3.9 hoofdletters en 4.9 leestekens (les 1 t/m 3)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek  (helaas... fotograaf)
  • je iPad (dicht)


Les 1
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A
  • je leesboek  (helaas... fotograaf)
  • je iPad (dicht)


Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Weektaak vorige week => quizje
  • Herhalen hoofdletters
  • Aan de slag
  • 14.30 uur toilet, 14.40 uur fotograaf 

Slide 2 - Tekstslide

Zij ...(geloven) mij niet.

A
gelooft
B
geloofd
C
geloofdt
D
looft

Slide 3 - Quizvraag

Ik was echt .... (verbazen),
toen je dat zei.
A
verbaast
B
verbaasd
C
verbaazd
D
verbaazt

Slide 4 - Quizvraag

Hij heeft die jongen weer ... (stompen).

A
gestompt
B
gestompd
C
gestomt
D
gestomd

Slide 5 - Quizvraag

De .... (maken) afspraak geldt nog steeds.
A
maken
B
makende
C
gemaakte
D
gemaakde

Slide 6 - Quizvraag

De schapen lopen .... (grazen)
in de wei.
A
graast
B
grazend
C
grazent
D
grazen

Slide 7 - Quizvraag

.... (worden) wakker!
A
word
B
wordt
C
worddt
D
worden

Slide 8 - Quizvraag

Eindelijk was het lang .... (verwachten)
weekend aangebroken.
A
verwachtte
B
verwachte
C
verwachten
D
verwachtten

Slide 9 - Quizvraag

De aan dit werk .... (besteden)
tijd moet niet als verloren worden beschouwd.
A
besteede
B
bestede
C
besteedde
D
bestedde

Slide 10 - Quizvraag

De dames keken naar de schitterend .... (verlichten) etalages.
A
verlichte
B
verlichtte
C
verlichtde
D
verlichtende

Slide 11 - Quizvraag

Het is toch ongelooflijk; dit ...(gebeuren) mij nu altijd!
A
gebeurtd
B
gebeurd
C
gebeurdt
D
gebeurt

Slide 12 - Quizvraag

Hij ... (wachten) gisteren op de bus.
A
wachte
B
wacht
C
wachtte
D
wachtten

Slide 13 - Quizvraag

Tegenwoordig deelwoord (p. 237)
De handeling is nog bezig => hele werkwoord +d

Terwijl ze aan het lachen waren, liepen ze de klas in.
Lachend                                                  liepen ze de klas in.

Bijvoeglijk gebruikt: De lachende leerlingen liepen de klas in.

Slide 14 - Tekstslide

HOOFDLETTERS (p. 238/239)
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter. Tenzij: 
  • Eigennamen (straten, talen, aardrijkskundige namen)
  • Feestdagen en merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
Tenzij: 

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.
100 activisten
's Nachts
Hij heeft alzheimer.
Hij eet Turkse pizza.
afleiding/samenstelling met feestdagen

Slide 15 - Tekstslide

Namen met tussenvoegsel
  • Op de bank zat meneer De Vries.
  • Mevrouw K. de Vries zat op een stoel.
  • Kees van Putten is getrouwd met hun dochter.
  • Zij heet mevrouw Van Putten-de Vries.
  • Maar ze noemt zichzelf Melanie van Putten.

Slide 16 - Tekstslide

Werkmoment
Les 1:
  • Maken 3.9: 1a, 4, 5 en 8
  • Kijk na en verbeter!

Ik check Test Jezelf 2.9 (huiswerk)
Volgende les 
ook B-boek mee!

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A en B
  • je leesboek 
  • je iPad (dicht)


Les 2

Slide 19 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Planning
  • Uitleg 4.9
  • Aan de slag
  • Afsluiting van de les

Slide 21 - Tekstslide

VD en TD als BN (p. 72/b-boek)
  • VD zo kort als uitspraak dat toelaat
  • bepaal is het pv verleden tijd of bijvoeglijk naamwoord

De lamp verlichtte de kamer / De verlichte kamer
ik-vorm: verlicht                                            bijvoeglijk naamwoord
verleden tijd => + te

Slide 22 - Tekstslide

Overige leestekens (p. 74)
  • Accent: leerwoorden => cliché, barrière, enquête
  • Trema: vanwege de uitspraak => havoer
  • Apostrof: Dennis' rugzak, vmbo'er
havo => spreek uit als woord
vmbo => spreek uit als losse letters 

Slide 23 - Tekstslide

Weglatingsstreepje (p. 75)
  • Weglatingsstreepje: bij herhalende samenstelling, kun je het herhalende woord weglaten.

dinsdagochtend en dinsdagavond =>
                                                                          dinsdagochtend en -avond
maandagochtend en dinsdagochtend => 
                                                                      maandag- en dinsdagochtend



Slide 24 - Tekstslide

Koppelteken (p. 75)
  • Koppelteken: voor uitspraak in samenstellingen
stage-uren, na-apen

Koppelteken bij  nog veel meer => zie lijst op p. 76
 
Geen samenstelling? Dan een trema. Reünie.
samenstelling?
twee zelfstandige woorden aan elkaar

Slide 25 - Tekstslide

Leestekens (p. 74/75)
Dicteewoorden pagina 77 volgen bepaalde regels.

Zet de dicteewoorden bij de juiste regel.

Werk in tweetallen.
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Werkmoment
Les 1:
  • Maken 3.9: 1a, 4, 5 en 8

Les 2:
  • Maken 4.9: 1a, 3, 4, 7 en 9
  • Kijk na en verbeter!

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting
Volgende les:
  • Weektaak afmaken Les 3: Test jezelf 3.9 en 4.9
  • Uitleg fictie speeddates

Slide 28 - Tekstslide

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek deel A en B
  • je leesboek 
  • je iPad (dicht)


Les 3

Slide 29 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Reisjes
  • Tweede keus opgeven
  • Telefoongebruik

Slide 31 - Tekstslide

Planning
  • Weektaak afronden
  • Uitleg fictie speeddates
  • Afsluiting van de les

Slide 32 - Tekstslide

Werkmoment
Les 2:
  • Maken 4.9: 1a, 3, 4, 7 en 9
  • Kijk na en verbeter!

Les 3:
  • Maak Test jezelf 3.9 en 4.9
  • Gebruik de dicteewoorden uit de paragraaf

Slide 33 - Tekstslide