M4 Examenbundel paragraaf 2.1 t/m 2.4

M4 CSE
Examentraining
Begrijpend lezen paragraaf 2.1 t/m 2.4 (examenbundel)
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M4 CSE
Examentraining
Begrijpend lezen paragraaf 2.1 t/m 2.4 (examenbundel)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
Tekstsoorten
Leesstrategieën
Moeilijke woorden
Beeld en opmaak

Slide 2 - Tekstslide

Weektaak week 4

  • Theorie met oefenopgaven leesvaardigheid 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 4 - Tekstslide

Waar kun je
informatieve teksten
vinden?

Slide 5 - Woordweb

Informatieve teksten
  • artikelen uit kranten en populaire tijdschriften
  • alledaagse nieuws in de krant
  • standaardformulieren
  • schema's en schematische informatie
  • notities
  • teksten van internet met doorklikpunten 

Slide 6 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met instructieve teksten?

Slide 7 - Open vraag

Waar vind je
betogende teksten?

Slide 8 - Woordweb

Betogende teksten
  • artikelen uit kranten en populaire tijdschriften
  • reclameteksten
  • advertenties
  • folders

Slide 9 - Tekstslide

Op welke manieren
kun je lezen?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat doe je als je op je examen een moeilijk woord tegenkomt?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

'Het uitgaansgeweld neemt in grote steden door toezicht met camera's drastisch af. Auto-inbraken en vernielingen komen in sommige steden bijna niet meer voor.' Door welk woord kun je 'drastisch' vervangen?
A
flink
B
misschien
C
nauwelijks
D
waarschijnlijk

Slide 18 - Quizvraag

antwoord A
Als je het woord drastisch in de eerste zin niet kent, kun je de betekenis afleiden uit de tweede zin. Vui je flink in op de plaats van drastisch, dan klopt de tekst.
Drastisch = flink

Slide 19 - Tekstslide

'In Breda is het aantal auto-inbraken rond het station, sinds daar deze zomer 33 camera's zijn opgehangen, bijna tot nul gereduceerd.' Door welk woord kun je 'gereduceerd' vervangen?
A
vergroot
B
verkleind
C
vermenigvuldigd

Slide 20 - Quizvraag

Antwoord B
Uit de zin kun je afleiden dat het verkleind moet zijn, want met vergroot of vermenigvuldigd krijg je een heel vreemde uitspraak. Je hebt dus geen woordenboek nodig.

gereduceerd = verkleind

Slide 21 - Tekstslide

'Hij heeft de deskundigen gevraagd eens te kijken of het helpt als mensen anoniem aangifte kunnen doen van iets wat niet door de beugel kan. Hij denkt dat mensen iets bij de politie durven aan te geven, als ze hun naam niet hoeven te noemen.' Welke omschrijving past het best bij het woordje 'anoniem'?
A
zonder naam van de dader te noemen
B
zonder de telefoon te gebruiken
C
zonder een formulier in te vullen
D
zonder je eigen naam te noemen

Slide 22 - Quizvraag

Antwoord D
De gedachte is: misschien helpt het als mensen 'anoniem' aangifte kunnen doen. Met andere woorden: 'als ze hun naam niet hoeven te noemen'.

anoniem =  naamloos/zonder naam

Slide 23 - Tekstslide

Waar wordt het beeld en de opmaak van de tekst door bepaald? (meer antwoorden mogelijk)
A
titel, tussenkopjes
B
illustraties
C
lettertypes
D
tekst- en alinea-indeling

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met 'KOP'?
A
hoofd
B
titel
C
tussenkopje
D
baas

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de functie van de titel?
A
duidelijk maken waar de tekst over gaat
B
aandacht trekken
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Wat is de functie van een tussenkopje?
A
houvast bij het lezen
B
structuur
C
handig bij globaal en zoekend lezen
D
amusant

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Wat zijn illustraties?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Een afbeelding in een advertentie kan verschillende functies hebben.
1. De afbeelding dient om aandacht te trekken
2. De afbeelding is nodig om de tekst te kunnen begrijpen
3. De afbeelding voegt nieuwe informatie-elementen toe aan de tekst
Welke functie(s) heeft de afbeelding in deze advertentie?
A
alleen 1
B
alleen 2
C
1 en 2
D
2 en 3

Slide 35 - Quizvraag

Antwoord A
Op de afbeelding staat iemand met een kind op zijn rug voor een doolhof. Je hebt deze foto niet nodig om de tekst te begrijpen, en de foto voegt ook geen nieuwe informatie toe. Het is een opvallende foto. Hij is bedoeld om de aandacht te trekken.

Slide 36 - Tekstslide

Op welk aspect legt de afbeelding in de advertentie de nadruk?
A
een nieuw bestaan in Nederland is voor vluchtelingen aantrekkelijk
B
iedereen kan vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk worden
C
Vluchtelingen hebben de hulp van anderen nodig
D
Weet iedereen voor vluchtelingen de weg in de eigen woonplaats?

Slide 37 - Quizvraag

Antwoord C
Zonder hulp kan een vluchteling de weg niet vinden in het doolhof van instanties

Slide 38 - Tekstslide

Wat voor score geef je jezelf voor leesvaardigheid?
0100

Slide 39 - Poll

Wat heb je nodig
om goed in leesvaardigheid
te worden?

Slide 40 - Woordweb