1e herhaling SoPav - P4

SoPav onderwerpen 
periode 1,2,3
geheugen even opfrissen
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SoPavMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

SoPav onderwerpen 
periode 1,2,3
geheugen even opfrissen

Slide 1 - Tekstslide

Vooroordelen
  • Wat bedoelen we precies?

Slide 2 - Tekstslide

Vooroordelen
  • een mening die niet op feiten is gebasseerd
  • je oordeelt zonder dat je er van te voren veel van weet
  • vooroordelen kunnen leiden naar discriminatie

Slide 3 - Tekstslide

Waarom hebben we vooroordelen?


Vooroordelen hebben we allemaal.


Dat is niet erg. Als je je dat maar beseft.


Blijf open voor anderen en wees je bewust:

Je kan het ook fout hebben.




Slide 4 - Tekstslide

Gesprekstechnieken
Noem eens een gesprekstechniek?

Slide 5 - Tekstslide

Gesprekstechnieken
Herhalen gesprekstechniek LSD en open vragen

- Wat bedoelen we met de term LSD?
- Waarom is samenvatten belangrijk?
- Hoe stel je een open vraag?
- Luisteren -> hoe weet je dat iemand naar je luistert?


Slide 6 - Tekstslide

 REFERENTIEKADER

Wat bedoelen we hiermee?

Slide 7 - Tekstslide

weet je nog REFERENTIEKADER...

Wat is diversiteit? 

Slide 8 - Tekstslide

weet je nog REFERENTIEKADER...
Diversiteit =
Verschil tussen mensen
Diversiteit in bijvoorbeeld:
- Achtergrond
- Interesse 
- Behoeftes
- Geloofsovertuiging

Slide 9 - Tekstslide

Drie factoren die ons referentiekader beïnvloeden
1. Onze voorgeschiedenis 
2. Ons zelfbeeld, hoe we naar ons zelf kijken
3. Onze verwachtingen.

- Wat denk je dat je van iemand moet weten om zich goed in hem/ haar te kunnen inleven?
- Op welke manier kan je meer te weten komen over het referentiekader van bijvoorbeeld je toekomstige college op je stage adres?


Slide 10 - Tekstslide

weet je nog REFERENTIEKADER...
Wat zijn waarden en normen?

Slide 11 - Tekstslide

weet je nog REFERENTIEKADER...
Waarden: Dit zijn ideeën wat goed gedrag en minder goed gedrag is.
Normen: Regels voor gedrag die vanuit waarden ontstaan

Voorbeelden?

Slide 12 - Tekstslide

weet je nog REFERENTIEKADER...
Norm: Als de trein aankomt, wacht je even tot de mensen uitgestapt zijn, alvorens zelf in te stappen.
Waarde: Geduld
Norm: Als je in- en uit de lift stapt, groet je netjes de anderen in de lift.
Waarde: Vriendelijkheid, Beleefdheid
Norm: Als iemand achter je in de rij voor de kassa maar één artikel wil afrekenen, terwijl jij een hele kar vol hebt, vraag je of die persoon even voor wilt.
Waarde: Vriendelijkheid
Norm: In een rij wacht je netjes tot je aan de beurt bent.
Waarde: Geduld, Respect

Slide 13 - Tekstslide

SAMENWERKEN
Wat bedoelen we met
- respect?
- empathie?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

ASSERTIVITEIT
Wat verstaan we onder assertiviteit?

Slide 16 - Tekstslide

Assertiviteit 
Je reageert op een rustige, respectvolle wijze op de ander, waarbij je duidelijk je eigen belangen en behoeften aangeeft.


Je komt op voor jezelf zonder de ander te ontkennen of te schaden of te kwetsen

Slide 17 - Tekstslide

Waarom assertief? 

Slide 18 - Tekstslide

Assertief reageren
- Laat duidelijk en rustig horen wat je wilt of niet wilt
- Gebruik de ik-vorm
- Geef aan waarom je iets wilt of niet wilt. (eventueel)
- Geef suggesties voor een oplossing of zoek samen
- Houd het kort

Slide 19 - Tekstslide

Dilemma's die jij kunt voelen
Grens stellen en .....
  • Aardig gevonden willen worden.
  • De ander geen pijn willen doen.
  • Twijfelen of jij het wel juist hebt.
  • Angst om het contact te verliezen.
  • Angst voor je baan of negatieve beoordeling. 

Slide 20 - Tekstslide

REFLECTEREN



Wat bedoelen we met reflecteren? 

Slide 21 - Tekstslide

REFLECTEREN
= kritisch kijken naar je eigen handelen
HOE?
-> Door je zelf vragen hierover te stellen. 

GEVOLG
Bewustwording van je keuze en /of de effecten van jouw gedrag op dat van een ander. Je leert veel over jezelf.

Slide 22 - Tekstslide

HELICOPTERVIEW
wat je deed
wat je vertelde
wat je vond
wat je dacht
wat je voelde

Slide 23 - Tekstslide

Waarom = REFLECTEREN belangrijk?

Slide 24 - Tekstslide

REFLECTEREN is… jezelf leren kennen

Slide 25 - Tekstslide

STARR-reflectie 
Situatie
Taak
Actie
Resultaat
Reflectie


Een STARR gaat meestal over één situatie (waar je van baalt of waar je trots op bent)

Slide 26 - Tekstslide

Waarnemen | interpretatie
Wat  bedoelen we hiermee? Wat is het verschil?

Slide 27 - Tekstslide

Definities
Een waarneming is iets wat een camera kan opnemen of een microfoon kan registreren (feitelijk). 
Een interpretatie is een persoonlijk, beredeneerd oordeel van die waarneming. (wikipedia)

Slide 28 - Tekstslide

Onze zintuigen
Gezichtszintuig ligt in de ogen
Gehoorzintuig ligt in de oren
Smaakzintuig ligt in de tong
Reukzintuig ligt in de neus
Koudezintuig, warmtezintuig, drukzintuig, tastzintuig liggen in de huid

Slide 29 - Tekstslide

Waarnemen van gedrag
1. Wat iemand zegt (=verbale communicatie) ;
2. Hoe iemand iets zegt (=intonatie);
3. De gezichtsuitdrukking daarbij (=mimiek);
4. De lichaamshouding (2 t/m 4 = non-verbale communicatie).

Slide 30 - Tekstslide

OPDRACHT

Slide 31 - Tekstslide