Rust en slaap

RUST EN SLAAP...
1 / 93
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 5

In deze les zitten 93 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

RUST EN SLAAP...

Slide 1 - Tekstslide

Wat verstaan we onder rusten:
= een vorm van ontspanning zonder lichamelijk ongemak of psychische spanning.

Slide 2 - Tekstslide

Wat verstaan we onder slapen:
= een toestand van verlaagd bewustzijn waaruit men op elk moment kan gewekt worden.

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel uur per nacht slaap jij?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveelheid slaap:
  • verschilt van persoon
  • verschilt van leeftijd

Slide 5 - Tekstslide

  • Zuigeling: 20 uur per dag
  • Kleuters en peuters: ongeveer 14 uur per dag
  • Schoolkinderen: 10 tot 12 uur per dag
  • Volwassenen: 7 tot 9 uur per dag
  • Bejaarden: 5 tot 6 uur per dag

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaken van slapeloosheid:
  • overbelasting/stress
  • emoties
  • zorgen
  • angst
  • pijn
  • medicatie
  • cafeïne 

Slide 7 - Tekstslide

Voorwaarden voor een goede rust & slaap

  • goed bed, goede matras, goed verluchte kamer (18°C)
  • na 18u geen zware maaltijd en gebruik van koffie, cola, ...
  • korte wandeling voor het slapengaan
  • naar bed gaan mag geen straf zijn voor kinderen
  • zet na het slapen je raam open voor een goede verluchting/ventilatie van je slaapkamer

Slide 8 - Tekstslide

  • als een kind angstig is: geruststellen en evt. lichtje laten branden of verhaaltje voorlezen
  • geen lawaai in de omgeving
  • goede houding in bed 

Slide 9 - Tekstslide

Waar gaan we opletten bij het inrichten van de kinderkamer?
  1. de grootte van de kamer: ruime kamer
  2. de juiste verlichting
  3. de verwarming (18°C = ideale kamertemperatuur)
  4. de vochtigheidsgraad (regelmatig kamer verluchten)
  5. vloeren & muren: die geen stof opnemen en goed te reinigen zijn, rustige kleuren
  6. een veilig kinderbedje

Slide 10 - Tekstslide

Taak: 
Aan welke eisen moet een veilig kinderbedje voldoen?
Zoek op de website van Kind en Gezin

Zie: Google Classroom 

Slide 11 - Tekstslide

Slapeloosheid bij kinderen:
Oorzaken:
  1. pijn en/of ziekte (doorkomen tandjes, oorontsteking, reflux)
  2. angst (scheidingsangst, angst voor het donker)
  3. opwinding (1ste schooldag, verjaardag, feestdagen)
  4. andere oorzaken (lawaai, onweer, ...)

Slide 12 - Tekstslide

Waar gaan we rekening mee houding bij de inrichting van de kamer van de bejaarde zorgvrager?

  1. gepaste en voldoende verluchting
  2. juiste vochtigheidsgraad (geen te droge lucht)
  3. bloemen en planten (liefst geen groene planten tijdens de nacht)
  4. netheid van de kamer

Slide 13 - Tekstslide

Tips om de slaap bij kinderen te bevorderen:
  • zorg voor een slaapritueel
  • zorg voor een vrije neus
  • zorg voor aangepaste luchtvochtigheid en kamertemperatuur 
  • geen zware maaltijd voor het slapengaan
  • straf het kind nooit met naar bed gaan
  • oorzaak achterhalen van slecht slapen 

Slide 14 - Tekstslide

Slaapstoornissen bij kinderen
Oorzaken:
  1. pijn en/of ziekten (tandjes die doorkomen, oorontsteking, reflux, ...)
  2. angst (scheidingsangst, angst voor het donker)
  3. opwinding (1ste schooldag, verjaardag, kerstmis, ...)
  4. andere oorzaken (lawaai, onweer, wind, regen, ...)

