PD - 22/23 - 3.1 Wat is democratie?

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
Maatschappijleer 



1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
Maatschappijleer 



Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij "democratie"?

Slide 2 - Woordweb

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE 
Par 1. Wat is democratie?

Slide 3 - Tekstslide

Introtekst (blz. 86)
Wat vind jij?
Moet de bevolking in een dictatuur zelf de dictator verdrijven of is het onze plicht om zulke landen te helpen democratisch te worden?

Slide 4 - Tekstslide

Soevereiniteit
Vrede van Westfalen (1648): Een staat is soeverein als die op een bepaald , duidelijk begrensd gebied het hoogste gezag uitoefent en het geweldsmonopolie heeft.

Thomas Hobbes (17e eeuw) geloofde dat de soevereiniteit bij 1 vorst, de soeverein, moest liggen. Het alternatief zou namelijk oorlog van allen tegen allen zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Het belang van politiek
Politiek gaat over het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden. 

De meeste onderwerpen: algemeen belang. Bijv. bestrijding criminaliteit, zorgen voor vaccinaties etc. 

Politiek gaat ook over dilemma's.

Slide 6 - Tekstslide

Het belang van politiek
Politiek gaat over het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden. 

De meeste onderwerpen waar de politiek zich mee bezig houdt zijn van algemeen belang. Bijv. bestrijding criminaliteit, zorgen voor vaccinaties etc. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Representatieve democratie

Slide 9 - Tekstslide

Kenmerken democratie:
  • Burgers hebben politieke grondrechten: volk bepaalt wie bestuur vormt + vrije / geheime verkiezingen.
  • Er is individuele vrijheid (grondrechten)
  • Politie en leger hebben wettelijk beperkte bevoegdheden.
  • Er bestaat onafhankelijke rechtspraak.
  • Er bestaat persvrijheid.

Slide 10 - Tekstslide



  • Gekozen parlement = hoogste machtsorgaan.
  • Uitvoerende macht = gekozen door het parlement.
  • Vaak een niet-gekozen staatshoofd.


  • Volk kiest parlement en president.
  • President heeft veel politieke macht.
  • President = hoofd van de regering,  kan ministers benoemen en ontslaan.
  • President kan meestal niet het parlement ontbinden.
Parlementair stelsel =
Presidentieel stelsel =
NL = ook een constitutionele monarchie

Slide 11 - Tekstslide

Is de wereld meer of minder democratisch geworden tijdens de afgelopen 10 jaar?
A
Meer
B
Minder

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken autoritair regime:

  • Geen onafhankelijke rechtspraak
  • Grondrechten niet gerespecteerd
  • Er bestaat geen vrije pers: censuur
  • Oppositiepartijen zijn verboden. 
  • Vaak overheidsgeweld: politie, leger en geheime dienst hebben vergaande bevoegdheden.
  • Er is sprake van verkiezingsfraude, manipulatie en geweld.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide