Je laat 18 g koper en 11 g zuurstof met elkaar reageren.
b. Bereken welke stof, koper of zuurstof, er in overmaat aanwezig is.
c. Bereken hoeveel gram de overmaat bedraagt.
d. Gebruik je berekeningen hierboven om in te vullen hoeveel van iedere stof er na de reactie aanwezig is.