Een voorbeeld:
Nu de regels zijn veranderd, twijfelt Ayaan steeds of ze voorrang heeft.
zin 1: De regels zijn veranderd.
zin 2: Ayaan twijfelt of ze voorrang heeft.
In zin 1 gaat het om een voltooid deelwoord. Dus: veranderd
In zin 2 gaat het om een persoonsvorm. Dus: twijfelt