Verhalen dansen - 35 min.Vertel de leerlingen:
1. Kies per persoon 1 kaart van de tafel die het beste bij je past OF die je interessant/bijzonder/gek vindt.
2. Maak groepjes van 3/4. (Aantekening voor de leerkracht: het maakt niet uit als kinderen uit de groep dezelfde kaarten hebben gepakt, want elk kind heeft een ander verhaal waarom ze deze kaart hebben gekozen).
3. Vertel aan elkaar waar de kaart je aan moet denken en waarom je deze gekozen hebt.
4. Verzin per persoon bij deze kaart 1 houding die je erbij vindt passen.
5. Laat de houdingen aan elkaar zien.
Maak een volgorde van de houdingen d.m.v. de kaarten neer te leggen. Ontstaat er een verhaal? Wat gebeurt er eerst? En daarna? Hoe eindigt het?
6. Ga in een rij naast elkaar staan en neem als groep allemaal de houdingen 1 voor 1 aan.
Differentiatie bij een veilige groep: Neem 1 voor 1 een houding aan. Degene die als eerste de houding aanneemt staat helemaal links of rechts in de rij en tikt de volgende aan om een eigen houding aan te nemen. Maak tussen de houdingen door bewegingen.
7. Oefen in groepjes voor jullie zelf op muziek. De muziek start zo en ik tel mee. Elke houding duurt 4 tellen. (Aantekening voor de leerkracht: Blijf na 4 x 4 doortellen, zodat de leerlingen de bewegingen goed kunnen oefenen. Laat de muziek doorlopen.)
8. Bedenk nu hoe je van de ene houding naar een andere houding beweegt. Je staat 4 tellen stil in een houding. Daarna heb je 4 tellen om tussendoor te bewegen. Dan neem je de volgende houding weer 4 tellen aan, enz.
Differentiatie met meer uitdaging: Herhaal de vorige opdracht, maar wissel elke keer van plek in de rij. Vergeet niet om tussendoor bewegingen te maken van de ene naar de andere houding.