H9 samenvatting

H9/H7 formules en vergelijkingen
"Dit hoofdstuk is superbelangrijk! 
Zorg dat je dit hoofdstuk goed begrijpt.
HV: Pak voor je blz. 114
HW controle (§9.5 / §7.5)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H9/H7 formules en vergelijkingen
"Dit hoofdstuk is superbelangrijk! 
Zorg dat je dit hoofdstuk goed begrijpt.
HV: Pak voor je blz. 114
HW controle (§9.5 / §7.5)

Slide 1 - Tekstslide

§ 1 
Je kunt formules korter maken

Slide 2 - Tekstslide

je hebt geleerd dat :
  • woorden vervangen moeten worden door letters
  • het keer-teken weggelaten moet worden
  • een getal voor de letter moet komen te staan
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1
b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 3 - Tekstslide

Maak de volgende woordformule zo kort mogelijk:
aantal maanden x 1,50 - 30 = winst
A
a x 1,5 - 30 = w
B
50a - 30 = w
C
w = a1,50 - 30
D
w = -30 + 1,5a

Slide 4 - Quizvraag

Welke van de vier formules is niet gelijk aan:
w = 16 - 4a


A
16 - 4a = w
B
-4a + 16 = w
C
w = 4a - 16
D
w = -4a + 16

Slide 5 - Quizvraag

gebruiken van x en y
in de wiskunde gebruiken we vaak een x  en een y in een formule.  
de x staat voor invoer
de y staat voor uitkomst
b = 3 + 4a 
y = 3 + 4x



Slide 6 - Tekstslide

§2 

je weet wat termen en variabelen zijn
je weet dat je gelijksoortige termen samen kunt nemen
je kunt formules vereenvoudigen

Slide 7 - Tekstslide

termen en variabelen

termen zijn stukje die je bij elkaar optelt of van elkaar afhaalt.

variabelen zijn letter die steeds veranderen (veranderlijke)
b = 3 + 4a

3 en 4a 



a en b

Slide 8 - Tekstslide

gelijksoortige termen mag je samennemen




formule vereenvoudigen
3a + 4a = 7a
6b - 2b = 4b
10c-c= 9c, want eigenlijk staat hier 
10c - 1c 
3a + 7 kun je niet samennemen

-8+ 4e -2 -3e= k
-8 -2 + 4e -3e = k
-10 -1e = k
-10 -e= k

Slide 9 - Tekstslide

Vereenvoudig de volgende formule:
y = x + 3x -5 + 7
A
y = 3x -13
B
y= 4x -13
C
y = 4x +2
D
y = 6x

Slide 10 - Quizvraag

§3
je weet hoe je de uitkomst berekent bij een formule 
en 
dit goed weet te noteren

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

bereken l als m is 5
berekening (zo schrijf je het op in je schrift)

l = 4m + 11
l= 4x5 + 11
l= 20 + 11
l= 31

Slide 13 - Tekstslide

Bereken y als x= 7.
De formule is y= 24 - 3x
Schrijf je berekening op

Slide 14 - Open vraag

Bereken y als x= -2
De formule is
y= 15 +3( 5-x)

Slide 15 - Open vraag

§4
  • je weet wat een vergelijking is
  • je kunt bij een probleem een vergelijking opschrijven
  • je kunt een vergelijking oplossen

Slide 16 - Tekstslide

verschil tussen formule en vergelijking
 bij een formule heb je 2 variabelen (invoer en uitkomst zijn onbekend)
3x + 6 = y              FORMULE
 bij een vergelijking weet je de uitkomst en ben je op zoek naar de invoer
3x + 6 = 15              VERGELIJKING

Slide 17 - Tekstslide

vergelijking opschrijven bij een probleem
Je gaat met een taxi naar de bioscoop. Hoeveel je moet betalen kun je berekenen met de volgende formule:
6 + 3a = b
 (a is de afstand in km, b is het bedrag in euro’s)

Je moet voor een rit €37,50 betalen.
Welke vergelijking hoort hierbij?

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf de vergelijking hieronder op:

Slide 19 - Open vraag

§5
je kunt een vergelijking oplossen met de bordjesmethode

Slide 20 - Tekstslide

bordjesmethode
30- 4a = 18
30 - 4a = 18 
4a = 12
a = 3
controle:  30 - 4x3 = 30 - 12 = 18. klopt!
Let op: leg het bordje 
NIET op het minteken!

Slide 21 - Tekstslide

los de volgende vergelijking op:  7 +  3a = 46
7 + 3a = 46
3a = 39
a =13

Slide 22 - Tekstslide

vergelijking oplossen, maar eerst vereenvoudigen
2a + 3a + 10 - 7 = 23
5a + 3 = 23
5a = 20
a= 4

Slide 23 - Tekstslide

Los de volgende vergelijking op:
5a - 10 = 35
A
5a = 25 a= 5
B
5a = -45 a = -9
C
5a =.45 a= 40
D
5a = 45 a = 9

Slide 24 - Quizvraag

Los de volgende vergelijking op:
10 + 5a -8 -3a = 3

Slide 25 - Open vraag

Ik begrijp alles en kan het nu zelf.
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

HV: maken gemengde opdracht, blz. 114

TL: maken Samenvatting, blz. 30-35

Slide 27 - Tekstslide

Ik wil graag uitleg over .... van hoofdstuk 9

Slide 28 - Open vraag

Ga nu maken :


HV: §9.6 Gemengde Opdrachten (blz. 114 - 115)
Klaar? maak de Samenvatting (blz. 116 - 121) 
TL: maken Samenvatting op blz. 30 - 35

Slide 29 - Tekstslide

Kijk test jezelf na!
Zijn er opvallende fouten bij? Welke?

Slide 30 - Open vraag

Maak daarna
§10.6:  40, 41 acef, 42, 43, 44, 45.

Slide 31 - Tekstslide