17.1 DNA in je cellen

 17.1 DNA in je cellen
leerdoelen:
- hoe is DNA opgebouwd?
- hoe zijn chromosomen opgebouwd?
- hoe verloopt de overerving via mtDNA?
- wat zijn STR's en hoe worden ze gebruikt?
- telomeren


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

 17.1 DNA in je cellen
leerdoelen:
- hoe is DNA opgebouwd?
- hoe zijn chromosomen opgebouwd?
- hoe verloopt de overerving via mtDNA?
- wat zijn STR's en hoe worden ze gebruikt?
- telomeren


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

van organisme naar adenine

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DNA buiten de celkern: 
  • mitochondriën
  • chloroplasten (planten)
  • circulair DNA en plasmiden (bacterie)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Histonen en DNA
1 bolletje bestaat uit 8 histonen
Het H1 histon houdt de boel bij elkaar
1 complex heet een nucleosoom

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DNA is een lange keten van nucleotiden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nucleotide = bouwsteen DNA

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw nucleotide, 1' en 5'

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oriëntatie: Elke streng heeft een 3'-kant en een 5'-kant. De 3'-kant is de kant waar de streng eindigt met de suiker (er komt een vrij OH-groep), de 5'-kant is de kant die eindigt met de fosfaatgroep
DNA-
molecuul

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Genoom
DNA bevat genen: coderend DNA.
Elk gen codeert voor 1 eiwit of meerdere eiwitten m.b.v. de volgorde van A, T, C en G. Er zijn +/- 20 000 genen
Daarnaast bevat DNA veel niet-coderend DNA (bijna 98%)
Functie: template voor het maken van rRNA of tRNA en het aan- en uitzetten van genen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Buiten de kern heb je ook DNA in de mitochondriën.
mtDNA
Hierop staan genen voor eiwitten die betrokken zijn bij de dissimilatie (in mitochondria) en verschillende typen RNA die betrokken zijn bij de translatie (paragraaf 17.3).
MtDNA erft voornamelijk via de moeder over.
Waarom?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mtDNA
Mitochondriën overgedragen via moeder (bijna altijd)

steeds meer mutaties in de tijd
=
moleculaire klok

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de sequentie van het niet-coderende DNA zitten veel herhalende stukken: repetitief DNA.       (2/3e deel)
Deze stukken hebben verschillende lengtes (2-1000+ nucleotiden).
Korte repeats (herhalingen) van 2-10 (Short Tandem Repeats - STR's) worden gebruikt bij DNA onderzoek (verwantschap, forensisch)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

en dan even over telomeren
Diederick....blablablabla
telomeer

maak een aantekening hiervan

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

D7 = chromosoom 7
S280 = het locus, dus de plek op chromosoom 7 waar de str's zitten
Nog een prettig  superioriteitgevoelsslopertje



racisme

discriminatie op basis van etnische afkomst

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

een populaire manier om DNA aan de man /vrouw te brengen ;)  Dwdd

kan je zelf naar keuze bekijken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies