meedenken H5
1 / 10
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent absolutisme?
A
hervormer
B
goddelijke heer
C
alleenheerschappij
D
goddelijk recht
Slide 2 - Quizvraag
Welke verbetering voerde Lodewijck XIV uit t.a.v. het leger?
A
Hij keek naar kwaliteit i.p.v. afkomst
B
Hij stelde hoge adellijke heren aan
C
Hij stelde ambtenaren aan
D
Hij leerde ze betere gevechtstechnieken
Slide 3 - Quizvraag
Waarom liet lodewijck XIV zo'n groot paleis bouwen?
A
hij wilde macht uitstralen
B
hij had een grote familie die bij hem woonde
C
hij liet de adel een half jaar aan zijn hof wonen
D
hij wilde laten zien hoe rijk hij was
Slide 4 - Quizvraag
Wat houdt mercantilisme in?
A
goud en zilver kapen
B
goud en zilver verkrijgen door opstand
C
goud en zilver verkrijgen door belastingverhoging
D
goud en zilver verkrijgen door grotere export dan import heffingen
Slide 5 - Quizvraag
wat verstaan we onder het droit divin?
A
paus is plaatsvervanger van god op aarde
B
koning is plaatsvervanger van god op aarde
C
de vorst is de belangrijkste persoon op aarde
D
de paus is de belangrijkste man op aarde
Slide 6 - Quizvraag
regenten
burgercultuur
Hofcultuur
streven van vorsten naar absolutisme
De bijzondere positie van de republiek in cultureel opzicht
de bijzondere positie van de Republiek in economisch opzicht
Slide 7 - Sleepvraag
Naar wie is de Russische stad st. Petersburg vernoemd?
Slide 8 - Open vraag
Wie waren de baas in de Republiek?
Slide 9 - Open vraag
Wat was de bijnaam van Lodewijck XIV
