H6 P1, 2 en 3: herhaling begrippen
1 / 29
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke begrip hoort hier bij: Voorzieningen voor gezamenlijk gebruik waar de overheid voor zorgt
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Wie zorgt er voor het onderhoud van collectieve voorzieningen
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
De overheid
D
Bedrijven
Slide 7 - Quizvraag
Wie maakt de regels voor het gebruik van collectieve voorzieningen?
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector
C
De overheid
D
Bedrijven
Slide 8 - Quizvraag
Betaald
Onbetaald
Slide 9 - Sleepvraag
Wie mag er gebruik maken van collectieve voorzieningen?
A
Alleen mensen die er voor betalen
B
Alleen Nederlanders
C
Alleen mensen uit dezelfde gemeente
D
Iedereen
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Stelling: iedereen in Nederland heeft sociale zekerheid
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Stelling: sociale zekerheid betekent dat je altijd recht hebt op een inkomen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Werknemers betalen belasting en ...
A
BTW
B
Sociale premies
C
Premies
D
AOW
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer je buiten je eigen schuld werkloos wordt, heb je recht op
A
Bijstand
B
WW-uitkering
C
Je hebt nergens recht op
Slide 15 - Quizvraag
Het inkomen dat je volgens de overheid minimaal nodig hebt om van te leven
A
Sociale zekerheid
B
Sociaal inkomen
C
Sociale minimum
D
Bijstand
Slide 16 - Quizvraag
WW-uitkering
Bijstand
Werkloos langer dan 2 jaar
Werkloos korter dan 2 jaar
Buiten je eigen schuld
Het kan ook je eigen schuld zijn
Slide 17 - Sleepvraag
Slide 18 - Tekstslide
De overheid bestaat uit drie lagen. Noem deze drie lagen:
Slide 19 - Open vraag
Een wethouder is een ambtenaar die werkt voor
A
De gemeente
B
De provincie
C
Het Rijk
D
Alle drie deze lagen
Slide 20 - Quizvraag
Wie werkt er voor de gemeente?
A
B
C
Slide 21 - Quizvraag
Een ambtenaar is
A
Iemand die voor een bedrijf werkt
B
Iemand die voor de overheid werkt
C
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een kenmerk van
collectieve voorzieningen?
collectieve voorzieningen?
A
Ze willen graag veel winst maken.
B
Ze hoeven geen winst te maken
Slide 23 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van infrastructuur
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Tekstslide
Het lastigst vind ik de paragraaf over:
A
Collectieve voorzieningen
B
Maatschappelijke kosten
C
Sociale zekerheid
D
Ik vind geen enkele paragraaf lastig
Slide 26 - Quizvraag
Dit begrip kan ik uitleggen:
Slide 27 - Open vraag
Dit begrip vind ik lastig:
