TH2 Lastige werkwoordsvormen - 2 lesuren

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je lastige werkwoorden goed spellen.

Planning van de les:
- theoriefilmpje + uitleg lastige werkwoorden
- oefeningen maken
-
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je lastige werkwoorden goed spellen.

Planning van de les:
- theoriefilmpje + uitleg lastige werkwoorden
- oefeningen maken
-

Slide 1 - Tekstslide

Drie verschillende werkwoorden
1. pv tegenwoordige tijd.
2. pv verleden tijd. 
3. voltooid deelwoord 

Slide 2 - Tekstslide

Filmpje NN

Slide 3 - Tekstslide

LASTIGE WERKWOORDEN
Van sommige werkwoorden klinkt de persoonsvorm tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord hetzelfde, MAAR je schrijft ze wel anders.

Slide 4 - Tekstslide

Ge-, be-, ont-, ver-, her- 
Woorden, die hiermee beginnen zijn lastig. 
bijvoorbeeld:
Jan verstuurt een bericht.
Jan heeft een bericht verstuurd.

Versturen - en = verstur --> r zit niet in  't ex-kofschip, dus verstuurd! Verlengproef --> verstuurde

Slide 5 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?        opdracht 1 en 2 bladzijde 116/117
Tijd?         10 minuten + bespreken?
Vraag?     steek je vinger op, ik kom je helpen
Klaar?      ga verder met opdracht 3, 4 en 5


timer
7:00

Slide 6 - Tekstslide

Fictie fragmenten
  • we lezen verschillende fragmenten
  • je noteert kort waar elk fragment over gaat
  • je geeft het fragment een aantal sterren
  •  uiteindelijk kies je je favoriete fragment
  • dat boek ga je helemaal lezen
  • afsluiten met een opdracht

Slide 7 - Tekstslide

Welkom!
Telefoons in telefoontas?

Pak je lesboek, schrift en pen er vast bij.

Slide 8 - Tekstslide

Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je lastige werkwoorden goed spellen.

Planning van de les:
- herhaling theorie
- oefeningen maken + bespreken
- fictie fragement

Slide 9 - Tekstslide

Ge-, be-, ont-, ver-, her- 
Woorden, die hiermee beginnen zijn lastig. 
bijvoorbeeld:
Jan verstuurt een bericht.
Jan heeft een bericht verstuurd.

Versturen - en = verstur --> r zit niet in  't ex-kofschip, dus verstuurd! Verlengproef --> verstuurde

Slide 10 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Wat?        opdracht 3 en 4 bladzijde 117
Tijd?         7 minuten + bespreken
Vraag?     steek je vinger op, ik kom je helpen
Klaar?      ga verder met De Brug op blz. 240
                   opdracht 7, 8, 9


timer
7:00

Slide 11 - Tekstslide