Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Bedrijvende en lijdende vorm
Lees onderstaande powerpoint nog even goed door voor we met de opdrachten beginnen.
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lees onderstaande powerpoint nog even goed door voor we met de opdrachten beginnen.
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Beantwoord onderstaande vragen.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is het kenmerk van een bedrijvende zin?
A
Er zit geen LV in
B
Er zit wel een LV in, maar geen onderwerp.
C
Het onderwerp doet iets en er zit wel een lv in.
D
Er is geen specifiek kenmerk voor een bedrijvende zin.
Slide 7 - Quizvraag
De kat wordt door de brandweer uit de boom gered.
A
Bedrijvend
B
Lijdend
Slide 8 - Quizvraag
Op school wordt er door ons hard gewerkt.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 9 - Quizvraag
Mijn zusje heeft al heel vroeg een kaartje voor het concert van Douwe Bob gekocht.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 10 - Quizvraag
De bakker werd door de hond aangevallen.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 11 - Quizvraag
Die cd is door mijn broer helemaal grijs gedraaid.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 12 - Quizvraag
Word jij later docent aardrijkskunde?
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 13 - Quizvraag
Mijn etui is gestolen door die vervelende buurjongen!
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 14 - Quizvraag
Heb jij al voor het proefwerk geleerd?
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 15 - Quizvraag
Het blaadje met jouw naam erop is door de docent weggegooid.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 16 - Quizvraag
Die rare vent sloeg met zijn honkbalknuppel door de deur heen!
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 17 - Quizvraag
Door de tuin werd een pad aangelegd.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin
Slide 18 - Quizvraag
Welke zin staat in de lijdende vorm?
A
Door de hond was de bank al snel kapot.
B
De leerling zakte al wippend door de stoel heen.
Slide 19 - Quizvraag
Welke zin staat in de bedrijvende vorm?
A
Eet je boterham op.
B
De auto werd al snel verkocht.
Slide 20 - Quizvraag
Kies bij de volgende lijdende zinnen de juiste bedrijvende vorm.
Slide 21 - Tekstslide
De kat wordt door zijn eigenaar verkocht.
A
Zijn eigenaar verkoopt de kat.
B
Zijn eigenaar verkocht de kat.
C
Door de eigenaar wordt de kat verkocht.
D
Dit is geen lijdende zin.
Slide 22 - Quizvraag
Door het bos heeft een vos gelopen.
A
Een vos liep in het bos.
B
Een vos loopt in het bos.
C
Door het bos loopt een vos.
D
Dit is geen lijdende zin.
Slide 23 - Quizvraag
Jouw haar werd door de kapster roze geverfd.
A
De kapster verft jouw haar roze.
B
De kapster verfde jouw haar roze.
C
Jouw haar werd roze door de kapster.
D
Dit is geen lijdende vorm.
Slide 24 - Quizvraag
Fleur werd door Mark geholpen met die moeilijke som.
A
Met die moeilijke som helpt Mark Fleur.
B
Mark helpt Fleur met die moeilijke som.
C
Mark hielp Fleur met die moeilijke som.
D
Dit is geen lijdende vorm.
Slide 25 - Quizvraag
Evert heeft door hard leren een voldoende gehaald voor geschiedenis.
A
Hard leren bracht Evert een voldoende voor geschiedenis.
B
Geschiedenis heeft Evert een voldoende gegeven door hard leren.
C
Hard leren heeft Evert een voldoende gegeven voor geschiedenis.
D
Dit is geen lijdende vorm.
Slide 26 - Quizvraag
Kies bij de volgende bedrijvende zinnen de juiste lijdende vorm.
Slide 27 - Tekstslide
De kat groef een gat in de tuin.
A
Door de kat werd een gat in de tuin gegraven.
B
Door de kat wordt een gat in de tuin gegraven.
C
De kat heeft een gat in de tuin gegraven.
D
In de tuin is een gat gegraven door de kat.
Slide 28 - Quizvraag
Ik heb mijn USB-stick aan Janneke gegeven.
A
Mijn USB-stick werd door mij aan Janneke gegeven.
B
Mijn USB-stick wordt door mij aan Janneke gegeven.
C
Mijn USB-stick is door mij aan Janneke gegeven.
D
Mijn USB-stick was door mij aan Janneke gegeven.
Slide 29 - Quizvraag
Jij koopt nooit een cadeautje voor mij.
A
Een cadeautje wordt door jou nooit voor mij gekocht.
B
Een cadeautje heb jij nooit voor mij gekocht.
C
Een cadeautje is door jou nooit voor mij gekocht.
D
Een cadeautje werd door jou nooit voor mij gekocht.
Slide 30 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Bedrijvende en lijdende vorm
Februari 2019
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bedrijvende en lijdende vorm
Mei 2022
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Bedrijvende en lijdende vorm 3V
Januari 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Bedrijvende en lijdende vorm
Mei 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Bedrijvende en lijdende vorm
Maart 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
H5 Grammatica zinsdelen - bedrijvende en lijdende vorm
Juli 2023
- Les met
39 slides
Le passif
Mei 2024
- Les met
45 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Lijdende en bedrijvende vorm
December 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2