Lezen H3, les 2

Deze les:
  • Herhaling vorige week
  • Vragen huiswerk?
  • Samen maken opdr. 2 van blz. 66
  • Afsluiting 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Deze les:
  • Herhaling vorige week
  • Vragen huiswerk?
  • Samen maken opdr. 2 van blz. 66
  • Afsluiting 

Slide 1 - Tekstslide

Ik weet wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quizvraag

Tekstverbanden geven verbanden aan tussen ....
A
teksten
B
woorden
C
woorden, zinnen
D
woorden, zinnen, alinea's

Slide 3 - Quizvraag

Ik ken de volgende 3 tekstverbanden:
opsomming, tegenstelling en voorbeeld (toelichting).
A
ja
B
nee
C
beetje

Slide 4 - Quizvraag

Bij welk tekstverbanden horen de signaalwoorden 'ook', 'bovendien' en 'tevens'?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 5 - Quizvraag

Bij welk verband hoort het signaalwoord 'toch'?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 6 - Quizvraag

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord 'maar'?
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 7 - Quizvraag

Welk verband heeft deze zin:
Ik houd erg van muziek, bijvoorbeeld van rock.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 8 - Quizvraag

Aan welk signaalwoord zie je dat deze zin een voorbeeld geeft?
Ik houd erg van muziek, bijvoorbeeld van rock.

Slide 9 - Open vraag

Vragen over het huiswerk?

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen
We maken nu samen opdr. 2 van blz. 66 uit je boek. 

Slide 11 - Tekstslide

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 12 - Tekstslide

2. Wat was voor de schrijver de aanleiding om deze tekst te schrijven?

Slide 13 - Tekstslide

3. Wat wordt er opgesomd in alinea 2 en 3?

Slide 14 - Tekstslide

4. Wat betekent 'roem vergaren'?

Slide 15 - Tekstslide

5. Wat wordt in alinea 4 na de eerste zin opgesomd?

Slide 16 - Tekstslide

6. 'Tieners laten zich niet fotofoppen!' Wat toont dat volgens het onderzoek aan?

Slide 17 - Tekstslide

7. Welke drie manieren van fotoshoppen zijn het populairst?

Slide 18 - Tekstslide

8. Wat is het verband tussen alinea 6 en 7?

Slide 19 - Tekstslide

9. Aan welk signaalwoord herken je dat verband?

Slide 20 - Tekstslide

10. 'Een kwart zegt het sowieso stom te vinden (...)' Waar verwijst 'het' naar?

Slide 21 - Tekstslide

11. 'Ouders zijn soms bang dat al die beelden van perfecte mensen hun kind onzeker maken (...)' Citeer uit alinea 1 t/m 3 een zin die ouders kan geruststellen.

Slide 22 - Tekstslide

Afsluiting
- Toets gaat over H1 t/m H3. 
- Maak ter voorbereiding nog opdracht 4 van blz. 68 uit je boek. 
- Antwoorden van H3 stuur ik jullie via Magistermail. 
- Als je vragen hebt, stuur me dan een berichtje!

Veel succes!

Slide 23 - Tekstslide