In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
hst 8.3 "rekenen aan verbrandingsreacties"
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt berekeningen maken bij een reactievergelijking van een verbrandingsreactie op basis van de massaverhouding waarin de stoffen bij de reactie betrokken zijn.
Je kunt berekenen welke beginstof in overmaat aanwezig is op basis van een gegeven massaverhouding en gegeven massa's van twee beginstoffen.
Je kunt met behulp van een diagram of een tabel afleiden in welke massaverhouding twee stoffen bij een reactie betrokken zijn.
Slide 2 - Tekstslide
https:
Slide 3 - Link
Welk onderdeel uit de branddriehoek kun je met behulp van water weg halen.
A
Warmte
B
Brandstof
C
Zuurstof
Slide 4 - Quizvraag
Ik blaas een kaars uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik hier weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur
Slide 5 - Quizvraag
Ik zet een potje over een brandende kaars. De kaars gaat uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur
Slide 6 - Quizvraag
Een brandende oliebron kan je doven door dynamiet te laten ontploffen. Wat doe je dan?
A
Je haalt de zuurstof weg
B
Je verlaagt de temperatuur.
C
je haalt de brandstof weg
Slide 7 - Quizvraag
Hoe moet je de vlam in de pan blussen?
A
Afdekken
B
Met water
C
Met zand
D
Kouder maken
Slide 8 - Quizvraag
Er is een vlam in de pan. Wat kun je dan het beste doen?
A
Met water blussen.
B
Een blusdeken op de pan leggen.
C
Met een poederblusser blussen.
Slide 9 - Quizvraag
Welke brand kan je beter niet met water blussen? Geef meerdere antwoorden.
A
Vlam in de pan
B
Schoorsteenbrand
C
Benzinebrand
D
Brandend staalwol
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
Zelf aan de slag met opgave 7.
Vind je het lastig kom dan aan de instructietafel.
Slide 12 - Tekstslide
Rekenen met massaverhouding
Geef de kloppende reactievergelijking
Schrijf de massaverhouding op
Gegeven/gevraagd
Maak een verhoudingstabel
Krijg je een volume van een vloeistof of gas? Reken dit eerst om naar massa!
Slide 13 - Tekstslide
Hoe bereken je de molecuulmassa?
De massa van de atomen haal je uit je BINAS
tel alle massa's van de atomen bij elkaar en je hebt de molecuulmassa van het molecuul
Slide 14 - Tekstslide
molecuulmassa van ethaan
ethaan = C2H6
1 C-atoom = 12 u
1 H-atoom = 1 u
totaal dus 2x12 en 6x1 = 30 u
molecuulmassa van ethaan = 30 u
Slide 15 - Tekstslide
Massaverhouding
Maak een kloppende reactievergelijking.
De verbranding van ethaan
bijv: 2 C2H6 + 7 O2 --> 4 CO2 + 6 H2O
reken de molecuulmassa's uit
C2H6=30 : O2=32 : CO2=44 : H2O=18
2x30 : 7x32 : 4x44 : 6x18
massaverhouding is: 60 : 224 : 176 : 108
Slide 16 - Tekstslide
Overmaat: Cake bakken
4 eieren halve liter melk 200 gram meel
Slide 17 - Tekstslide
Overmaat
Wanneer een van de beginstoffen op is stopt de reactie.
De andere beginstof is dan niet altijd op, je spreekt dan van een stof in overmaat.
Slide 18 - Tekstslide
Massaverhouding
Maak een kloppende reactievergelijking.
De verbranding van ethaan
bijv: 2 C2H6 + 7 O2 --> 4 CO2 + 6 H2O
reken de molecuulmassa's uit
C2H6=30 : O2=32 : CO2=44 : H2O=18
2x30 : 7x32 : 4x44 : 6x18
massaverhouding is: 60 : 224 : 176 : 108
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld: verbranding methaan
Je laat 20 gram methaan verbranden met 75 gram zuurstof. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat aanwezig is.
16 + 64 -> 44 + 36
20 + ?? ->
CH4+2O2−>CO2+2H2O
Slide 20 - Tekstslide
Voorbeeld: verbranding methaan
Je laat 20 gram methaan verbranden met 75 gram zuurstof. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat aanwezig is.
16 + 64 -> 44 + 36
20 + ?? ->
4.
Welke stof is er nu in overmaat aanwezig?
CH4+2O2−>CO2+2H2O
1664⋅20=80
Slide 21 - Tekstslide
Waterstofgas is een goede nieuwe brandstof voor auto's. Bij de verbranding ontstaat alleen water. Geef de reactievergelijking en de massaverhouding.
Slide 22 - Open vraag
In de tank van de auto zit 50 gram waterstof en 360 gram zuurstof. Welke stof is in overmaat aanwezig?
A
Waterstof
B
Zuurstof
Slide 23 - Quizvraag
Hoe groot is de overmaat aan waterstof in de vorige vraag? (50 gram waterstof en 360 gram zuurstof)