Slide 15 - Tekstslide

Tips om de slaap te bevorderen bij kinderen:
  • zorg voor slaapritueel
  • zorg voor een vrij neusje
  • zorg voor aangepaste luchtvochtigheid en kamertemperatuur
  • geen zware maaltijd voor het slapengaan
  • ga na wat de oorzaak is van het slecht slapen
  • straf nooit met naar bed gaan 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe moet de verzorgende hygiënisch te werk gaan bij de bedopmaak?
  1. voorzie steeds een linnenmand of linnenemmer
  2. het bedlinnen voorzichtig afhalen om verplaatsing van stof -en micro-organismen te vermijden
  3. geen bed opmaken tijdens wondverzorging of tijdens de maaltijd van de zorgvrager
  4. leg het vuile linnen NOOIT op de grond maar onmiddellijk in de linnenemmer 

Slide 17 - Tekstslide

Waar gaan we als verzorgende op letten bij de bedopmaak?
  • onderlaag moet droog en glad (zonder plooien) zijn
  • neem alle onderdelen met beide handen vast (ergonomie)
  • werk niet met gekruiste armen
  • werk op juiste hoogte en maak voldoende ruimte vrij rond het bed 

Slide 18 - Tekstslide

Richtlijnen om vlot te werken:
  • verzorgenden staan tegenover elkaar en werken tegelijk
  • linnen met beide handen vastnemen
  • niet zwaaien met het linnen
  • bevuild linnen niet op de grond of op een tafel leggen
  • bevuild naar binnen plooien
  • doe het bevuild linnen onmiddellijk in de linnenzak
  • heb oog voor het fysiek, psychisch en sociaal welzijn van de zorgvrager! 

Slide 19 - Tekstslide

Ga naar Scoodle: digitale leerpaden zorg
  • Leerpad: hoe zorg je voor een goede slaap -en rustroutine in functie van de gezondheidsbevordering?
  • Maak de oefeningen van voorkennis
  • Lees de casus en beantwoord de vragen

Slide 20 - Tekstslide

Cursus kinderbegeleider pagina 226

Slide 21 - Tekstslide

slaap en rust in de kinderopvang

Slide 22 - Tekstslide

2

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Waarom is voldoende slaap voor een kind belangrijk?
  • groei & herstel: het groeihormoon wordt afgescheiden + lichaam komt tot rust en op kracht
  • mentaal welzijn & cognitieve functies: de kinderen verwerken de indrukken, gebeurtenissen en informatie van de dag
  • verhoogde weerstand: bij slaaptekort verzwakt het afweersysteem en wordt het kind sneller ziek 

Slide 25 - Tekstslide

Hoeveel slaapt een kind?
  • Pasgeboren baby: tussen 16 tot 20 uur/dag: slaap wordt onderbroken voor voeding en verluieren.
  • Baby 6 maanden: slaapt 's nachts 6 tot 8 uur
  • Peuter: 's nachts tussen 10 tot 12 uur + middagdutje van 2 uur
  • Kleuter: 's nachts tussen 10 tot 12 uur + wel of geen middagdutje

Slide 26 - Tekstslide

Tips voor organiseren van slaapmomenten:
  • Kinderen houden van structuur: elk kind heeft zijn eigen slaapritueel (bespreek dit met de ouders!)
  • Wees waakzaam voor de signalen die het kind geeft 
  • Haal een kind niet direct uit bed als het huilt
  • Een plotse gebeurtenis kan de slaap van het kind verstoren (hou daar rekening mee)

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

01:39
Kinderbedjes staan best dicht bij elkaar
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

01:40
Wat kan een alternatief zijn in plaats van losse dekens?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Link

Slaapruimte

Slide 32 - Tekstslide

Voorwaarden goede slaapruimte in het KDV

  • geef elk kindje een vaste slaapplaats
  • zorg voor aangepast licht en temperatuur
  • zorg voor een babyfoon met camera of ga af en toe eens kijken
  • zorg voor een rustige omgeving
  • zorg dat je de slaapruimte kan verluchten 

Slide 33 - Tekstslide

Hoe is de slaapruimte op jullie stageplaats ingericht?

