literatuurgeschiedenis middeleeuwen

Literatuur in de Middeleeuwen
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Literatuur in de Middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Waarom moet ik dat allemaal weten?

  • Het is de Nederlandse cultuur.
  • Veel teksten, films, bekende citaten etc. verwijzen naar de oude Nederlandse teksten. En wat dacht je van veel videogames die jullie spelen?
  • Unieke manier om te lezen wat iemand 500 of zelfs 800 jaar geleden bezighield en hoe hij leefde. 

Slide 2 - Tekstslide

Literatuurgeschiedenis
We gaan ons bezighouden met de volgende vragen:
  1. Welke verhalen werden geschreven of verteld?
  2. Met welk doel werden die verhalen geschreven of verteld?
  3. Door wie werden die verhalen gelezen?
  4. Hoe hangen die verhalen samen met de tijd waarin ze ontstaan zijn?

Slide 3 - Tekstslide

Toetsdoelen (zie ook studiewijzer)
- Ik kan de hoofdlijnen schetsen van de Nederlandse literatuur in de middeleeuwen. 
- Ik kan het centrale vraagstuk, de hoofdgedachte of boodschap van de tekst formuleren. 
- Ik kan uitleggen tot welke inzichten de tekst heeft geleid.
- Ik kan een middeleeuws verhaal in een cultuurhistorisch perspectief plaatsen. 
 
- Ik ken de verhalen over Karel ende Elegast en Beatrijs.
- Ik kan deze verhalen in de historische context plaatsen.
- Ik weet van alles over de middeleeuwen (wat we behandeld en gelezen hebben). 

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw van de les (17/10)
  1. Herhaling vorige les: vragen?
  2. Bespreken huiswerkopdrachten 1 t/m 3 over Beatrijs. Niet gemaakt? Dan nu doen.
  3. Nabespreken

Slide 5 - Tekstslide

Welke taal werd er in het gebied Nederland gesproken in de periode 800 tot 1150?
A
Oud-Nederlands
B
Diets
C
Middelnederlands
D
Latijn

Slide 6 - Quizvraag

De middeleeuwse maatschappij was theocentrisch. Wat betekent dat?

In het dagelijks leven ...
A
... staat de wetenschap centraal.
B
... staan God en godsdienst centraal.
C
... staan geld en economie centraal.
D
... staat iemand die Theo heet centraal.

Slide 7 - Quizvraag

Het leven in de middeleeuwen
De middeleeuwse cultuur is theocentrisch. God en alles wat met godsdienst (Rooms-Katholiek) te maken heeft staan centraal. 
Het leven na de dood is belangrijker dan het leven zelf. Een bekende spreuk is memento mori: gedenk te sterven = Probeer om in de hemel te komen.
De priesters en de monniken (de geestelijkheid) hebben daarom het meeste te vertellen. Zij zijn de belangrijkste (eerste) stand. Zij zijn ook meestal van adel en dat versterkt hun machtspositie.

Slide 8 - Tekstslide

Middeleeuwen 
historische context
De middeleeuwen duren van 500 tot 1500 en zijn verdeeld in de vroege middeleeuwen (500-1000), de hoge middeleeuwen (1000-1300) en de late middeleeuwen (1300-1500)
In de late middeleeuwen worden de steden langzamerhand  steeds belangrijker en de burgers in de steden krijgen steeds meer macht. Het oude leenstelsel waarin de adel alle macht had, begint af te brokkelen. 
In de hoge middeleeuwen onstonden de eerste steden in West-Europa en tegen betaling krijgen ze een zekere mate van zelfstandigheid. Dit is de tijd waarin de indrukwekkende kathedralen worden gebouwd en de eerste universiteiten ontstaan. In deze periode begint ook de Nederlandse literatuur.
De vroege middeleeuwen zijn voor de Nederlandse literatuur minder belangrijk, omdat er geen teksten zijn overgeleverd. Het is de tijd van de adel (ridders) en de geestelijken (priesters en monniken). Wie niet tot een van deze twee groepen behoorde, had niets te vertellen. De adel verdeelt het land door middel van het leenstelsel. De hoogste vorst leent land uit aan andere edellieden. Die zijn "de baas" in het gebied dat ze geleend hebben. In ruil daarvoor moeten ze trouw aan de vorst zweren en belasting betalen. Er waren nog geen steden in wat nu Nederland heet.

