Voortekens & akkoorden

Voortekens & akkoorden
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Voortekens & akkoorden

Slide 1 - Tekstslide

Voortekens
Kruis        verhoogt de noot         + is

Mol          verlaagt de noot      + (e)s

                    Herstellingsteken maakt een mol of kruis ongedaan

Slide 2 - Tekstslide

Vaste voortekens
Vaste voortekens staan vooraan de regel en gelden voor het hele stuk. 
Eén kruis betekent: elke F wordt een Fis (dus ook een hogere / lagere F!)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Toevallige voortekens
Een kruis, mol of herstellingsteken komt middenin een maat ergens voor. Hij geldt alleen in die maat.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Als er een mol voor een noot staat, dan komt er...
A
"is" achter de oorspronkelijke notennaam
B
"es" achter de oorspronkelijke notennaam
C
"is" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam
D
"es" of een "s" achter de oorspronkelijke notennaam

Slide 7 - Quizvraag

Welk(e) vast(e) voorteken(s) zie je hier?
A
Een kruis op de hoogte van de F
B
Een kruis op de hoogte van de C
C
Een mol op de hoogte van de E
D
Een mol op de hoogte van de B

Slide 8 - Quizvraag

Dit betekent dat
A
Alleen de C op deze hoogte een Cis wordt
B
Elke F een Fis wordt
C
Alleen de F op deze hoogte een Fis wordt
D
Elke C een Cis wordt

Slide 9 - Quizvraag

Hoe klinkt een noot als er een kruis voor staat?
A
Even hoog
B
Hoger
C
Lager

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet deze noot?
(in letters)

Slide 11 - Open vraag

Hoe heet deze noot?
(letter)

Slide 12 - Open vraag

C
D
E
F
G
A
B
C majeur akkoord

Slide 13 - Tekstslide

Kijk de volgende video 
Hierin leer je hoe je zelf de akkoorden in majeur en mineur kunt maken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hoe maak je akkoorden?
Gebruik minimaal 3 verschillende tonen. 

Je hebt majeur (vrolijk) en mineur (droevig) akkoorden.

majeur: vanaf de begintoon: + 4 + 7
mineur: vanaf de begintoon: + 3 + 7

Slide 16 - Tekstslide

Akkoorden maken
                                                                                                           bijvoorbeeld A majeur


  • Gebruik de 1e, 3e en 5e noot als stamtonen (bijvoorbeeld A - b - C - d - E). De noten in A majeurakkoord beginnen dus met A, C en E)
  • Het is majeur, dus vanaf de noot A + 4 stappen + 7 stappen:
     1 = ais - 2 = b - 3 = c - 4 =CIS  5 = d - 6 = dis- 7 = E  
  • De noten van het A majeur-akkoord zijn dus A - CIS - E



Slide 17 - Tekstslide

Welk akkoord is dit?
A
C majeur
B
D majeur
C
C mineur
D
D mineur

Slide 18 - Quizvraag

Welk akkoord is dit?
A
A majeur
B
F majeur
C
D mineur
D
E mineur

Slide 19 - Quizvraag

Welk akkoord staat rechts?
A
C majeur
B
D mineur
C
G majeur
D
C mineur

Slide 20 - Quizvraag

Dit zijn de piano toetsen met noten erbij.

Slide 21 - Tekstslide