Antw opdr 1 - Sp h1, vwo 3

Spelling h1
Antwoorden van opdracht 1 op blz. 37 (NN6)
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Spelling h1
Antwoorden van opdracht 1 op blz. 37 (NN6)

Slide 1 - Tekstslide

Welke vorm is goed?
A
buiig
B
buiïg

Slide 2 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
efficient
B
efficiënt

Slide 3 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
egoist
B
egoïst

Slide 4 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
financien
B
financiën

Slide 5 - Quizvraag

Extra
Welke vorm is goed?
A
financieren
B
financiëren

Slide 6 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
gearriveerd
B
geärriveerd

Slide 7 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
geirriteerd
B
geïrriteerd

Slide 8 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
gelinieerd
B
geliniëerd

Slide 9 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
knackebrod
B
knäckebröd

Slide 10 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
poezie
B
poëzie

Slide 11 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
varieren
B
variëren

Slide 12 - Quizvraag

Welke vorm is goed?
A
vergroeiing
B
vergroeïing

Slide 13 - Quizvraag

Trema in de volgende klinkercombinaties
aa – Kanaän                                                        oi – egoïsme
ae – Israël, Danaë                                             oo – zoölogie
ai – cocaïne                                                        ui – ruïne
au – Kapernaüm, Emmaüsgangers         uu – vacuüm
ee – beëlzebub                                                  ie – Azië, conciërge
ei – atheïst                                                           oe – poëzie
eu – reünie


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Apostrof
Een apostrof gebruik je in de volgende gevallen: 
- om uitspraakproblemen te voorkomen --> jury's, zebra's (maar wel jockeys)
- als weglatingsteken: 's morgens, 's-Gravenhage, Thomas' pet 
- in meervouden en afleidingen van afkortingen: cd's, sms'en 
- in verkleinwoorden die eindigen op -y : baby'tje (maar wel cowboytje) 

Slide 16 - Tekstslide

Accenten
Er zijn drie accenten. De accenten komen alleen voor op de letter -e: 
- accent aigu: café
- accent grave: carrière
- accent circonflexe: enquête 

Het accent aigu wordt soms gebruikt om de klemtoon aan te geven: 
- Dat is dé manier om het goed te doen. 
- Zij heeft geen twéé dochters, maar drie. 

Slide 17 - Tekstslide

Cedille
Een cedille vind je soms onderaan de letter -c. Het zorgt ervoor dat de letter klinkt als een -s. 
- Curaçao, reçu 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Blz. 36-37
- Maak opdracht 2, 3 en 4

Slide 19 - Tekstslide

Met trema 
Zonder trema
efficient
coordinatie
elektricien
geijsbeerd
genitalien
geinfiltreerd
petroleum
gelinieerd
heroine
uitzaaiingen
naief
industrieel
Italie
industriele
reunie
financien

Slide 20 - Sleepvraag