Elke streng heeft een 3` kant en een 5` kant. De 3` kant is de kant waar de streng eindigt met de suiker, de 5` kant is de kant die eindigt met de fosfaatgroep
DNA-
molecuul
Slide 5 - Tekstslide
DNA in de kern
DNA (1 molecuul is bijna 2
meter lang) zit met eiwitten
(histonen) opgekruld tot een
chromatinedraad.
Tabel 70A.
Slide 6 - Tekstslide
DNA in de kern
Tijdens de mitose
sprialiseerd het
chromatine verder tot
zichtbare chromo-
somen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
mtDNA
Buiten de kern heb je ook DNA in de mitochondriën (mtDNA).
Hierop staan 37 genen voor 13 eiwitten die betrokken zijn bij de dissimilatie (in mitochondria) en verschillende typen RNA die betrokken zijn bij de translatie (paragraaf 17.3).
mtDNA erft voornamelijk via de moeder over.
Slide 9 - Tekstslide
Genoom = totale DNA
Volgorde van stikstofbase bepaald DNA-code in de genen. Elk gen codeert voor 1 eiwit mbv de volgorde van ATCG.
Genen kunnen aan- of uitstaan > Coderend DNA
Daarnaast bevat DNA veel niet-coderend DNA.
Functie: template voor het maken van rRNA of tRNA aan/ uitzetten van genen.
Slide 10 - Tekstslide
Repetitief DNA (ong 2/3)
In de ATCG volgorde van het niet-coderende DNA zitten veel herhalende stukken: repititief DNA.
Deze stukken hebben verschillende lengtes (2-1000+ nucleotiden).
Korte repeats (herhalingen) van 2-10 (Short Tandem Repeats - STR's) worden gebruikt bij DNA onderzoek (verwantschap, forensisch)