Feestdagen en historische gebeurtenissen met hoofdletter.
Namen van maanden en dagen NIET met een hoofdletter.
100 activisten
's Nachts
afleiding/samenstelling met feestdagen
=> dan niet kerstballen/ paaseieren
Slide 19 - Tekstslide
Namen met tussenvoegsel
Op de bank zat meneer De Vries.
Mevrouw K. de Vries zat op een stoel.
Kees van Putten is getrouwd met hun dochter.
Zij heet mevrouw Van Putten-de Vries.
Maar ze noemt zichzelf Melanie van Putten.
Slide 20 - Tekstslide
3.9 Tussenletters p. 220
Je hoort de s => dorp & plein: dorpsplein
Je hoort de s niet goed => station & chef: stationschef
Eerste deel alleen meervoud op -en => en
pan en koek => pannen (pans bestaat niet)
pannenkoek
kat en bak => katten (kats bestaat niet)
kattenbak
Slide 21 - Tekstslide
3.9 Tussenletters => uitzonderingen
Regel 4: uitzonderingen dan een E als eerste deel...
geen zn is
geen meervoud heeft
alleen meervoud op s heeft
zowel meervoud op -s als -en heeft
aangeeft hoe leuk iets is als bn: reuzeleuke vakantie
uniek is: zonneschijn
Slide 22 - Tekstslide
4.9 Leestekens (p. 69/deel b)
Slide 23 - Tekstslide
Waarom schrijf je... (p. 69)
ruïne met trema en buiig niet?
categorieën met 2 e's op het eind en koloniën met 1?
havoër met een trema en vmbo'er met een apostrof?
Anna's fiets en Max' brommer?
timer
3:00
Slide 24 - Tekstslide
Leestekens
Trema boven een klinker waarmee je aangeeft dat daar een nieuwe lettergreep begint. Nodig voor uitspraak.
Apostrof weglating van een of meer letters; bij bezitsaanduiding van woorden die eindigen op een s-klank/lange klank; na cijfers of afkortingen (A4'tje, vmbo'er), meervoudsvorm (pony's) verkleinvorm (baby'tje)
Slide 25 - Tekstslide
Leestekens
Accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt. Moet je uit je hoofd leren. Dicteewoorden en woorden uit de oefeningen.