Parlementaire Democratie H1 klas v4a

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Parlementaire democratie
Politiek
Parlement
Democratie
Dictatuur

Slide 2 - Tekstslide

Soevereiniteit
Wanneer een staat op een bepaald gebied met duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent en het monopolie op gezag heeft. 

Slide 3 - Tekstslide

Soevereiniteit

Slide 4 - Tekstslide

timer
0:30
Waar denk je aan bij het woord politiek?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Democratie betekent letterlijk:
"het volk regeert"
timer
0:05
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een synoniem voor indirecte democratie?
timer
0:30
A
Volksvertegenwoordigers
B
referendum
C
representatieve democratie
D
Volksraadpleging

Slide 10 - Quizvraag

Wie zit in het NL Parlement?
timer
0:10
A
Tweede kamer
B
Eerste kamer
C
Eerste & Tweede kamer
D
Eerste kamer, tweede kamer en het kabinet

Slide 11 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een parlementair stelsel?
timer
0:45
A
Het parlement is het hoogste orgaan
B
Staatshoofd heeft beperkte macht
C
Uitvoerende bestaat uit het parlement
D
De uitvoerende macht legt verantwoording af bij de wetgevende macht

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van het presidentieel stelsel?
timer
0:30
A
Het volk kiest alleen de president
B
De president heeft het ontbindingsrecht
C
De president kan ministers benoemen en ontslaan

Slide 13 - Quizvraag

Wat is GEEN kenmerk van een democratie?
timer
0:45
A
Er is individuele vrijheid
B
Bevoegdheden van politiek zijn beperkt
C
Meerderheden worden beschermd
D
De rechtspraak is onafhankelijk

Slide 14 - Quizvraag


Burgers mogen in een democratie hun eigen politieke partijen oprichten
timer
0:25
A
Waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

In een parlementaire democratie liggen de regels voor politieke besluitvorming vast
timer
0:25
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
timer
0:35
A
Journalisten bepalen zelf waar ze over berichten en hoe ze dat doen
B
De media moet er zelf voor zorgen dat zij over de juiste informatie beschikken

Slide 17 - Quizvraag

Waarvoor staat WOB?
timer
0:30
A
Wet Openhartig Besturen
B
Wet Openbaarheid van Bestuur
C
Wees Open en Betrouwbaar
D
Wees Openbaar en Betrouwbaar

Slide 18 - Quizvraag

In welk jaar mochten vrouwen in Nederland stemmen?
timer
0:15
A
1917
B
1918
C
1919
D
1920

Slide 19 - Quizvraag

Dictatuur
Staatvorm waarbij de drie machten niet gescheiden zijn, maar in handen van een klein groepje mensen zijn. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van een dictatuur?
timer
0:30
A
Geen vrije pers
B
Geen onafhankelijke rechtspraak
C
Beperkte individuele vrijheid
D
Geen politieke besluiten

Slide 21 - Quizvraag

timer
0:45
Wat is censuur?

Slide 22 - Woordweb

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Erdogan
  • Wat past binnen democratie?
  • Wat past binnen dictatuur? 

Slide 25 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. In eigen woorden kunnen uitleggen wat politiek inhoud en met welk dilemma de politiek te maken heeft
  2. In eigen woorden kenmerken van een democratie (direct en indirect) herkennen en benoemen
  3. Kenmerken van een parlementair en  presidentieel stelsel kunnen herkennen, benoemen en uitleggen
  4. Kenmerken van een dictatuur kunnen herkennen en benoemen
  5. Vormen van dictatuur herkennen

Slide 26 - Tekstslide

vormen van dictatuur
  • ideologische dictaturen: Bijvoorbeeld gericht op het communistische gedachtegoed (bv. Noord-Korea).
  • religieuze dictaturen: Dictatuur waar wetgeving door religie wordt ingegeven (bv. Iran)
  • militaire dictaturen: Dictatuur waarbij de macht duidelijk bij het leger ligt (bv. Myanmar (Birma) tot 2011). 

Slide 27 - Tekstslide

Kern van dit hoofdstuk 
Soevereiniteit
Politiek
Democratie (direct en indirect)
Dictatuur (3 vormen)

Slide 28 - Tekstslide

Guido
Markus
Rick
Robin




Slide 29 - Tekstslide

Wat vind je van dit onderwerp?

Slide 30 - Woordweb

Wat is nog onduidelijk?

Slide 31 - Woordweb