Leefomgeving: Hoofdstuk 3, paragraaf 1: Stad en platteland

Hoofdstuk 3: De wereld van de stad
  • Paragraaf 1: tegenstelling stad en platteland
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: De wereld van de stad
  • Paragraaf 1: tegenstelling stad en platteland

Slide 1 - Tekstslide

Omschrijf, kort en bondig, het begrip dorp.

Slide 2 - Open vraag

Omschrijf, kort en bondig, het begrip stad.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Nederland

- 80% bevolking woont in een stad;

- Kenmerken stad: hoge bevolkingsdichtheid, veel voorzieningen dichte bebouwing vaak in de hoogte.

- Kenmerken platteland: lage bevolkingsdichtheid, laagbouw en beperkte voorzieningen.

- Op platteland veel landbouw en natuur, in de stad vooral parken.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom vinden we juist in de steden veel hoogbouw?

Slide 6 - Open vraag

Adressendichtheid:
Gebruiken we om het mate 
van verstedelijking te meten. 
Minder dan 500 adressen in 
de omgeving noemen we 
het gebied landelijk.

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende soorten steden (grootte);

Agglomeratie: een stad met daaraan vastgegroeide (voor)steden en dorpen.


Slide 8 - Tekstslide

Verschillende soorten steden (grootte);
Stadsgewest: een stad of agglomeratie met daaromheen kleinere plaatsen die samen een functioneel geheel vormen.

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende soorten steden (grootte);
Stedelijk gebied: stadsgewesten die aan elkaar gegroeid zijn

Slide 10 - Tekstslide

Heerlen
Parkstad
Gemeente
Heerlen
Voerendaal
Randstad

Slide 11 - Sleepvraag

Naast adressendichtheid is er nog iets dat een stad/gebied groot maakt. Wat is dat?

Slide 12 - Woordweb

Groei van steden

De steden bleven groeien in omvang alsmede van inwoneraantal; hierdoor gingen de omringende dorpen van de stad aan de stad groeien; zo ontstonden er agglomeraties.


Agglomeraties en steden die bij elkaar liggen kunnen gebruik maken van dezelfde voorzieningen op één plek. Zo maken inwoners van de Parkstad Limburg gebruik van de voorzieningen van het ziekenhuis in Heerlen.


Slide 13 - Tekstslide

Sinds de industriële revolutie is er sprake van een urbanisatie (trek naar de stad). Waarom?

Slide 14 - Open vraag

Groei van steden

Er ontstaat hierdoor een gebied dat ruimtelijk gedeelte van elkaar gescheiden is, maar die wel gebruik maakt van voorzieningen in de centrale stad; zo'n gebied noemen we een stadsgewest. Parkstad Limburg is dus hier een voorbeeld van.


Als meerdere stadsgewesten aan elkaar groeien heet dit een stedelijk gebied. De Randstad, Zuid-Limburg, Twente, Brabant zijn de bekendste stedelijke gebieden.


Slide 15 - Tekstslide

Hoe heette het beleid vanaf 1945 tot 1985 waarmee de groei vanuit de stad 'gestuurd' werd?
A
1ste NOTA ruimtelijke ordening
B
2de NOTA ruimtelijke ordening
C
Besluit dispuut friet-patat
D
5de NOTA ruimtelijke orderning

Slide 16 - Quizvraag

Stedelijke gebieden groeien sneller dan perifere gebieden.

Slide 17 - Tekstslide

Gebieden die groeien


Randstad:

Groningen, Nijmegen, Eindhoven en Zwolle (vaak universiteitssteden).

Gebieden die krimpen


Noord-Groningen

Oost-Groningen

Zeeuws-Vlaanderen

Zuid - Limburg


Oftewel de perifere gebieden in Nederland

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Waarom zou je als jongere uit een dorp vertrekken?

Slide 20 - Woordweb

Vergrijzing van de dorpen

In veel dorpen neemt de bevolking af omdat jongeren en hoogopgeleiden wegtrekken naar de steden. Vooral jongeren die ergens anders gaan studeren keren vaak niet meer terug; wat overblijft zijn ouderen. Gevolg: vergrijzing en afnemende bevolkingsaantallen (er is bijna geen natuurlijke groei).

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Voorzieningen op het platteland

Door een afnemende bevolking neemt ook het aantal voorzieningen af. Vooral voorzieningen gebruikt door jongeren halen hun drempelwaarde niet meer (scholen, bioscopen, OV). Ook bedrijven hebben moeite met het invullen van vacatures.

Minder huishouden --> minder woonruimte --> leegstand en dalende grondprijzen.

Behoefte aan ander soort (kleinschalige) behuizing.

Slide 24 - Tekstslide

Wat hebben krimpgebieden nodig?

- Voorzieningen voor ouderen;

- Woningen voor ouderen;

- Door suburbanisatie in de buurt van grote steden ook ruime duurdere woningen met tuin;

- Tegengaan verdwijnen van voorzieningen door BMV (Brede maatschappelijke voorzieningen)

Wat hebben steden nodig?

- Groter aanbod van woningen voor alleenstaanden;

Dit door urbanisatie en toename aantal echtscheidingen en zelfstandig wonende jongeren.

Slide 25 - Tekstslide

De Einstein-telescoop

Slide 26 - Tekstslide