Voltooid en onvoltooid deelwoord

Welkom 1BA! 
Boek, schrift, etui en iPad? 
Tas op de grond? 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1BA! 
Boek, schrift, etui en iPad? 
Tas op de grond? 

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb een fijne vakantie gehad.

Slide 2 - Poll

Wat gaan we vandaag doen?
-Weet je het nog?
-Aan de slag hoofdstuk 4 Spelling werkwoorden
-Huiswerk 


Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les
Je kunt onvoltooide en voltooide deelwoorden correct spellen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet jij al over het voltooid en onvoltooid deelwoord?

Slide 5 - Open vraag

Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord: geeft aan dat een handeling is afgerond/voltooid.
-Het voltooid deelwoord maakt meestal deel uit van het gezegde.
-Er staat dan altijd een vorm van hebben, zijn of worden.
Harry heeft over de schoen van een mevrouw geplast.
Zij is daarvan erg geschrokken.

Slide 6 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord: geeft aan dat de handeling nog aan de gang is.

Bevend stapte Geert op de mevrouw af.
Zij lachte het voorval hoofdschuddend weg. 

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord: schrijfwijze

🡪 Een vd van een sterk werkwoord eindigt vaak op –en
Gegeten, gezwommen, beschreven, vertrokken

🡪 Een vd van een zwak werkwoord eindigt vaak op –d of –t
Gewhatsappt, gepraat, beloofd, vernield, ontsnapt, gedeeld

Slide 8 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord van het volgende werkwoord: VECHTEN

Slide 9 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord van het volgende werkwoord: AANVALLEN

Slide 10 - Open vraag

Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord: schrijfwijze

🡪 Schrijf je het met een –d of –t? Gebruik ‘t ex-kofschip!




Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord: schrijfwijze

🡪 Een od schrijf je als infinitief +d
Juichend, slapend, gapend, fietsend, whatsappend, bellend


Slide 13 - Tekstslide



Ik snap het nu!


A
ja
B
nee
C
een beetje
D
eerst niet, nu wel

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in: kies vd of od.
___ (surfen) op de golven komen de dolfijnen dichterbij.
A
gesurft
B
surfent
C
gesurfd
D
surfend

Slide 15 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in: kies vd of od.
Heeft Jos eigenlijk wel zijn tanden ___ (poetsen)?
A
gepoetst
B
poetsent
C
gepoetsd
D
poetsend

Slide 16 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in: kies vd of od.
De laatste paar maanden is er veel ___ (gebeuren) in de wereld.
A
gebeurt
B
gebeurent
C
gebeurd
D
gebeurend

Slide 17 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in: kies vd of od.
Al ___ (gamen) heb ik mij geen moment ___ (vervelen).
A
gegamet, verveelt
B
gament, vervelent
C
gegamed, verveeld
D
gamend, verveeld

Slide 18 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in: kies vd of od.
De minister heeft ___ (stotteren) veel ___ (beloven).
A
gestottert, belooft
B
stotterent, belovent
C
stotterend, beloofd
D
stotterend, belooft

Slide 19 - Quizvraag

Aan de slag!
*Wat: Maak de opdrachten van H4 voltooid en onvoltooid deelwoord p.132, 133
*Hoe: Zelfstandig in stilte!
*Hulp: Theorie blz. 132 en/of je hand opsteken
*Tijd:10 min
 Klaar? 
Lezen uit je leesboek
timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
Woensdag 27 oktober 2021
H4 Spelling werkwoorden opdracht 1 t/m 5 af!


Slide 21 - Tekstslide