Herhaling van het boek
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Cultuur is?
A
Nature (aangeboren)
B
Nurture (aangeleerd)
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Agressie
A
aangeboren gedrag?
B
Aangeleerd gedrag?
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Fietsen
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Verlegenheid
A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noemen we het hele proces van het aanleren van gedrag?
A
Opvoeding
B
Socialisatie
C
Internalisatie
D
Sociale sancties
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij welk onderdeel in het socialisatieproces komt het begrip 'sancties' terug?
A
Aangeboren eigenschappen
B
Socialisatie
C
Sociale controle
D
Internalisatie
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Als er sprake is van internalisatie is socialisatie gelukt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je trainer doet een aantal oefeningen voor, dit is leren door:
A
experimenteren
B
ervaringen
C
imitatie
D
informatie
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iets leren doe je op verschillende manieren. Welk antwoord is juist?
A
informatie en aanwijzingen
B
imitatie
C
ervaringen
D
Socialisatie
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je fiets is gestolen omdat hij niet op slot stond, is een voorbeeld van leren door:
A
Informatie/aanwijzing
B
Imitatie
C
Ervaring
D
Experimenteren
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een whatsapp groep met alle buurtbewoners is een voorbeeld van
A
sociale controle
B
sancties
C
Imitatie
D
Identificatie
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Iemand eruit sturen is een voorbeeld van een negatieve ..
A
Socialisatie
B
Identiteit
C
Strafklas
D
Sanctie
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Eigen kenmerken herkennen in een ander noemen we ...
A
Internalisatie
B
Identificatie
C
irritatie
D
Sanctie
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is rolgedrag?
A
gedrag dat we van volwassenen in bepaalde situaties verwachten
B
gedrag van een acteur in een toneelstuk
C
gedrag van bepaalde jongeren
D
gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke uitspraak is juist?
A
Een leraar vertoont nooit rolgedrag.
B
Iedereen heeft verschillende rollen
C
Rolgedrag wordt alleen bepaald door wat je zegt.
D
Alleen kinderen hebben te maken met rolgedrag.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noem je iemand die mensen met andere normen en waarden accepteert?
A
sociaal
B
asociaal
C
tolerant
D
abnormaal
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Is er sprake van tolerantie als er groepsdruk is?
A
Ja, want iedereen mag meedoen
B
Ja, want het zorgt voor een groepsgevoel
C
Nee, want tolerantie heeft niks te maken met groepen.
D
Nee, want groepsdruk zorgt ervoor dat iemand zich moet aanpassen
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk begrip hoort bij deze omschrijving:
Een meningsverschil veroorzaakt door een verschil in leeftijd
A
Groepsdruk
B
Generalisatie
C
Generatieconflict
D
Internalisatie
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een generatieconflict zal het snelst voorkomen tussen?
A
2 vriendinnen
B
Moeder en zoon
C
Vader en Oma
D
Opa en kleindochter
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een wij-gevoel zal snel ontstaan als er sprake is van.....?
A
Groepsidentificatie
B
Polarisatie
C
Welvaart
D
Kennis
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke reden voor groepsgevoel herken je?
A
Omgeving
B
Religie
C
Belangen en problemen
D
Smaak of interesse
Slide 22 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Polarisatie betekent
A
Dat er een generatieconflict heerst
B
Dat er twee dingen lijnrecht tegenover elkaar staan
C
Dat mensen dezelfde belangen hebben
D
Saamhorigheid
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noem je het als mensen het gevoel hebben bij elkaar te horen
A
sociale controle
B
Sociale cohesie
C
zij gevoel
D
Samenleving
Slide 24 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Socialisatieproces
aangeboren
eigenschappen
socialisatie
sociale controle
internalisatie
normen en waarden
omgeving
automatisch gedrag
sancties
Slide 25 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Sleep de kenmerken naar de juiste plaats.
Nature
Nurture
Aangeboren eigenschappen
Aangeleerde eigenschappen
Genen
Na je geboorte
Slide 26 - Sleepvraag
Terugblik naar de vorige les
Sleep het kenmerk naar aangeboren of aangeleerd.
Aangeboren
Aangeleerd
Haarkleur
Met bestek eten
Gluten-
allergie
Lengte
Kunnen schrijven
Slide 27 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dingen nadoen die een ander voordoet.
Mensen spelen verschillende rollen. (bij man-vrouwrolverdeling: dat mannen andere taken verrichten dan vrouwen).
Mannen gaan traditionele vrouwentaken verrichten en vrouwen traditionele mannentaken.
Thuis kan hij de liefdevolle echtgenoot en huisvader of huismoeder zijn.
Eigenschappen of kenmerken van een persoon overnemen of eigen maken.
Wat betekent het begrip: “Imiteren”
Wat betekent het begrip: “rolverdeling
Wat betekent het begrip: “roldoorbreking”
Aan welk rolpatroon zal een leraar thuis in zijn gezin voldoen?
Wat betekent het begrip: “identificeren”
Slide 28 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het accepteren van mensen met andere normen en waarden dan jij hebt.
Gedrag waarbij iemand geen rekening houdt met anderen wordt zo genoemd.
Manieren om je te laten merken dat je iets goed of fout hebt gedaan.
De periode tussen kindertijd en volwassenheid
Puberteit
Tolerantie
Asociaal
Sancties
Slide 29 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