Slide 34 - Woordweb

Aandachtspunten slapen voor baby's

Zie cursus pag. 228

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Het kan ook anders!
Buiten slapen in de kinderopvang? 

Slide 37 - Tekstslide

Oefening
Maak in Scoodle oefening 1A, 1B, 1C & 1D

Slide 38 - Tekstslide

Een gezond slaap -en rustpatroon


Werkveldgids pagina 219 tot pagina 222

Slide 39 - Tekstslide

Hoeveel slaap je nodig hebt hangt af van verschillende factoren:
  • individuele verschillen (hangt af van persoon tot persoon)
  • je leeftijd
  • het moment dat je gaat inslapen (biologische klok)
  • kwaliteit van de slaap 

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht: slaap jij genoeg?
Beantwoord de vragen met 'ja' of 'neen'.
  1. Heb je ’s morgens een luid alarm nodig om op te staan?
  2. Raak je ’s morgens maar moeilijk uit je bed?
  3. Slaap je in het weekend langer dan tijdens de week?
  4. Slaap je meer tijdens de vakantie?
  5. Verlies je snel je aandacht bij routinetaken?
  6. Val je vaak in slaap als je dat eigenlijk niet wilt?
  7. Maakt lezen je slaperig?
  8. Dommel je vaak in voor de tv?
  9. Val je soms in slaap op de bus of trein?
  10. Krijg je het moeilijk na de lunch, word je dan slaperig?
  11. Heb je soms moeite om tijdens de les wakker te blijven?
  12. Als je geen alarm laat afgaan, slaap je dan spontaan tot na tien uur?

Slide 41 - Tekstslide

Jouw resultaat.
  • Vier of minder keer ‘ja’: niets aan de hand. Je slaapt als een roos.
  • Vijf tot zes keer ‘ja’: meestal slaap je voldoende, maar je durft weleens te zondigen.
  • Zeven tot acht keer ‘ja’: het slaaptekort kan je dagelijks functioneren verstoren. Let op kleine fouten en een gebrek aan concentratie.
  • Negen tot tien keer ‘ja’: je zou beter wat vaker en langer uitslapen. Pas op voor zware fouten, onhandigheid, vergeetachtigheid en depressie.
  • Elk tot twaalf keer ‘ja’: je lijdt aan een chronische slaapstoornis. Zoek professionele hulp.

Slide 42 - Tekstslide

De slaap bestaat uit 5 fasen.
Slaapcyclus = 90 minuten
  • Fase 1 t.e.m. fase 4 = NREM-slaap (non-rapid eye movement of geen snelle oogbeweging).
  • Fase 5 = REM-slaap (rapid eye movement of snelle oogbeweging).
NREM-slaap: 80 minuten
REM-slaap: 10 minuten

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

De slaap bestaat uit verschillende periodes. Hoeveel periodes zijn er?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 53 - Quizvraag

Fase 1 = inslaapfase.
Fase 2 = lichte slaap.
Duurt 1 of 3 min.
Je voelt je wat doezelig.
Gevoel in een diepe put te vallen.
Je wordt makkelijk wakker.
Wakker geworden - gevoel nog niet te hebben geslapen.
Duurt iets minder dan 1u. 

Slide 54 - Sleepvraag

Fase 3 = diepe slaap.
Fase 4 = diepste of zeer diepe slaap.
Fase 5 = REM-slaap = droom-slaap.
Na 30 min.
AH wordt regelmatiger, hartritme daalt, spieren zijn ontspannen.
Moeilijk te wekken.
Indien wakker: verward, gedesoriënteerd.
Ogen flitsen heen en weer.
Grote hersenactiviteit.
Spieren zijn ontspannen.
Slaapwandelen.

