b. Bij Convergerende platen
Bij de subductie ontstaat een ander ‘soort’ magma. Door een mengsel van water en sediment verandert de samenstelling van het magma. Er ontstaan ook veel gassen. Het magma kan niet altijd omhoog door de hoge viscositeit (=taaiheid).
Kenmerken
- Stratovulkanen ( Stijl)
- Explosieve uitbarstingen (rook, gassen en dik stroperig lava)
- Hoge viscositeit ( Taai en stroperig)
Soms is een uitbarsting zo heftig dat er een Caldera ontstaat. Bij deze ‘vulkaan’ is een deel van de krater weggeblazen.