Slide 9 - Tekstslide

Indeling in gewesten
Nederland als zelfstandige natie bestond nog niet. 

Slide 10 - Tekstslide

Welk(e) getal(len) hebben een symbolische waarde in de middeleeuwen?
twee
drie
zeven
twaalf

Slide 11 - Poll

symboliek 
symboliek:
De middeleeuwer ging ervan uit dat achter de reële, zichtbare werkelijkheid een diepere, niet direct waar te nemen werkelijkheid schuilging. Het alledaagse kon een teken voor iets zijn, een symbool.
getallensymboliek: 3 en 7 zijn heilige getallen
kleurensymboliek: blauw -> trouw; wit -> zuiverheid
symboliek in de natuur: roos -> liefde; duif -> vrede

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit waarom de middeleeuwse teksten op rijm zijn geschreven?

Slide 13 - Open vraag

Literatuur in de middeleeuwen
Uit de vroege middeleeuwen is geen Nederlandse literatuur overgebleven. Dat komt doordat in die tijd verhalen niet werden opgeschreven, ze werden alleen verteld. 
We noemen dat orale literatuur. Pas in de hoge middeleeuwen begint men heel af en toe verhalen op te schrijven op perkament, zodat wij ze nog steeds kunnen lezen. 

Slide 14 - Tekstslide

Orale literatuur
  • Meeste mensen konden niet lezen of schrijven
  • Voor 1100: alleen teksten in het Latijn
  • Volkstaal: niet op schrift
  • Beroepsvertellers (troubadours) en minstrelen: alles op rijm (aa bb = gepaard rijm)



Geschreven literatuur 
  • Latijn
  • In kloosters door monniken
  • Pen en inkt op perkament
  • Prachtige illustraties! 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Het leven in de middeleeuwen
De tweede belangrijke stand is de adel. De adel heeft de wereldlijke macht verdeeld via het feodale stelsel ook wel het leenstelsel genoemd. Daarbij leent de koning (leenheer) zijn grond aan de leenmannen. Het gaat altijd om TROUW.
De leenheer verdeelt zijn grond in kleinere gebieden en leent  die uit aan zijn leenmannen (vazallen). In ruil voor het gebruik van de grond helpen de leenmannen hun leenheer als er gevochten moet worden. Essentieel is de onvoorwaardelijke trouw tussen leenman en leenheer.
De leenmannen kunnen de hun toebedeelde grond weer opdelen in kleinere gebieden en die weer uitlenen aan onderleenmannen (ondervazallen).  Ook hier geldt dat onvoorwaardelijke trouw essentieel is en dat de onderleenmannen hun leenheer helpen als er gevochten moet worden.

Slide 17 - Tekstslide

Wat had de geestelijkheid met de adel te maken en hoe kwam dat?

Slide 18 - Open vraag

Het feodale stelsel heeft vier standen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Middeleeuwse moraal
Het leven in de middeleeuwen werd bepaald door de eercultuur: een collectieve, (christelijke) moraal. De kerk dicteerde wat goed en slecht was. 
Dit staat recht tegenover de gewetenscultuur van nu.

Zo is het zowel Beatrijs als Karel, bekende middeleeuwse personages met wie je in deze paragraaf kennismaakt, wel duidelijk wat hun te doen staat, maar blijkt het nog niet zo makkelijk om dat ook werkelijk te doen. 

Slide 20 - Tekstslide

Waarom staat de collectieve moraal uit de ME recht tegenover de gewetenscultuur van nu?

