In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Communicatie 1
Theorie van Ervaringsordening
Slide 1 - Tekstslide
Theorie van Ervaringsordening (TEO)
Met TEO kun je:
Manier beschrijven waarop iemand de werkelijkheid ziet
Probleemgedrag verklaren en oplossen
Slide 2 - Tekstslide
De vier delen van ervaringsordening
HET LICHAAMSGEBONDEN DEEL VAN ERVARINGSORDENING
HET ASSOCIATIEVE DEEL VAN ERVARINGSORDENING
HET STRUCTURERENDE DEEL VAN DE ERVARINGSORDENING
HET VORMGEVENDE DEEL VAN ERVARINGSORDENING
Slide 3 - Tekstslide
Lichaamsgebonden ervaringsordening
Contact met en via het eigen lichaam
Geen sprake van gesproken taal
Geeft informatie over de VEILIGHEID van het fysieke bestaan.
Slide 4 - Tekstslide
Associatieve ervaringsordening
In staat verbanden te leggen tussen gebeurtenissen
Geeft informatie over de BETROUWBAARHEID van de concrete en actuele werkelijkheid (hier en nu).
Slide 5 - Tekstslide
Structurerende ervaringsordening
Mogelijkheid om te structureren
Geeft informatie over de SAMENHANG van gebeurtenissen en episodes.
Slide 6 - Tekstslide
Vormgevende ervaringsordening
Vorming van persoonlijkheid en eigen identiteit
Geeft informatie over de EIGENHEID van het ik en de mate waarin men zichzelf mag zijn.
Slide 7 - Tekstslide
De vier delen van ervaringsordening
Mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking
Lichaamsgebonden ervaringsordening
Mensen met een ernstige verstandelijke beperking
Associatieve ervaringsordening
Mensen met een matige verstandelijke beperking
Structurerende ervaringsordening
Mensen met lichte verstandelijke beperking
Vormgevende ervaringsordening
Slide 8 - Tekstslide
4 vragen
Is mijn lichaam veilig? (lichaamsgebonden)
Is de omgeving betrouwbaar? (associatief)
Ken ik de samenhang? (structurerend)
Mag ik mijzelf zijn? (vormgevend)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Je gaat met de auto naar een concert in den Haag. In deze stad ben je nog niet eerder geweest. Net op een druk kruispunt valt de GoogleMaps uit door een update. Op welk deel van jouw ervaringsordening ontstaat een probleem?
A
Lichaamsgebonden (Ben ik veilig?)
B
Associatief (Is mijn omgeving betrouwbaar?)
C
Structurerend (Ken/begrijp ik de samenhang?)
D
Vormgevend (Mag ik mezelf zijn?)
Slide 11 - Quizvraag
In de volgende situatie is er een probleem in het structurerende deel:
Margriet zit buiten. Ze is daar even gaan zitten om te wachten tot haar ouders haar komen halen om naar de stad te gaan. Maar ze komen niet opdagen. ‘Waar blijven ze toch?’ Margriet wordt onrustig. ‘Ik bel ze even op denkt ze.... ’
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
De vraag 'Is mijn omgeving betrouwbaar? 'hoort bij de
A
Lichaamsgebonden ervaringsordening
B
Associatieve ervaringsordening
C
Structurerende ervaringsordening
D
Vormgevende ervaringsordening
Slide 13 - Quizvraag
Je maakt gebruik van één ervaringsordening tegelijk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Je gaat naar een thema-feestje, maar hebt de dresscode niet goed gelezen. Je ziet dat iedereen verkleed is en jij bent in je gewone kloffie. Je ziet iedereen kijken en hoort iemand zeggen; huh, wat heeft hij nou weer aan? Op welk deel van de ervaringsordening ontstaat een probleem?
A
Lichaamsgebonden
B
Associatief
C
Structurerend
D
Vormgevend
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Aan zijn gedrag te zien heeft deze meneer moeite met
A
Lichaamsgebonden
B
Associatief
C
Structurerend
D
Vormgevend
Slide 17 - Quizvraag
Cliënten op mijn werk ervaren de ruimte om zichzelf te zijn
Ja
Nee
Soms
Slide 18 - Poll
Elke cliënt waardeer ik in wie hij/ zij als mens is
Ja
Nee
Soms
Slide 19 - Poll
Opdracht
Schrijf een situatie op waarin jij zag dat een cliënt een probleem ervaarde in de associatieve ervaringsordening.
De cliënt stelde zichzelf de vraag: is mijn omgeving betrouwbaar?
Het antwoord was 'NEE'.
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf een situatie op waarin een cliënt een probleem ervaarde in de structurerende ervaringsordening.'
Jij stelde jezelf de vraag: Ken/begrijp ik de samenhang in een complexe situatie?
Het antwoord was 'NEE'.
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht
Schrijf een situatie op waarin een cliënt een probleem ervaarde in de vormgevende ervaringsordening.
Jij stelde jezelf de vraag: Mag ik er zijn? Mag ik zijn wie ik ben? Het antwoord was 'NEE'.
Slide 22 - Tekstslide
Welke voordelen zouden er zitten aan toepassing van Theorie van Ervaringsordening
Slide 23 - Open vraag
Voordelen
Recht doen aan mogelijkheden en wensen van de cliënt
Gedrag verklaren en hierop anticiperen, probleemgedrag voorkomen
Kwaliteit van zorg en welbevinden van cliënt en medewerker verbeteren
Naastbetrokken (familie, andere disciplines) kunnen makkelijk participeren in zorg/begeleiding