Slide 55 - Sleepvraag

Gevolgen van slaaptekort:
  • geheugen, concentratie en reactiesnelheid wordt aangetast
  • minder energie en mindere prestaties school/werk
  • invloed op emoties
  • fysieke gezondheid wordt aangetast 

Slide 56 - Tekstslide

Signalen van slaaptekort:

  • geeuwen
  • geïrriteerde ogen
  • concentratieproblemen 

Slide 57 - Tekstslide

Tips voor een gezond slaappatroon:
  • ga slapen en sta op telkens op hetzelfde uur
  • hou rekening met je biologische klok
  • vermijd blauw licht voor het slapengaan
  • zorg voor een goede slaaphygiëne
  • zorg voor een slaapritueel en een goede slaapomgeving 

Slide 58 - Tekstslide

Welke symptomen kan je vertonen bij slaaptekort?
A
Geheugen werkt minder goed
B
Hoofdpijn
C
Je concentratie gaat achteruit
D
alle andere antwoorden zijn correct

Slide 59 - Quizvraag

Hoelang duurt een slaapcyclus ongeveer?
A
70 min.
B
110 min.
C
90 min.
D
125 min.

Slide 60 - Quizvraag

Maak in Scoodle de oefeningen van gezond slaap - en rustpatroon.

Toets op 22-01-2024 (zie schoolagenda)

Slide 61 - Tekstslide

Wiegendood?

Slide 62 - Woordweb

pagina 256

Slide 63 - Tekstslide

Wiegendood = SIDS
Wiegendood is het plots en onverwacht overlijden van een kind dat ogenschijnlijk gezond was en bij wie geen lichamelijke afwijking kon worden vastgesteld die het overlijden zou kunnen verklaren.

Slide 64 - Tekstslide

Hoeveel kinderen sterven per jaar
in België aan wiegendood?

Slide 65 - Woordweb

Gemiddeld sterven in België 15 kinderen per jaar aan wiegendood.

Slide 66 - Tekstslide

Slide 67 - Tekstslide

Slide 68 - Video

Wiegendood: wat is dat? 
Het onverwachts overlijden van  kinderen tussen de 0 en 18 maanden in hun slaap, terwijl ze verder gezond lijken. 

In België sterven nog altijd gemiddeld één baby per maand aan wiegendood, ondanks alle preventie maatregelen. 

Er zijn beïnvloedende factoren die de kans op wiegendood verhogen. 

Slide 69 - Tekstslide

Wiegendood
Wiegendood gaat voornamelijk over de preventie, het voorkomen dat er een kindje sterft. 

Er zijn reeds heel wat maatregelen genomen in het verleden door K&G. Daarom is het aantal sterfgevallen al heel sterk gedaald de laatste 30 jaar.

Nog steeds zien we dat toekomstige ouders nog beter moeten en kunnen ingelicht worden over de gevaren van wiegendood.

Slide 70 - Tekstslide

Preventie wiegendood
  • Ruglig
  • Vrij gezicht  
  • Slaapzak aangepast aan de omgeving ( TOG -waarde)
  • Correcte opmaak van het babybed ( zie einde presentatie) 
  • Passende formaat van matras, liefst nieuw bij iedere baby
  • Wieg of bedje met spijlen op correcte afstand ( 4.5-6.5 cm)
  • Geen bedomranding, geen hoofdkussen
  • Correcte temperatuur : kledij, omgeving en bedmateriaal
  • Slapen in een goed geventileerde ruimte 

Slide 71 - Tekstslide

Slide 72 - Tekstslide

Preventie wiegendood
  • Niet roken in de buurt van de baby
  • Geen geneesmiddelen toedienen zonder advies van de kinderarts
  • Geen knuffels of mobiel  in bed 
  • Geen fopspeenketting in bed
  • In de buurt van je kindje blijven ( cfr slapen in de kinderopvang) 
  • Slapen in eigen bed tot 6 maanden in de kamer van de ouders
  • Opletten met huisdieren
  • Zorg voor rust en regelmaat: respecteer het slaapritme van je baby

Slide 73 - Tekstslide

Extra beïnvloedende factoren
  • Prematuren : te vroeg geboren kindjes lopen hoger risico 

  • Baby's met hartritmestoornissen, (verborgen) reflux, metabole of stofwisselingsstoornissen, ...

  • Baby's die ziek zijn : bacteriële en virale infecties, luchtwegeninfecties, ...

Slide 74 - Tekstslide

Slide 75 - Link

Waarom kan een autopsie na wiegendood bij ouders gevoelig liggen?

Slide 76 - Woordweb

Slaaponderzoek 
Een onderzoek terwijl de baby  één nacht slaapt in het ziekenhuis. Controle van hartritme, ademhaling, hersen-, oog- en spieractiviteit, zuurstof in het bloed. 

Wordt niet meer aanbevolen omwille van : 
  • Momentopname: sluit geen risico uit
  • Betere monitoring van prematuren tijdens ziekenhuisverblijf

Slide 77 - Tekstslide

Wanneer wordt het onderzoek wél nog uitgevoerd? 
  • Als de ouders plots opmerken dat hun baby bleek, grauw of slap aangetroffen wordt in het wiegje.

  • Als de baby meermaals moeilijk wakker wordt.

  • Als de baby vaak overmatig zweet.

Slide 78 - Tekstslide

Als er een verhoogd risico aangetoond wordt tijdens het onderzoek, krijgt de baby een monitor mee naar huis om de ademhaling en hartslag continu te controleren. Deze monitor gaat in alarm bij een afwijking van één van beide parameters. Het geheugen van de monitor wordt regelmatig uitgelezen en de monitor blijft behouden zolang het risico aanwezig is. 

Slide 79 - Tekstslide

Even 
Herhalen...

Slide 80 - Tekstslide

Waarom gebruiken we geen/wel een donsdeken voor baby's ?
A
Omdat een donsdeken te strak zit.
B
De baby kan onder het donsdeken wegglijden.
C
Omdat het niet warm is.
D
Klopt niet, we gebruiken dit wel.

Slide 81 - Quizvraag

Een pasgeboren baby slaapt gemiddeld...
A
Een hele dag
B
Een halve dag
C
15 u
D
Rond de 20 u of meer

Slide 82 - Quizvraag

De beste manier om een baby te slapen te leggen is...
A
Op de buik
B
Op de rug
C
Op de zij
D
Op de rug of de zij

Slide 83 - Quizvraag

Waarom gebruik je beter geen bed omranding ?
A
Omdat het kind daarin kan stikken.
B
Omdat je het kindje niet goed kan zien.
C
Dat mag wel.

Slide 84 - Quizvraag

Is het slapen in bed bij de ouders oké?
A
Neen, want de baby kan uit bed vallen.
B
Nee, ouders kunnen op het kindje rollen in hun slaap
C
Neen, want het kindje kan stikken onder het dekbed
D
Ja, dan moet je 's nachts niet opstaan.

Slide 85 - Quizvraag

Mag je een warmwater kruik of kersenpit bij een pasgeborene leggen?
A
Ja, dat is lekker warm.
B
Neen, dat is té warm.
C
Neen, baby's kunnen hun temperatuur niet goed regelen.

Slide 86 - Quizvraag

De ideale kamertemperatuur voor een baby is 20 graden overdag en 's nachts 16 graden.
A
Correct
B
Niet correct
C
16 graden 's nachts is veel te koud
D
20 graden overdag is veel te koud

Slide 87 - Quizvraag

Slide 88 - Video

Slide 89 - Video

Slide 90 - Link

Waarom is het een goed idee om het kind zelf een verhaaltje te laten kiezen?

Slide 91 - Open vraag

Bedenk en noteer zelf een slaapritueel voor een baby van 6 maand.

Slide 92 - Open vraag

Slide 93 - Tekstslide