MHV2 Aussprache periode 1

Aussprache
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Aussprache

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir heute?

  • Die Lernziele
  • Warum ist Aussprache wichtig?
  • Aussprachetips
  • Aussprache zu zweit üben 
  • Aussprache üben in der ganzen klasse
  • Ziel erreicht?!



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziel
Am Ende der Stunde kennt ihr:
die Ausspracheregeln zu: u, ü, ä, ö, au, äu, eu
und könnt ihr
 Zungenbrecher vorlesen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warum ist Aussprache wichtig?
  • de taal klingt beter
  • maakt communicatie makkelijker
  • minder misverstanden
  • helpt jou met leren en herkennen van woordenschat

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprachetips

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache (7. min.)
Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache übung (10 min.)
 arbeitet zu zweit:
  1. Ihr bekommt einen Text von mir.
  2. Lese diesen Text für deinen Mitschüler vor.
  3. Schreibe Tips und Tops auf von der Aussprache.
  4. Lies den Text erneut vor und benutzte die tips deines Mitschüler.
  5. Jetzt ist der andere dran, wiederholt die Schritte.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zusammen üben (7 min.)
Ihr bekommt alle noch einen Text von mir.
Ihr meldet euch an bei dem Spinner.
Der Spinner Wählt einen Schülker der vorlesen soll.
Achtet auf euere Aussprache beim lesen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erklärung: Vokale (klinkers)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
Adresse
fahren
E
Esel
essen
 I
Igel
trinken

O 
Ohr
Loch
U
Buch
nur 
Umweg
Fluss
Unterricht

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Umlaut

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jetzt du!

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A
hatte
der Laden
der Magen
Klasse
Straße
hacken

Ä
hätte
die Läden
die Mägen
das Mädchen
die Fähre
Ägypten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

O
der Ofen
das Loch
der Frosch
groß
der Kloß
Rosenheim

Ö
die Öfen
die Löcher
die Frösche
größer
die Klöße
Köln

Rörig

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

U

das Buch
die Mutter

Ulm
Stuttgart
Hamburg
Ü

die Bücher
die Mütter

München
Düsseldorf
Nürnberg

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de "u" in het Duits uitgesproken?
A
als een lange uu
B
als een korte u
C
als een oe
D
als een oo

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welche Aussprache ist richtig?
Kuh
A
oe
B
uu

Slide 18 - Quizvraag

du
Hoe worden de puntjes op een klinker genoemd in het Duits?
A
een trema
B
gewoon puntjes
C
een umlaut

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welche Aussprache ist richtig?
München
A
oe
B
uu

Slide 20 - Quizvraag

du
Welche Aussprache ist richtig?
Köln
A
o
B
eu

Slide 21 - Quizvraag

du
Welche Aussprache ist richtig?
Mädchen
A
a
B
aa
C
e
D
ee

Slide 22 - Quizvraag

käse
Welche Aussprache ist richtig?
hören
A
o
B
eu
C
oi
D
oo

Slide 23 - Quizvraag

Wörter
Hoe wordt in het Duits een "ü" uitgesproken?
A
als een "oe"
B
als een "u"
C
als een "uu"

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache

der Bruder
die Überrasschung
der Geburtstag
wünschen
gratulieren
gemütlich

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diphthonge
  • eu = oi
  • äu = oi

  • ei = ai
  • au = au

     Aufgabe: Bedenk bij elke klank een Duits woord.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EU

der Euro
Europa
euch
eure
Leute



ÄU

die Häuser
die Sträuße
die Bäuche

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

AU

das Haus
der Strauß
der Bauch



ÄU

die Häuser
die Sträuße
die Bäuche

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt in het Duits de klank "eu" uitgesproken?
A
zoals in het Nederlands
B
als een "uu"
C
als een "oi"
D
als een "au

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wörter mit eu, äu, ei, au

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jetzt du!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zungenbrecher
U) In Ulm und um Ulm und um Ulm herum.

Ö) Böse Möwen mögen schöne Möbel. Schöne Möbel mögen böse Möwen.

Ä) Der bullige Bär in Birnen beißt, der bärtige Bauer Bernhard heißt. 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zungenbrecher

Ü) Herr und Frau Lücke gingen über eine Brücke. Da kam eine Mücke und stach Frau Lücke ins Genicke. Da nahm Herr Lücke seine Krücke und schlug Frau Lücke ins Genicke.
Weswegen dann Frau Lücke mit der Mücke und der Krücke im Genicke tot umfiel.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ziel Erreicht! (1 min.)
Ihr kennt jetzt die verschiedene Laute von der Deutschen Sprache und könnt sie anwenden!

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie:
Hoe goed gaat dit bij jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Üben

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies