Validiteit, betrouwbaarheid & nauwkeurigheid

Validiteit, betrouwbaarheid & nauwkeurigheid
E-Learning
Onderzoek of ontwerp in verschillende richtingen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProfielwerkstukMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Validiteit, betrouwbaarheid & nauwkeurigheid
E-Learning
Onderzoek of ontwerp in verschillende richtingen

Slide 1 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Welkom bij de e-learning “Validiteit, betrouwbaarheid & nauwkeurigheid”, waarin je leert over de manier waarop je in een onderzoeks- of ontwerpopdracht rekening moet houden met validiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid en je praktische handvatten en tips krijgt om dat te doen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Leerdoelen
Na afloop van deze e-learning kan je:
  • aan de hand van voorbeelden uitleggen wat validiteit is en op welke manieren het terugkomt in de verschillende fases van een onderzoek,
  • uitleggen welke rol betrouwbaarheid en nauwkeurigheid kunnen spelen met betrekking tot de validiteit van je onderzoek,
  • reflecteren op de betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en validiteit van verschillende voorbeeldonderzoeken,
  • manieren bedenken waarop je betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en validiteit van je eigen onderzoek kan vergroten.





Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video



Je bent benieuwd naar de lichamelijke gezondheid van de Nederlandse bevolking en voert daarom een onderzoek uit bij leeftijdsgenoten op je voetbalclub. Wat is er mis met deze aanpak?
Validiteit
Klik op de hotspot!
Je wil conclusies trekken die geldig zijn voor de Nederlandse bevolking, maar onderzoekt een kleine groep mensen van dezelfde leeftijd die allemaal sportief zijn. Dat is geen representatieve doorsnede van de bevolking en je conclusies zullen dus een lage validiteit (geldigheid) hebben.

Slide 6 - Tekstslide



Je hebt gelezen dat kikkervisjes sneller zwemmen in warm water. Je besluit daarom de temperatuur van slootwater te gaan meten door de snelheid van zwemmende kikkervisjes te meten. Wat is er mis met deze aanpak?
Validiteit
Klik op de hotspot!
Niet alleen zal het lastig zijn om nauwkeurig de snelheid van de kikkervisjes te bepalen, ook is er een veel nauwkeuriger en betrouwbaarder manier om de temperatuur van het slootwater rechtstreeks te meten: met een thermometer. Zo'n meting zal veel nauwkeuriger de werkelijke temperatuur beschrijven en geeft dus een veel meer valide (geldig) resultaat!

Slide 7 - Tekstslide



Je wil onderzoeken hoe de Oude Egyptenaren zonder moderne technologie de pyramides konden bouwen. Je vergelijkt daarvoor afbeeldingen uit Asterix & Obelix stripverhalen en fragmenten uit Hollywood films die zich in het Oude Egypte afspelen. Wat is er mis met deze aanpak?
Validiteit
Klik op de hotspot!
Je bronnen zijn niet betrouwbaar (zie hiervoor ook de e-learning ‘bronnen zoeken en evalueren’) en de conclusies die je daaruit trekt hebben daarom een lage validiteit (geldigheid).

Slide 8 - Tekstslide



Je wil onderzoeken welke maatregelen Nederlanders acceptabel vinden om meer duurzame energie te gebruiken. Je interviewt daarvoor mensen op straat en stelt de vraag: ‘Vindt u ook dat mensen te veel zeuren over landschapsvervuiling door windmolens en dat de overheid er meer moet plaatsen?’ Wat is er mis met deze aanpak?
Validiteit
Klik op de hotspot!
De vraag die je stelt is suggestief: er zit een oordeel in en je stuurt aan op een bepaald antwoord. De kans dat mensen hierop een eerlijk antwoord geven is klein. Bovendien zijn het twee vragen in één en kan het achteraf moeilijk zijn om te bepalen waarop mensen precies geantwoord hebben. De uitkomsten van dit onderzoek zullen dus een lage validiteit (geldigheid) hebben.

Slide 9 - Tekstslide



Validiteit speelt in verschillende fases van je opdracht een belangrijke rol. Laten we nog een keer teru gaan naar het eerste voorbeeld, over een onderzoek over lichamelijke gezondheid. Stel je bedenkt het volgende: we meten het lichaamsgewicht en gebruiken dat als maat voor lichamelijke gezondheid. Waarom is dat niet valide?
Validiteit door je opdracht heen
Klik op de hotspot!
Lichamelijke gezondheid is van veel factoren afhankelijk en gewicht alleen zegt weinig: een lang persoon is zwaarder dan een kort persoon. Een gespierd persoon is zwaarder dan een minder gespierd persoon. Beide hoeven niet ongezonder te zijn! Lichaamsgewicht is dus geen valide (geldige) maat voor gezondheid.
Dit voorbeeld laat zien dat validiteit al bij de opzet van je onderzoek van belang is.

Slide 10 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Tijdens de uitvoering vraag je mensen om mee te werken en je zet ze op een weegschaal. Je denkt verder niet na over het moment van de dag, de kleren die ze aan hebben en de spullen die ze bij zich hebben. Waarom is dat niet valide?
Klik op de hotspot!
Alle metingen worden vertekend door verschillen in het gewicht van kleding en schoenen, rugtassen en andere spullen: van niemand weeg je alleen het lichaamsgewicht. Daarnaast kan de ene persoon net gegeten of veel gedronken hebben en daardoor zwaarder zijn. Een ander kan net uit een training komen, flink gezweet hebben en juist lichter zijn. Door de grote onnauwkeurigheid in de gewichtsmeting die ontstaat, geven de resultaten je geen valide (geldig) beeld van de lichaamsgewichten van je proefpersonen.

Dit voorbeeld laat zien dat validiteit ook bij de uitvoering van je onderzoek van belang is.

Slide 11 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Tenslotte wil je conclusies trekken uit je onderzoek. Gebaseerd op de resultaten van 50 voetbalclubleden, allemaal tussen de 16 en 20 jaar, trek je conclusies over de hele Nederlandse bevolking. Waarom is dit niet valide?
Klik op de hotspot!
De groep onderzochte personen is geen representatieve doorsnede van de Nederlandse bevolking. Het zijn allemaal sportieve mensen van een kleine leeftijdsgroep. Het beeld dat zij geven is niet valide (geldig) voor de hele Nederlandse bevolking. 

Dit voorbeeld laat zien dat validiteit zelfs bij het trekken van conclusies uit je resultaten van belang is. Het komt dus in je hele onderzoek steeds weer terug!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video



Maar waar zit nu het verschil tussen validiteit en betrouwbaarheid en nauwkeurigheid? Ook dit is een lastige vraag om te beantwoorden en het antwoord zal deels afhankelijk zijn van de wetenschappelijke richting waarin je kijkt. Laten we weer een paar voorbeelden gebruiken om te laten zien hoe betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van invloed zijn op validiteit in verschillende soorten onderzoeken.
Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Zo zie je: 
  -   validiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid hebben dus met elkaar te maken en,
  -   validiteit komt in alle aspecten van je onderzoek terug.

Sleep de verschillende metingen naar de beste omschrijving van de betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en validiteit:
Test jezelf!
kan je reproduceerbaar een voorspelbare uitkomst verwachten.
wordt de werkelijkheid goed beschreven.
liggen de uitkomsten dicht bij elkaar.
Bij een valide meting
Bij een nauwkeurige meting
Bij een betrouwbare meting

Slide 16 - Sleepvraag

Slide 17 - Video

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
In het bronnenonderzoek van dit voorbeeld zijn er – in tegenstelling tot het vorige voorbeeld – geen metingen die al dan niet betrouwbaar of nauwkeurig zijn. Toch spelen zowel betrouwbaarheid als nauwkeurigheid beide weer een rol en hangt dat weer samen met validiteit.

Leg in je eigen woorden uit:
  • op welke manier betrouwbaarheid een rol speelt in een bronnenonderzoek,
  • op welke manier nauwkeurigheid een rol speelt in een bronnenonderzoek.
  • Hoe beide de validiteit van het onderzoek beïnvloeden.

                              Gebruik de hotspots om je antwoord te controleren:

Test jezelf!
Betrouwbaarheid
Het is belangrijk dat de bronnen die je gebruikt betrouwbaar zijn om geldige conclusies te kunnen trekken.
Nauwkeurigheid
Je kan nauwkeurig te werk gaan, door bijvoorbeeld veel en verschillende soorten bronnen met elkaar te vergelijken. Dit vergroot de kans op een geldige conclusie.
Validiteit
Hoe betrouwbaarder je bronmateriaal en hoe nauwkeuriger je onderzoek, hoe groter de kans op een valide conclusie is.

Slide 18 - Tekstslide



Je wil onderzoeken in hoeverre scholieren hun gedrag laten beïnvloeden door de groep waarin ze op dat moment zijn. Je stapt daarom in de pauze op een aantal groepen leerlingen af en vraagt willekeurige personen of ze hun gedrag zouden aanpassen aan dat van de groep, ook als ze zelf eigenlijk iets anders zouden doen.

Wat is er mis met deze onderzoeksopzet?
Ga door naar de volgende slide voor een uitleg.
Groepsdruk

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Bekijk de video en beantwoord de volgende vragen:

  • Waar lijkt het onderzoek over te gaan?
  • Waar gaat het onderzoek eigenlijk over?
  • Waarom is voor deze omslachtige opzet gekozen?



