Les 3 - Hoofdstuk 7

Wat weten we nog van vorige week?
- Je kunt de omtrek en oppervlakte van vlakke figuren berekenen (7.2).
- Je kunt de oppervlakte van ruimtefiguren berekenen (7.3).
- Je kunt de inhoud van ruimtefiguren berekenen (7.4).

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weten we nog van vorige week?
- Je kunt de omtrek en oppervlakte van vlakke figuren berekenen (7.2).
- Je kunt de oppervlakte van ruimtefiguren berekenen (7.3).
- Je kunt de inhoud van ruimtefiguren berekenen (7.4).

Slide 1 - Tekstslide

Wat willen we bereiken deze week?
- Oppervlakte berekenen met vergrotingsfactor (7.5).
- Puntjes op de i zetten voor de toets.
- Goede toets maken.

Slide 2 - Tekstslide

Vergrotingsfactor oppervlakte

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het huiswerk deze week (13 opgaven)?
Hoofdstuk 7 
- Maken vraag 48, 51, 52 
- Maken diagnostische toets: vraag 1 t/m 10

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Omtrek en oppervlakte rechthoek

Slide 6 - Tekstslide

Omtrek en oppervlakte driehoek

Slide 7 - Tekstslide

Opgave
a) Bereken de oppervakte
van driehoek PQR.

b) Bereken de omtrek van
driehoek PQR.

Slide 8 - Tekstslide

Oppervlakte parallellogram

Slide 9 - Tekstslide

Omtrek en oppervlakte cirkel
Bereken de omtrek en oppervlakte
van de cirkel hiernaast.

Slide 10 - Tekstslide

Bereken de omtrek en oppervlakte

Slide 11 - Open vraag

Uitwerking
Omtrek =      x 5 = 15,7 cm

Oppervlakte =      x 2,5² = 19,6 cm²
π
π

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide


Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Opgave

Slide 19 - Tekstslide


Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide


Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

6S Van vergrotingsfactor naar oppervlakte

Slide 24 - Tekstslide

Opgave

Slide 25 - Tekstslide

Uitwerking
a) De vergrotingsfactor is 1,5.
Dit krijg je door een afstand 
van de onderste figuur te delen
door een afstand van de 
bovenste figuur.
Dat betekent dat alles in de 
bovenste figuur 1,5x langer is
dan in de onderste figuur. 
b) De oppervlakte van A´B´C´D´E´F´ is dan 4,4 x 1,5² = 9,9 cm²

Slide 26 - Tekstslide

Opgave

Slide 27 - Tekstslide