Schrijven en formuleren H4

Lesplanning
* 10 min. lezen in je leesboek
* uitleg theorie H4 formuleren
timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesplanning
* 10 min. lezen in je leesboek
* uitleg theorie H4 formuleren
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

H4 formuleren
Zet bij elkaar wat bij elkaar hoort.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Theorie
Een tekst leest makkelijker en is duidelijker, als woorden en zinsdelen die bij elkaar horen ook bij elkaar staan.
  • Zet geen lange bijvoeglijke bepaling vóór een zelfstandig naamwoord.
  • Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar. Gebruik in lange zinnen dus liever 'want' en 'maar' dan 'omdat' en 'hoewel', want na 'want' en 'maar' staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar.
  • Zet de andere werkwoorden van het gezegde dicht bij de persoonsvorm.
  • Zet bijzinnen die een voorwaarde aangeven, bij het zinsdeel waar ze bij horen.
  • Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.















Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
De auto reed tegen een boom waarin drie dames zaten.
Waarin zaten de drie dames?

Alle leerlingen houden niet van cola en chips.
Is dat zo?

Slide 6 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Oefenen
H4 formuleren
Maken opdracht 1

Na 10 minuten wissel je jouw zinnen uit met een klasgenoot en indien nodig verbeter je elkaars zinnen.
timer
10:00
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Schrijfopdracht 3
Je kiest uit 4 verschillende inleiding één inleiding en deze maak je verder af met een tekst van minimaal 250 woorden.

 Gebruik in je tekst twee verschillende signaalwoorden die een voorbeeld aankondigen en geef bij deze aankondigingen drie voorbeelden.
 Onderstreep of markeer de signaalwoorden en voorbeelden in je verhaal.
 Varieer in woordgebruik en zinsopbouw.
 Maak gebruik van alinea’s.

Gebruik het bouwplan om je ideeën te structureren

Slide 9 - Tekstslide

Inleiding
1. Niet griezelig
Als ik overal spinnen tegenkom, weet ik dat de herfst begonnen is. Ik ben niet bang voor spinnen en dat kunnen niet veel mensen mij nazeggen.
2. Circus
Ergens rond januari komt het circus langs in onze stad. Vroeger als kind leek het me fantastisch om in het circus te werken.
3. Ruimtereizen
In het jaar 2160 is de mensheid zo ver ontwikkeld, dat ze door de ruimte kan reizen. Laatst is er per toeval een nieuw organisme ontdekt op een onbekende planeet.
4. De moord in de tuin
Vier jaar geleden werd het lichaam van het 14-jarige meisje Eva gevonden in de tuin van mensen die een dorpje verderop woonden. De politie zoekt nog steeds naar de dader. Gelukkig zijn er nieuwe technieken ontwikkeld waarmee ze de dader kunnen opsporen.

Slide 10 - Tekstslide