Begin direct met: Lezen bladzijde 36+37 uit je boek
Klaar? Onderstreep/markeer alle belangrijke woorden op deze pagina's
timer
4:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Startklaar
Telefoon in telefoon-tas
Boek en schrift op tafel
tas van tafel
Begin direct met: Lezen bladzijde 36+37 uit je boek
Klaar? Onderstreep/markeer alle belangrijke woorden op deze pagina's
timer
4:00
Slide 1 - Tekstslide
Welkom!
Natuurkunde les 2- 2HV
§2.1 stoffen in huis
§2.2 Zuivere stoffen en mengsels
Huiswerk
Afsluiting
Lesplanning
Slide 2 - Tekstslide
H2.1 Stoffen in huis
Lesdoel:
Je leert stofeigenschappen kennen & weet welke gevarensymbolen er zijn
Slide 3 - Tekstslide
Stofeigenschappen
Hieraan kun je stoffen herkennen....
Slide 4 - Tekstslide
Stofeigenschappen
Uit je hoofd ken je:
geur
kleur
smaak
brandbaarheid
Slide 5 - Tekstslide
Stoffen kunnen gevaarlijk zijn...
Slide 6 - Tekstslide
Gevaren-symbolen
Slide 7 - Tekstslide
H2.1 Stoffen in huis
Lesdoel:
Je leert stofeigenschappen kennen & weet welke gevarensymbolen er zijn
Slide 8 - Tekstslide
Hoofdstuk 2 Stoffen
Par. 2 Zuivere stoffen en mengsels
Slide 9 - Tekstslide
Leerdoelen:
Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
Je kunt uitleggen wat een molecuul is en uit welke soorten moleculen zuivere stoffen en mengsels bestaan.
Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
Kan je met concentraties rekenen
Slide 10 - Tekstslide
Zuivere stof
Soms is een stof in huis een zuivere stof.
Voorbeelden: suiker en zout
Slide 11 - Tekstslide
Mengsel
De meeste stoffen die je thuis tegenkomt, zijn mengsels.
Een mengsel bestaat uit meerdere stoffen.
Slide 12 - Tekstslide
Moleculen
Elke stof bestaat uit heel kleine bouwsteentjes: moleculen.
De stof water bestaat dus uit watermoleculen.
Eén watermolecuul heeft een doorsnede van ongeveer:
0,000 000 000 15 meter
dat betekent dat je ongeveer 7 000 000 000 watermoleculen op een rij kunt leggen in 1 meter!
dat is bijna net zoveel moleculen als er mensen op de wereld zijn!
Slide 13 - Tekstslide
Verschillende moleculen
Een molecuul suiker is anders dan een molecuul water. Dat kan liggen aan de vorm of de grootte.
Slide 14 - Tekstslide
Zuivere stoffen en mengsels
Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen.
Een mengsel bestaat uit twee of meer soorten moleculen
Slide 15 - Tekstslide
mengsel:
meerdere soorten moleculen
zuivere stof:
één soort moleculen
Slide 16 - Tekstslide
We kennen twee soorten mengsels: Zuivere stoffen en mengsels
Oplossing
is helder
kan een kleur hebben
bestaat uit oplosmiddel
en opgeloste stof
Suspensie
is troebel
is wit of gekleurd
bestaat uit vloeistof
en vaste stof
Slide 17 - Tekstslide
Concentratie
Een concentratie geeft aan
hoeveel van elke stof er in een mengsel zit
Bijvoorbeeld: 10g suiker per 250 ml
Slide 18 - Tekstslide
Alcohol als oplosmiddel
Sommige stoffen lossen niet op in water. Welke?
Voor deze stoffen heb je een ander oplosmiddel nodig. Bijvoorbeeld alcohol.
Slide 19 - Tekstslide
Alcohol als oplosmiddel
Alcohol wordt in allerlei producten als oplosmiddel gebruikt . Voorbeelden zijn parfum, deodorant en bepaalde soorten inkt en lak. Sommige stiften hebben inkt ‘op alcoholbasis’. Als je met zo’n stift schrijft of tekent, verdampt de alcohol en blijven de kleurstoffen achter. Je kunt de alcohol dan goed ruiken.
Slide 20 - Tekstslide
Keukenzout zonder jodium is een voorbeeld van een ......
A
mengsel
B
zuivere stof
C
suspensie
D
oplossing
Slide 21 - Quizvraag
Chocomel(zonder suiker) is een voorbeeld van een ......
A
B
C
suspensie
D
oplossing
Slide 22 - Quizvraag
chocomel met suiker is een voorbeeld van een ......
A
B
C
suspensie
D
oplossing
Slide 23 - Quizvraag
Leerdoelen:
Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.
Je kunt uitleggen wat een molecuul is en uit welke soorten moleculen zuivere stoffen en mengsels bestaan.
Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.
Kan je met concentraties rekenen
Slide 24 - Tekstslide
Huiswerk donderdag 14-09
Online maak je §2.1: 1-6 & §2.2: 1-8
5 minuten rood, geen vragen aan mij en niet overleggen
daarna oranje, rustig overleggen Klaar? Lees §2.1 & §2.2 en onderstreep/markeer de belangrijke termen
timer
5:00
Slide 25 - Tekstslide
1.1, 1.2 & 2.1-2.4 toetsstof
Slide 26 - Tekstslide
Afsluiting
Schrijf op een post-it een tip en een top over het vak Natuurkunde(anoniem), plak deze op mijn bureau