Slide 21 - Open vraag

Ridderromans

  • Karelromans
  • Hoofse romans of Arthurromans

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De middeleeuwse ridderroman
We kijken even naar een filmpje.
Maak aantekeningen!!


Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Karelromans
- Ridderromans waarin de avonturen over Karel de Grote of vazallen centraal staan.
- voorhoofs (trouw aan God, vrouwen spelen nog geen rol)
- verhalen gaan terug op historische feiten en of personen, bij voorkeur Karel de Grote. 
Trouw aan de vorst en God is de belangrijkste ridderdeugd (feodale stelstel) 
-  Strijd en brute kracht staan centraal. 
 
Karel ende Elegast is zo'n verhaal.

Slide 26 - Tekstslide

Karel ende Elegast

Ende: middeleeuws woord voor 'en'.
Karel en Elegast



Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Over welke Karel gaat Karel ende Elegast?
A
Karel III
B
Karel IV
C
Karel V
D
Karel de Grote

Slide 29 - Quizvraag


Hoe vaak vraagt de engel aan Karel om uit stelen te gaan?
A
twee keer
B
drie keer
C
vier keer
D
vijf keer

Slide 30 - Quizvraag

Welke elementen van de Karelroman herken je in het filmpje?

Slide 31 - Open vraag

Leg uit waarom de engel drie keer aan Karel vraagt om te gaan stelen?

Slide 32 - Open vraag

Karel de Grote heeft zelf ook het verhaal Karel ende Elegast gelezen.
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Karel ende Elegast is een
A
Voorhoofse ridderroman
B
Hoofse ridderroman

Slide 34 - Quizvraag

Hoofse roman
Hoofsheid: gedragscodes van de ridders: 
TROUW, beschaafd, moed, beleefd/respectvol naar vrouwen. 

- ridder: een ontwikkeld en verfijnd mens
- idealen: hulpvaardigheid, rechtvaardigheid en hoffelijkheid
- onderwerpen: opkomen voor verdrukten, het redden van jonkvrouwen en het opsporen van geheimzinnige voorwerpen (queeste)

Slide 35 - Tekstslide

Wat is hoofsheid?

Slide 36 - Open vraag

geestelijke literatuur

- exempelen

- legenden



zie video volgende pagina 9.16-11.00

Slide 37 - Tekstslide

Het doel van geestelijke literatuur is altijd:

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Video

literatuur in de stad

Rond 1250: opkomst steden en opkomst burgerij


- Abele spelen (vaak opgevolgd door een sotternie)

- Prozaroman (ontrijming)

- Schelmenroman (Pietje Bell)

- Didactische literatuur  (Jacob van Maerlant) (video begin -2.20)

- Dierenverhalen

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Rederijkerskamers

Verenigingen waarin literatuur werd beoefend. 

Ze hadden vooral een opiniërende functie--> wat was goede literatuur of wat waren goed gedichten? Hoe moet het en waar moet het aan voldoen?


Boekdrukkunst: snelle verspreiding van nieuwe inzichten -> einde middeleeuwen-> start renaissance 


video 11.15-12.05

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Video

Allereerste Nederlandse literaire tekst

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu



gevonden in een Oudengels prekenhandschrift, omstreeks 1100

Slide 46 - Tekstslide

Wat denk je dat de zin betekent: Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu

Slide 47 - Open vraag

Huiswerkopdracht
  • Je krijgt van mij een literair werk toegewezen uit de Middeleeuwen.
  • Hierbij zoek je een samenvatting op (soms zijn er hele leuke filmpjes te vinden die een samenvatting geven).
  • De samenvatting mag niet van Wikipedia of scholieren.com komen!
  • Geef aan welk genre het literaire werk is.
  • Zoek op waarom het werk heel typisch is voor de Middeleeuwen (denk hierbij aan de kenmerken van middeleeuwse literatuur).

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Slide 51 - Link