paragraaf 2.2 massamedia KGT

Massamedia paragraaf 2.2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Massamedia paragraaf 2.2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen deze les:
- Je kunt uitleggen wat een mediasamenleving is en voorbeelden hiervan geven.

- 2 Voorbeelden van online risicos kunnen geven.

- Je het kunt het verschill tussen traditionele en nieuwe media uitleggen.

- verschillen tussen de publieke omroepen en commerciële zender benoemen

Slide 2 - Tekstslide

soorten tv- en radiozenders
1. Publieke omroep
2. Commerciële omroep
3: Regionale zenders en omroepen
4: Internationale zenders en omroepen

Slide 3 - Tekstslide

Verzuiling

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Zuilen
Publieke omroepen zijn dus ontstaan door de zuilen die er waren! Elke zuil kreeg zijn eigen omroep.

Zo kreeg de katholieke zuil als omroep: de KRO
De christenen kregen als omroep:  de NCRV

1951: eerste Nederlandse tv-uitzending. Oprichting van de NOS (Nederlandse omroepenstichting) 

Slide 6 - Tekstslide

1: Publieke omroepen
  • Zijn verenigingen met leden
  • Voldoende leden maakt dat ze kunnen blijven bestaan
  • Worden financieel gesteund door de overheid (Minister onderwijs cultuur en wetenschap)

Daarom vooral: informatieve en culturele,pluriforme (veelzijdige) programma's uitzenden!
(Denk aan: de wereld draait door, Jinek, het klokhuis)

Slide 7 - Tekstslide

2: Commerciële omroepen
Hun doel = winst maken
Zijn ondernemingen 

Willen geld verdienen aan hun uitzendingen

Voorbeelden: RTL 4, SBS 6
Radio: Radio538, Skyradio

Slide 8 - Tekstslide

4 Verschillen publieke en commerciële omroepen:
1: Publieke omroepen zenden uit via: Nederland 1, 2, 3, en radio 1 t/m radio 6. 
Commerciële zenders hebben eigen zenders met eigen namen.

2: Commerciële zenders zijn niet verplicht culturele of informatie programma's uit te zenden. Het gaat alleen om de kijkcijfers.

Slide 9 - Tekstslide

3: Commerciële zenders krijgen GEEN geld van de overheid. Ze moeten hun geld verdienen met reclame inkomsten.
4: Commerciële zenders richten zich niet op een maatschappelijke groep (zuil.....katholieken of christenen). 
Wél op een doelgroep. 

Commerciële zender Net5 richt zich bijvoorbeeld op vrouwen, Veronica op jongeren.

Slide 10 - Tekstslide

3: Regionale omroepen
 zenders voor een regio, brengen vooral plaatselijk nieuws!

Bijvoorbeeld: Omroep Limburg

verdienen hun geld met reclame
of krijgen subsidie van de overheid

Slide 11 - Tekstslide

4: Internationale zenders en omroepen
Richten zich op meerdere landen tegelijk! (internationaal dus)

Bijvoorbeeld: CNN, Discovery Channel, National Geographic, Al- Jazeera.

Documentaires, of nieuwsprogramma's

Slide 12 - Tekstslide

Online risico's

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoel check
- Je kunt uitleggen wat een mediasamenleving is en voorbeelden hiervan geven.

- 2 Voorbeelden van online risicos kunnen geven.

- Je het kunt het verschill tussen traditionele en nieuwe media uitleggen.

- verschillen tussen de publieke omroepen en commerciële omroep benoemen

Slide 14 - Tekstslide

Welk type omroep is afhankelijk van kijkcijfers voor inkomsten?
A
Commerciële omroep
B
Regionale omroep
C
Publieke omroep
D
Internetomroep

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een verschil tussen publieke en commerciële omroepen?
A
Gebruik van dezelfde presentatoren
B
Financiering door overheid versus adverteerders
C
Gelijke financiering
D
Geen verschil in programma's

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van publieke omroepen?
A
Veel reclame-uitzendingen
B
Gericht op winst maken
C
Commerciële doelstellingen
D
Niet afhankelijk van reclame-inkomsten

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kunnen mensen worden misleid om online risico's te nemen?
A
Een lied zingen op een feestje
B
Door te klikken op verdachte links in e-mails
C
Het schilderen van een huis
D
Een huisdier verzorgen

Slide 18 - Quizvraag

Welke van de onderstaande acties kan leiden tot online risico's?
A
Het delen van persoonlijke informatie op social media
B
Een wandeling maken in het park
C
Het bakken van een taart
D
Een film kijken op TV

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een online risico?
A
Bloemen water geven
B
Fietsen in het donker
C
Phishingaanvallen
D
Een boek lezen

Slide 20 - Quizvraag

Wat bedoelen we met mediasamenleving?
A
Een samenleving waarin media een centrale rol speelt
B
Een samenleving zonder media-invloed
C
Een samenleving met enkel traditionele media
D
Een samenleving zonder communicatiemiddelen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van traditionele media?
A
Eenrichtingsverkeer
B
Snelheid
C
Interactief
D
Globaal bereik

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een voordeel van nieuwe media?
A
Interactief en direct contact met publiek
B
Eenzijdige communicatie
C
Langzame verspreiding
D
Beperkt bereik

Slide 23 - Quizvraag

Hoe verschillen traditionele en nieuwe media in termen van publieksbereik?
A
Nieuwe media kan wereldwijd publiek bereiken
B
Traditionele media is vooral lokaal gericht
C
Nieuwe media heeft beperkt bereik
D
Traditionele media bereikt alleen jongeren

Slide 24 - Quizvraag