Gebruik de hotspots om je antwoord te controleren:

Test jezelf!
Het onderzoek lijkt te gaan over visuele perceptie (van lijnlengtes).
Het onderzoek gaat daadwerkelijk over groepsconformiteit: het aanpassen van gedrag aan dat van de groep.
Omdat de onderzochte persoon denkt deel te nemen aan een onderzoek over visuele perceptie en niet weet dat de onderzoekers eigenlijk kijken naar zijn reactie op het gedrag van de groep (van acteurs), wordt hij daardoor niet beïnvloed en kan dat gedrag op een betrouwbare (en daardoor valide) manier onderzocht worden.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Wel of niet?  
Hopelijk heb je door de voorbeelden in deze les een beter beeld gekregen in het begrip validiteit in wetenschappelijk onderzoek. Als het goed is, kan je dat nu gebruiken om er in je eigen onderzoek rekening mee te houden en zo de kans te vergroten dat je tot geldige, zinvolle conclusies komt die de werkelijkheid goed beschrijven.

Geef aan of de volgende stellingen waar of niet waar zijn.
Test jezelf!

Slide 23 - Tekstslide

Een hoge betrouwbaarheid vergroot altijd de validiteit van een onderzoek.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 24 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Niet waar: alleen als de onderzoeksopzet zelf valide is, zal een grote betrouwbaarheid ook de validiteit van je conclusies vergroten. Het is dus heel belangrijk om in de eerste plaats een valide aanpak te hebben!
Toelichting

Slide 25 - Tekstslide

Validiteit is een maat voor de geldigheid van je onderzoek en conclusies, voor de kans dat wat je gevonden hebt klopt.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 26 - Quizvraag

Validiteit speelt in alle fases van je onderzoek een belangrijke rol.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 27 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Waar: zowel bij het opzetten van je onderzoek, als bij het uitvoeren ervan, als bij het trekken van je conclusies is een valide manier van werken belangrijk.
Toelichting

Slide 28 - Tekstslide

Een hoge nauwkeurigheid vergroot altijd de validiteit van een onderzoek.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 29 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Niet waar: alleen als de onderzoeksopzet zelf valide is, zal een grote nauwkeurigheid ook de validiteit van je conclusies vergroten. Het is dus heel belangrijk om in de eerste plaats een valide aanpak te hebben!
Toelichting

Slide 30 - Tekstslide

Het herhalen van metingen vergroot de betrouwbaarheid van je onderzoek.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 31 - Quizvraag

Nauwkeurigheid is ALLEEN belangrijk als je een experiment met meetinstrumenten uitvoert.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 32 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Niet waar: hoewel de rol van nauwkeurigheid in een dergelijk onderzoek heel duidelijk en groot is, speelt het in andere onderzoeken ook een rol. Zo kan je in een bronnenonderzoek de nauwkeurigheid vergroten door veel verschillende soorten bronnen te raadplegen.
Toelichting

Slide 33 - Tekstslide

Het rechtstreeks bevragen van mensen in een enquête is nooit valide.
A
Wel waar
B
Niet Waar

Slide 34 - Quizvraag

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Niet waar: dit is heel erg afhankelijk van wat je onderzoekt! In veel situaties is er een meer valide of betrouwbaar middel te vinden, zoals een diepgaander interview of een observatie van gedrag. Maar met een enquête kan je vrij eenvoudig en snel veel mensen bevragen. En dat is weer goed voor de nauwkeurigheid van je onderzoek! Zoals eigenlijk in alle situaties geldt dus dat je de afweging moet maken welke onderzoeksmethode het best past bij de vraag die jij wil beantwoorden en ook bij de tijd en middelen die je hebt.
Toelichting

Slide 35 - Tekstslide

Afsluiting
Goed gedaan! Je bent nu aan het einde van de e-learning 'Validiteit, betrouwbaarheid & nauwkeurigheid'

Als het goed is kan je nu:
  • aan de hand van voorbeelden uitleggen wat validiteit is en op welke manieren het terugkomt in de verschillende fases van een onderzoek,
  • uitleggen welke rol betrouwbaarheid en nauwkeurigheid kunnen spelen met betrekking tot de validiteit van je onderzoek,
  • reflecteren op de betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en validiteit van verschillende voorbeeldonderzoeken,
  • manieren bedenken waarop je betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en validiteit van je eigen onderzoek kan vergroten.

Slide 36 - Tekstslide

Bedankt!
Hartelijk bedankt voor het volgen van deze les. Je hebt de lessenserie van Validiteit, betrouwbaarheid & nauwkeurigheid voltooid!

Klik op de knop hiernaast om terug te gaan naar Skills Academy pagina

Slide 37 - Tekstslide