les 1 fictie 4 kader; genre - tijd- ruimte en plaats

genre -tijd-ruimte-plaats
boek theorie op basis: 41  kader:blz 44, 98,99
Gebruik je schrift voor aantekeningen.
Deze les leer je wat het genre is van een boek, hoe je de tijd, ruimte en plaats omschrijft van je fictieboek.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

genre -tijd-ruimte-plaats
boek theorie op basis: 41  kader:blz 44, 98,99
Gebruik je schrift voor aantekeningen.
Deze les leer je wat het genre is van een boek, hoe je de tijd, ruimte en plaats omschrijft van je fictieboek.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je over het over het genre van een boek of film hebt?

Slide 2 - Open vraag

Het doel van deze les is..
Je kan het genre noemen van het boek dat je aan het lezen bent.

Slide 3 - Tekstslide

Een genre is het soort film of boek.

Denk aan;
humor, liefde, meiden, historisch, thriller, detective, fantasy, sciencefiction, dystopisch verhaal, ontwikkelingsverhaal, reisverhaal.
(zie leerwerkboek  blz 44)

Slide 4 - Tekstslide

Het genre waar Harry Potter bij hoort is....
A
science fiction
B
humor
C
fantasie
D
oorlog

Slide 5 - Quizvraag

Het genre waar de netflix serie Dark bij hoort is....
A
thriller
B
dystopisch
C
fantasie
D
oorlog

Slide 6 - Quizvraag

Het boek "oorlogswinter"hoort bij genre...
A
fantasy
B
oorlog
C
sciencefiction
D
liefde

Slide 7 - Quizvraag

Onder welk genre valt het boek dat je leest?

Slide 8 - Woordweb

Tijd ( boek kader blz. 98)
Tijd is de tijd waarin een verhaal zich afspeelt. Dat weet je door:
* het noemen van een jaartal
* door het noemen van historische of hededaags figuren of gebeurtenissen
* door het beschrijven van historische, hededaagse of toekomstige voorwerpen of ruimte
Soms is en verhaal tijdloos, dan kan het zich in elke tijd afspelen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Beschrijf de tijd en het genre van je eigen fictieboek in je schrift.
Noteer:
fictie vrijdag 5 oktober.
De titel van het boek.
Het genre.
Omschrijf de tijd waarin het boek zich afspeelt.

Slide 11 - Tekstslide

Ruimte en plaats ( boek blz 98)
De ruimte en plaats is waar het verhaal zich afspeelt. Denk aan een stad of dorp, een land, kamer, gebouw, planeet, binnen/buiten.

Noteer van je eigen boek, in welke ruimte en plaats het verhaal zich afspeelt. Waar zie je dat aan? 

Slide 12 - Tekstslide

Ik weet wat het woord genre betekent.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ik kan beschrijven in welke tijd en in welke ruimte een boek geschreven is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll