L'adjectif possessif : bezittelijk vnw
* mannelijk woord: (un/le frère)
notre- ons/onze votre- jullie/uw leur - hun
* vrouwelijk woord: (une/la soeur)
notre- ons/onze votre- jullie/uw leur- hun
* meervoud: (des/les parents)
nos- ons/onze vos- jullie/uw leurS- hun