H.3 Grammatica - Beknopte bijzin

H.3 Grammatica
Beknopte bijzin


1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

H.3 Grammatica
Beknopte bijzin


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

- weet je wat een hoofdzin is (herhaling jaar 2)
- weet je wat een bijzin is (herhaling jaar 2)
- weet je wat een beknopte bijzin is



Slide 2 - Tekstslide

Kenmerken
van een hoofdzin?

Slide 3 - Woordweb

Vergelijk:


Inge loopt naar de koffiemachine, want ze heeft dorst.

Hanneke is wat later, omdat ze nog naar de tandarts moet. 


Slide 4 - Tekstslide

Tessa gaat naar de opticien, want ze heeft een nieuwe bril nodig.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
hoofdzin, bijzin
C
bijzin, hoofdzin
D
bijzin, bijzin

Slide 5 - Quizvraag

Terwijl moeder het beslag maakt, zet Evi de oven aan.
A
bijzin, hoofdzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, bijzin
D
hoofdzin, bijzin

Slide 6 - Quizvraag

De oude man zit op de kruk, omdat hij moe is.
A
bijzin, bijzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, hoofdzin
D
hoofdzin, bijzin

Slide 7 - Quizvraag

Fien gaat naar de dokter, omdat ze haar arm heeft gebroken.
A
bijzin, bijzin
B
hoofdzin, bijzin
C
bijzin, hoofdzin
D
hoofdzin, hoofdzin

Slide 8 - Quizvraag

Nina leest een boek en Cato is aan het koken.
A
bijzin, hoofdzin
B
bijzin, bijzin
C
hoofdzin, hoofdzin
D
hoofdzin, bijzin

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Een beknopte bijzin heeft een persoonsvorm
A
juist
B
niet juist

Slide 14 - Quizvraag

Beknopte bijzin
- Geen:
 persoonsvorm en onderwerp

- Wel:
een voltooid deelwoord, een onvoltooid deelwoord 
of te + infinitief 

Slide 15 - Tekstslide

Na thuisgekomen te zijn, smijt ze haar tas weg en trekt ze haar sloffen aan.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 16 - Quizvraag

Toen de stroom uitviel, staken we kaarsen aan.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 17 - Quizvraag

Voorzichtig rijdend vervolg ik de weg naar huis.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 18 - Quizvraag

Terwijl hij schold op zijn coach, liep Max de kleedkamer uit.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 19 - Quizvraag

Maak van de beknopte bijzin een normale bijzin: Fietsend op het schoolplein kwam Henry ten val.

Slide 20 - Open vraag

Maak van de bijzin een beknopte bijzin:
Toen hij eenmaal ontsnapt was aan de politie zocht de inbreker een schuilplaats.

Slide 21 - Open vraag

Ik kan beknopte bijzinnen herkennen en maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Volgende keer:


De foutief beknopte bijzin

Slide 23 - Tekstslide

H.3 Grammatica zinsdelen
Beknopte bijzin


Maak online:
Opdracht 1, 2 en 3

Slide 24 - Tekstslide