2 van het oefenblad
Kaliumkorrels reageren met chloorgas in de verhouding 2,1 : 1,0 tot de vaste stof kaliumchloride. Hoeveel gram kaliumkorrels is er nodig om 340 gram kaliumchloride te vormen?
timer
4:00
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht 3 van het oefenblad
Bij de elektrolyse van koperoxide ontstaan vloeibaar koper en zuurstof.
In de verhouding 1,5 : 3,2. Hoeveel gram koperoxide was er aanwezig als er 50 gram koper ontstaat?
timer
4:00
Slide 17 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
15
Ik kan uitleggen wat de wet van massabehoud is.
L2
16
Ik kan met een vaste massaverhouding uitrekenen hoeveel stof er theoretisch kan ontstaan of nodig is voor een reactie.
L2
Maken opdracht 4 t/m 6 van het oefenblad, af maken 39 t/m 42
Nakijken oefenblad 1 t/m 6
Samen verder met oefenen
Slide 18 - Tekstslide
Formatieve-Toets
De toets gaat over hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 3.
Wat kun je doen in een goede voorbereiding:
- Samenvatting maken van §2.1 t/m §2.3 a.d.v. de leerdoelenlijst
- Test-jezelfs in online methode.
- Begrippenlijst maken van §2.1 t/m §2.3
- Opdrachten en ook echt kunnen uitleggen aan een ander.
- Oefenbladen die je in de les hebt gekregen.
Slide 19 - Tekstslide
Wat is deze leerling vergeten?
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30
Slide 20 - Tekstslide
Zoek twee fouten die deze leerling heeft gemaakt.
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30
Slide 21 - Tekstslide
Stel je kan drie punten krijgen.
1. Juiste reactieschema.
2. Juiste berekening.
3. Juiste antwoord + eenheid.
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30
Hoeveel punten krijgt deze leerling van jullie?
Slide 22 - Tekstslide
Wat is de "grappige" fout die hier wordt gemaakt?
Methaangas ontleedt tot koolstofdioxide en waterdamp. Koolstofdioxide en waterdamp ontstaan in de verhouding 1,5 : 3,9. Voor de reactie is 230 gram methaan. Hoeveel gram waterdamp kan hierbij ontstaan?
timer
0:30
Slide 23 - Tekstslide
Huiswerk
Dinsdag 3 december
Oefenblad opdr. 1 t/m 6
Slide 24 - Tekstslide
Magnesiumoxide (s) ontstaat door zuurstof te laten reageren met magnesium. Bereken hoeveel gram magnesium er aanwezig was als er 160 gram magnesiumoxide ontstaat?