Werkwoordspelling - 1mh - les 1 t.t.

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling is... (vul de zin aan)

Wat gaan we deze les doen?

Lesdoel: aan het einde van deze les weet ik alles over de persoonsvorm t.t. en kan ik deze perfect spellen

1. Uitleg werkwoordspelling                                                                10 min.    
2. Extra uitleg / aan de slag                                                                  30 min. 
3. Afsluiter

Hoe pakken we werkwoordspelling aan?

Periode 1

• 7 lessen werkwoordspelling
• Veel oefenen tijdens de les
• Minimaal 20 minuten per week oefenen thuis/Dalton-uur

Toets: ma 7 oktober

Hoe goed ben jij in werkwoordspelling?

1. Ik ben een ster in werkwoordspelling
2. Ik kan het een beetje
3. Ik maak best veel fouten
4. Ik snap er niets van

The

Basics

Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm?

STAM

Gelov
Lop

Kop

verhuiz

bev 

werk

Ik-vorm

Geloof
Loop

Koop

verhuis

beef

werk

Werkw.

Geloven
Lopen

Kopen

Verhuizen

Beven

Werken

Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm?

STAM

Gelov
Lop

Kop

verhuiz

bev 

Ik-vorm

Geloof
Loop

Koop

verhuis

beef

Werkw.

Geloven
Lopen

Kopen

Verhuizen

Beven

Als je er 'ik' voor zet

Hele werkwoord -en

Uitleg werkwoordspelling

Ik word 

Hij wordt / het boek wordt / het paard wordt / mijn moeder wordt

Jij wordt

word jij 

Wij worden 

Wat bepaalt hoe je het werkwoord schrijft?

Tegenwoordige tijd

Regel:   ik-vorm / ik-vorm + t 

(ik-vorm + d bestaat niet!) 

Stap 1: noteer de ik-vorm         

Stap 2. Moet er nog een -t achter?

Tip: gebruik 'lopen' om te horen wat je moet schrijven

Tegenwoordige tijd

Regel:   ik-vorm / ik-vorm + t 

(ik-vorm + d bestaat niet!) 

Stap 1: noteer de ik-vorm         

Stap 2. Moet er nog iets achter/voor?

Ik loop                         ik ...(worden)

Hij loopt                      hij ...(worden)

Het boek loopt          het boek ...(worden)
Jij loopt                        Jij... (worden)          

Tip: gebruik 'lopen' om te horen wat je moet schrijven

Tegenwoordige tijd

Regel:   ik-vorm / ik-vorm + t 

(ik-vorm + d bestaat niet!) 

Stap 1: noteer de ik-vorm         

Stap 2. Moet er nog iets achter/voor?

Ik loop                              ik word

Hij loopt                           hij wordt

Het boek loopt              het boek wordt
Jij loopt                            jij wordt

Tip: gebruik 'lopen' om te horen wat je moet schrijven

Het paard (worden) compleet gestoord van al dat drukke gedoe.

(Word) jij ook compleet gestoord van al dat drukke gedoe?

extra uitleg / aan de slag

Ik snap dit wel 

• Begin zelfstandig aan taak 1

   

Ik vind het lastig

• We beginnen samen aan taak 1.   

Hoe gaat het?

1. Veel beter dan gedacht
2. Mwah
3. Ik kap ermee

Agenda

Maandag 16 september: taak 1 af (ws)