H8.3 "rekenen aan verbrandingsreacties"

hst 8.3 "rekenen aan verbrandingsreacties"
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

hst 8.3 "rekenen aan verbrandingsreacties"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt de massaverhouding bij een chemische reactie bepalen op basis van de moleculaire massa’s van de betrokken stoffen.
  2. Je kunt bepalen hoe groot de overmaat bij een chemische reactie is.

Slide 2 - Tekstslide

Welk onderdeel uit de branddriehoek kun je met behulp van water weg halen.
A
Warmte
B
Brandstof
C
Zuurstof

Slide 3 - Quizvraag

Ik blaas een kaars uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik hier weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 4 - Quizvraag

Ik zet een potje over een brandende kaars. De kaars gaat uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 5 - Quizvraag

Een brandende oliebron kan je doven door dynamiet te laten ontploffen. Wat doe je dan?
A
Je haalt de zuurstof weg
B
Je verlaagt de temperatuur.
C
je haalt de brandstof weg

Slide 6 - Quizvraag

Hoe moet je de vlam in de pan blussen?
A
Afdekken
B
Met water
C
Met zand
D
Kouder maken

Slide 7 - Quizvraag

Er is een vlam in de pan. Welke optie kun je dan het beste kiezen?
A
Met water blussen.
B
Een blusdeken op de pan leggen.
C
Met een poederblusser blussen.

Slide 8 - Quizvraag

Welke brand kan je beter niet met water blussen?
Geef meerdere antwoorden.
A
Vlam in de pan
B
Schoorsteenbrand
C
Benzinebrand
D
Brandend staalwol

Slide 9 - Quizvraag

De wet van massa behoud:
Massa voor de reactie
massa na de reactie

Slide 10 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
Voorbeeld:
  • methaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)

Slide 11 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
Voorbeeld:
methaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)




  • Klopt dit wel?

Slide 12 - Tekstslide

Wet van behoud van massa

Slide 13 - Tekstslide

Bij de verbranding van barium ontstaat bariumoxide. Uit 34 gram barium ontstaat 38 gram bariumoxide.

Hoeveel zuurstof is nodig voor de verbranding van 34 gram barium?

Slide 14 - Open vraag

Bij de reactie tussen waterstof en chloor ontstaat waterstofchloride. 1,0 gram waterstof reageert met 36 gram chloor.

Hoeveel waterstofchloride ontstaat er als 2,3 gram waterstof reageert met voldoende chloor?

Slide 15 - Open vraag

Bij de verbranding van calcium ontstaat calciumoxide. Om 5,0 gram calcium te verbranden is 2,0 gram zuurstof nodig.

Hoeveel calciumoxide ontstaat bij de verbranding van 5,0 gram calcium?

Slide 16 - Open vraag

Rekenen met massaverhouding
  1. Geef de kloppende reactievergelijking
  2. Schrijf de massaverhouding op
  3. Gegeven/gevraagd
  4. Maak een verhoudingstabel

Krijg je een volume van een vloeistof of gas? Reken dit eerst om naar massa!

Slide 17 - Tekstslide

Hoe bereken je de molecuulmassa?

De massa van de atomen haal je uit je BINAS
Tel alle massa's van de atomen bij elkaar en je hebt de molecuulmassa van het molecuul


Slide 18 - Tekstslide

molecuulmassa van ethaan
  • ethaan = C2H6
  • 1 C-atoom = 12 u
  • 1 H-atoom = 1 u
  • totaal dus 2x12 en 6x1 = 30 u
  • molecuulmassa van ethaan = 30 u

Slide 19 - Tekstslide

Massaverhouding
  • Maak een kloppende reactievergelijking.
  • De verbranding van ethaan
  • bijv: 2 C2H6 + 7 O2 --> 4 CO2 + 6 H2O
  • reken de molecuulmassa's uit
  • C2H6=30 : O2=32 : CO2=44 :  H2O=18
  • 2x30 : 7x32  : 4x44 : 6x18
  • massaverhouding is: 60 : 224 : 176 : 108 

Slide 20 - Tekstslide

Overmaat: Cake bakken





4 eieren                halve liter melk             200 gram meel

Slide 21 - Tekstslide

Overmaat
Wanneer een van de beginstoffen op is stopt de reactie.
De andere beginstof is dan niet altijd op, je spreekt dan van een stof in overmaat.


Slide 22 - Tekstslide

Voorbeeld: verbranding methaan
Je laat 20 gram methaan verbranden met 75 gram zuurstof. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat aanwezig is.

Slide 23 - Tekstslide

Voorbeeld: verbranding methaan
Je laat 20 gram methaan verbranden met 75 gram zuurstof. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat aanwezig is.

CH4+2O2>CO2+2H2O

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld: verbranding methaan
Je laat 20 gram methaan verbranden met 75 gram zuurstof. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat aanwezig is.
  1.  
  2. molecuulmassa's in u:
    CH4 = 1 x 12 + 4 x 1 = 16u
    2O2 = 2 x 16 x 2 = 64u
    CO2 = 1 x 12 + 2 x 16 = 44u
    2H20 = 2 x (2 x 1 + 1 x 16) = 36u
CH4+2O2>CO2+2H2O

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld: verbranding methaan
Je laat 20 gram methaan verbranden met 75 gram zuurstof. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat aanwezig is.

  1.      16            +      64         ->        44         +      36
CH4+2O2>CO2+2H2O

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld: verbranding methaan
Je laat 20 gram methaan verbranden met 75 gram zuurstof. Laat met een berekening zien welke stof in overmaat aanwezig is.

  1.      16            +      64         ->        44         +      36
CH4+2O2>CO2+2H2O
CH4
2O2
massa in u
16
64
massa in g
20
?

Slide 27 - Tekstslide


? = (20 x 64) / 16
? = 80 gram

Conclusie: Je hebt maar 75 gram zuurstof, dus dit kan niet.
--> Nieuwe tabel
CH4
2O2
massa in u
16
64
massa in g
20
?

Slide 28 - Tekstslide

? = (75 x 16) / 64
? = 18,75 gram

Conclusie: methaan is in overmaat. Er blijft 20-18,75= 1,25 gram methaan over.
CH4
2O2
massa in u
16
64
massa in g
?
75

Slide 29 - Tekstslide

Waterstofgas is een goede nieuwe brandstof voor auto's. Bij de verbranding ontstaat alleen water.
Geef de reactievergelijking en de massaverhouding.

Slide 30 - Open vraag

In de tank van de auto zit 50 gram waterstof en 360 gram zuurstof.
a) Welke stof is in overmaat aanwezig?
b) Hoe groot is de overmaat?

Slide 31 - Open vraag

lezen en maken
Online: V-trainer
Lezen hst 8 paragraaf 3

Slide 32 - Tekstslide