historische vaardigheden

Historische vaardigheden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare school

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Historische vaardigheden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je weet het verschil tussen subjectief en objectief

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een feit?
A
Iets dat zo is en waar je niets aan kan veranderen.
B
Iets wat jij vindt.
C
Iets wat niet kan.
D
Iets waar je niet aan mag twijfelen.

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een mening?
A
Iets wat jij vindt.
B
Iets wat zo is en niet veranderd kan worden.
C
Iets waar je naar moet luisteren.
D
Een belangrijke les die je leert.

Slide 4 - Quizvraag

Feit en Mening
Feit:
-Echt gebeurd
-kan gecontroleerd worden
Mening:
-wat iemand zelf vind
-kan niet gecontroleerd worden

Slide 5 - Tekstslide

feit en mening,
wat klopt?
A
een mening kun je niet bewijzen.
B
Bij een feit kan iedereen vaststellen dat het (altijd) klopt of iets echt gebeurd is.
C
Als iedereen dezelfde mening heeft is het een feit.
D
In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.

Slide 6 - Quizvraag

.

  • Wie heeft de afbeelding gemaakt?
  • schrijver kiest een kant
  • geschreven op basis van een mening
.

  • wie heeft de afbeelding gemaakt?
  • schrijver kiest geen kant 
  • neutraal
  • feitelijke weergave 
subjectief 
objectief 

Slide 7 - Tekstslide

“Samuel Courtauld was voor sociale hervorming. Toch was hij tegen de Fabriekswet van 1833, met als argument: wetgeving die zich bemoeit met de bedrijfsvoering van fabrieken is altijd slecht, omdat ze vernieuwingen tegenhoudt en de productiekosten verhoogt. Als het parlement al met wetgeving wilde komen, dan moest het zich beperken tot het beschermen van kinderen onder de tien jaar. Wetgeving was volgens Courtauld alleen aanvaardbaar als aangetoond kon worden dat kinderen slecht werden behandeld, maar dit was in de zijde-industrie niet het geval. 'Geen enkel kind in de buurt', zo meende hij, 'is zo gezond als de kinderen in de fabrieken.”
“Samuel Courtauld was voor sociale hervorming. Toch was hij tegen de Fabriekswet van 1833, met als argument: wetgeving die zich bemoeit met de bedrijfsvoering van fabrieken is altijd slecht, omdat ze vernieuwingen tegenhoudt en de productiekosten verhoogt. Als het parlement al met wetgeving wilde komen, dan moest het zich beperken tot het beschermen van kinderen onder de tien jaar. Wetgeving was volgens Courtauld alleen aanvaardbaar als aangetoond kon worden dat kinderen slecht werden behandeld, maar dit was in de zijde-industrie niet het geval. 'Geen enkel kind in de buurt', zo meende hij, 'is zo gezond als de kinderen in de fabrieken.”
objectief of subjectief?

Slide 8 - Tekstslide




Toelichting: "Een houtsnede uit 1819 waarbij kinderen aan het werk te zien zijn"
Subjectief of objectief?

Slide 9 - Tekstslide



Toelichting: "Textielbaas waarschuwt zijn personeel."

Subjectief of objectief?

Slide 10 - Tekstslide