“Samuel Courtauld was voor sociale hervorming. Toch was hij tegen de Fabriekswet van 1833, met als argument: wetgeving die zich bemoeit met de bedrijfsvoering van fabrieken is altijd slecht, omdat ze vernieuwingen tegenhoudt en de productiekosten verhoogt. Als het parlement al met wetgeving wilde komen, dan moest het zich beperken tot het beschermen van kinderen onder de tien jaar. Wetgeving was volgens Courtauld alleen aanvaardbaar als aangetoond kon worden dat kinderen slecht werden behandeld, maar dit was in de zijde-industrie niet het geval. 'Geen enkel kind in de buurt', zo meende hij, 'is zo gezond als de kinderen in de fabrieken.”