H3 - Taalverzorging: zijn, hebben, willen en zullen

leerdoel
Je leert over zijn, hebben, willen, kunnen en zullen.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

leerdoel
Je leert over zijn, hebben, willen, kunnen en zullen.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lees het gedicht Heppie. Het woord ‘heppie’ bestaat eigenlijk niet. Het is een grapje van de dichteres.

In regel 1 en 2 bedoelt de dichteres met ‘heppie’ een Engels woord. Welk woord?

Slide 3 - Tekstslide

welk woord word er bedoeld?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

wat bedoelen ze met 'heppie' in regel 3?

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Tekstslide

wat bedoelen ze met 'heppik' in regel 6?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Van welk werkwoord komen je antwoorden bij vraag 2 en 3?

Slide 10 - Open vraag

Ken je nog meer vormen van dat werkwoord?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link