Herhaling van het boek

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Herhaling Jongeren

Cultuur is?

1. nature (aangeboren)
2. nurture (aangeleerd)

Agressie

1. aangeboren gedrag?
2. Aangeleerd gedrag?

Fietsen

1. aangeboren gedrag
2. aangeleerd gedrag

Verlegenheid

1. aangeboren gedrag
2. aangeleerd gedrag

Hoe noemen we het hele proces van het aanleren van gedrag?

1. Opvoeding
2. Socialisatie
3. Internalisatie
4. Sociale sancties

Welke binding kan je koppelen aan socialisatie?

1. Economische binding
2. Kennisbinding
3. Emotionele binding
4. Politieke binding

Bij welk onderdeel in het socialisatieproces komt het begrip 'sancties' terug?

1. Aangeboren eigenschappen
2. Socialisatie
3. Sociale controle
4. Internalisatie

Als er sprake is van internalisatie is socialisatie gelukt.

1. Juist
2. Onjuist

Je trainer doet een aantal oefeningen voor, dit is leren door:

1. experimenteren
2. ervaringen
3. imitatie
4. informatie

Iets leren doe je op verschillende manieren. Welk antwoord is juist?

1. informatie en aanwijzingen
2. imitatie
3. ervaringen
4. Socialisatie

Je fiets is gestolen omdat hij niet op slot stond, is een vb van leren door:

1. Informatie/aanwijzing
2. Imitatie
3. Ervaring
4. Experimenteren

Een whatsapp groep met alle buurtbewoners is een voorbeeld van

1. sociale controle
2. sancties
3. Imitatie
4. Identificatie

Iemand eruit sturen is een voorbeeld van een negatieve ..

1. Socialisatie
2. Identiteit
3. Strafklas
4. Sanctie

Eigen kenmerken herkennen in een ander noemen we ...

1. Internalisatie
2. Identificatie
3. irritatie
4. Sanctie

Wat is rolgedrag?

1. gedrag dat we van volwassenen in bepaalde situaties verwachten
2. gedrag van een acteur in een toneelstuk
3. gedrag van bepaalde jongeren
4. gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten

Welke uitspraak is juist?

1. Een leraar vertoont nooit rolgedrag.
2. Iedereen heeft verschillende rollen
3. Rolgedrag wordt alleen bepaald door wat je zegt.
4. Alleen kinderen hebben te maken met rolgedrag.

Hoe noem je iemand die mensen met andere normen en waarden accepteert?

1. sociaal
2. asociaal
3. tolerant
4. abnormaal

Is er sprake van tolerantie als er groepsdruk is?

1. Ja, want iedereen mag meedoen
2. Ja, want het zorgt voor een groepsgevoel
3. Nee, want tolerantie heeft niks te maken met groepen.
4. Nee, want groepsdruk zorgt ervoor dat iemand zich moet aanpassen

Welk begrip hoort bij deze omschrijving:

Een meningsverschil veroorzaakt door een verschil in leeftijd

1. Groepsdruk
2. Generalisatie
3. Generatieconflict
4. Internalisatie

Een generatieconflict zal het snelst voorkomen tussen?

1. 2 vriendinnen
2. Moeder en zoon
3. Vader en Oma
4. Opa en kleindochter

Een wij-gevoel zal snel ontstaan als er sprake is van.....?

1. Groepsidentificatie
2. Polarisatie
3. Welvaart
4. Kennis

Welke reden voor groepsgevoel herken je?

1. Omgeving
2. Religie
3. Belangen en problemen
4. Smaak of interesse

Polarisatie betekent

1. Dat er een generatieconflict heerst
2. Dat er twee dingen lijnrecht tegenover elkaar staan
3. Dat mensen dezelfde belangen hebben
4. Saamhorigheid

Hoe noem je het als mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen

1. sociale controle
2. Sociale cohesie
3. zij gevoel
4. Samenleving

Zelfstandig

Pak je boek erbij! 

Maak de begrippenlijst en de samenvatting van H2