Quiz spelling blok 3.3

Even oefenen met een quiz
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Even oefenen met een quiz

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de stam van:
juichen

Slide 2 - Open vraag

Wat is de stam van:
grazen

Slide 3 - Open vraag

Wat is de stam van:
kosten

Slide 4 - Open vraag

Wat is de stam van:
durven

Slide 5 - Open vraag

Dus: hoe vind je de stam van een werkwoord?

Slide 6 - Open vraag

Met 't ex-kofschip kun je uitzoeken of je een werkwoord in de .... met een d of t schrijft.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 7 - Quizvraag

Zit de laatste letter van de stam in 't ex-kofschip? Dan schrijf je vt/vdw met ...
A
een d
B
een t

Slide 8 - Quizvraag

De bal is van het veld ...
(rollen)
A
gerold
B
gerolt

Slide 9 - Quizvraag

Hij ... ervan.
(blozen)
A
bloosde
B
blooste

Slide 10 - Quizvraag

Ik heb het in de prullenbak ...
(mikken)
A
gemikd
B
gemikt

Slide 11 - Quizvraag

De ballon ... weg.
(zweven)
A
zweefde
B
zweefte

Slide 12 - Quizvraag

We hebben hard voor haar ...
(klappen)
A
geklapd
B
geklapt

Slide 13 - Quizvraag

Heb je wel naar me ...?
(luisteren)
A
geluisterd
B
geluistert

Slide 14 - Quizvraag

Woorden die eindigen op een a, i, o, u of y die lang klinkt, krijgen in het meervoud ...
A
s
B
's
C
en
D
eren

Slide 15 - Quizvraag

Woorden die eindigen op -ee krijgen in het meervoud
A
en
B
s
C
ën
D
eren

Slide 16 - Quizvraag

Een zin begint ALTIJD met een hoofdletter.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer begint de zin NIET met een hoofdletter?
Als de zin begint met ...
A
's
B
't
C
een getal

Slide 18 - Quizvraag