Introductieles rechtsstaat en democratie

Introductie rechtsstaat en democratie
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Introductie rechtsstaat en democratie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Introductie
  • Vooruitblik komende periode
  • Leerdoelen
  • Opdracht activeren voorkennis
  • Uitleg 1.1
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke opmerkingen

  • Toets is nog niet nagekeken
  • Planner staat online op Itslearning
  • Toets in de toetsweek over H1 en H2 van rechtsstaat en democratie + de kenmerkende aspecten H1 t/m 6

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:

  • je voorkennis inzetten in de komende periode.
  • uitleggen hoe waterschappen rechten kregen.
  • uitleggen hoe burgers vrijheidsrechten en politieke rechten kregen in de hoge en late middeleeuwen.

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg opdracht: kroontje op kroontje af
Deze opdracht is een variant op Petje-op-petje-af. Alle leerlingen gaan staan met een kroontje op. Bij het beantwoorden van een vraag is de keuze: kroontje op of kroontje af. 

Afvalrace: zitten bij een fout antwoord. 
Uiteindelijk is er één winnaar. 

Slide 5 - Tekstslide

Waarom?

  • Activeren van voorkennis
  • Leren over de plek van het koningshuis in onze parlementaire democratie
  • Bezig met contextualisering en logisch redeneren

In totaal 11 vragen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 1
Nederland is een koninkrijk sinds...

Kroontje op: 1815
Kroontje af: 1848

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord vraag 1
Nederland is een koninkrijk sinds...

Kroontje op: 1815
Kroontje af: 1848

Slide 9 - Tekstslide

Vraag 2
Willem I was géén absolute vorst

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord vraag 2
Willem I regeerde niet als een verlicht absoluut vorst

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 3
Koning Willem II verandert in één nacht van:

Kroontje op: liberaal in conservatief
Kroontje af: conservatief in liberaal

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord vraag 3
Koning Willem II verandert in één nacht van:

Kroontje op: liberaal in conservatief
Kroontje af: conservatief in liberaal

Slide 13 - Tekstslide

Vraag 4
Thorbecke wilde dat koning Willem II minder macht kreeg

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord vraag 4
Thorbecke wilde dat koning Willem II minder macht kreeg

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord vraag 5
Het algemeen kiesrecht werd ingevoerd in

Kroontje op: 1917
Kroontje af: 1919

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 6
Nederland werd een partijendemocratie doordat het districtenstelsel werd ingevoerd in plaats van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 17 - Tekstslide

Antwoord vraag 6
Nederland werd een partijendemocratie doordat het districtenstelsel werd ingevoerd in plaats van het stelsel van evenredige vertegenwoordiging.

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 18 - Tekstslide

Vraag 7
In de Tweede Wereldoorlog vertrok Koningin Wilhelmina naar Engeland

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 19 - Tekstslide

Antwoord vraag 7
In de Tweede Wereldoorlog vertrok Koningin Wilhelmina naar Engeland

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 8
De ministeriële verantwoordelijkheid betekent dat

Kroontje op: de koning is onschendbaar, ministers zijn verantwoordelijk
Kroontje af: ministeries zijn verantwoordelijk voor de minister

Slide 21 - Tekstslide

Antwoord vraag 8
De ministeriële verantwoordelijkheid betekent dat

Kroontje op: de koning is onschendbaar, ministers zijn verantwoordelijk
Kroontje af: ministeries zijn verantwoordelijk voor de minister

Slide 22 - Tekstslide

Vraag 9
Mag de koning stemmen?

Kroontje op: nee
Kroontje af: ja

Slide 23 - Tekstslide

Antwoord vraag 9
Mag de koning stemmen?

Kroontje op: nee
Kroontje af: ja

Slide 24 - Tekstslide

Vraag 10
In de Eerste Kamer hangt het portret van Willem II

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 25 - Tekstslide

Antwoord vraag 10
In de Eerste Kamer hangt het portret van Willem II

Kroontje op: waar
Kroontje af: niet waar

Slide 26 - Tekstslide

Vraag 11
Deze spotprent geeft een positief beeld van 

Kroontje op: liberalisten
Kroontje af: socialisten
Bron: Arbeiders gaan stemmen. 

Onderschrift: 'Kameraden, zoo moet het gaan'

Slide 27 - Tekstslide

Vraag 11
Deze spotprent geeft een positief beeld van 

Kroontje op: liberalisten
Kroontje af: socialisten

Slide 28 - Tekstslide

Zijn er nog mensen over?
Schattingsvraag!

Wanneer werden de eerste waterschapsrechten vastgelegd?

Schatting jaartal tussen 1200-1300

Slide 29 - Tekstslide

Antwoord schatting
Schattingsvraag!

Wanneer werden de eerste waterschapsrechten vastgelegd?

1255

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze uitleg kan je:

  • uitleggen hoe waterschappen rechten kregen.
  • uitleggen hoe burgers vrijheidsrechten en politieke rechten kregen in de hoge en late middeleeuwen.

Slide 31 - Tekstslide

Maak aantekeningen: 1.1

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Waterschappen





Zorgen nu voor voldoende en schoon water, onderhouden en versterken de dijken. 

Slide 35 - Tekstslide

Steden/Staten

  • Ontginnen gebieden ---> dijken/dammen/kanalen
  • Samenwerking nodig voor onderhoud
  • Sluizen nodig voor scheepvaart
  • Gevolgen overstroming groot, DUS:

  • Waterschap: toezicht en beheer

Slide 36 - Tekstslide

Steden/Staten
  • Vorming waterschappen werd gesteund door de graven van Holland. 
  • Steun: financieel gewin + 'eigen grond' 
  • Maar, je hebt onderdanen nodig voor de ontginning

Slide 37 - Tekstslide

Vrijheidsrechten en politieke rechten
  • Om te ontginnen en het water te beheersen waren er rechten nodig:

  • Vrijheidsrechten: eigendomsrechten van grond
  • Politieke rechten: inspraak bij waterbeheer.


Slide 38 - Tekstslide

Waterschap Rijnland 
Samenwerken voor een sluis in Haarlem. Graaf Willem II van Holland erkende een aantal rechten van het waterschap in een oorkonde (1255). 

Dijkgraaf: voorzitter van een waterschap
Heemraden: lid van een bestuur van een waterschap

Slide 39 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met het poldermodel?

Slide 40 - Open vraag

Ontstaan poldermodel
Veel overleg nodig om het water te beheersen: iedereen moest het eens zijn, 

Nog steeds erg kenmerkend voor Nederland. 

Ondanks dit nog veel watersnoodrampen rond 1400.

Slide 41 - Tekstslide

Wat gebeurt er met rechten?

Slide 42 - Tekstslide

Stadsrechten
  • Vrijheidsrechten en politieke rechten aan steden gegeven
  • Recht op: zelfbesturing, rechtspraak, belasting innen en verdediging. 

Deze privileges werden vastgelegd in een keur (document ondertekend door de landsheer).
Waarom?

Slide 43 - Tekstslide

Maar... wie profiteren?
  • Rijke inwoners met burgerrechten, alleen zij hadden vrijheidsrechten 
  • Steden bestuurd door patriciërs (rijke, vooraanstaande families)

  • Stadsrechten kosten geld → vorsten rijker → vorming staten (ambtenaren/legers/rechters)

Slide 44 - Tekstslide

Bedreiging!
  • Door het ontstaan van staten komt er:
  • Staatsvorming + centralisatie → bedreiging vrijheidsrechten en politieke rechten.

Want: hoge rechters van de vorst konden tegen de rechtspraak van de steden ingaan en beroepslegers konden aanvallen...

Slide 45 - Tekstslide

De Staten en Staten-Generaal
Om alles te betalen, was er meer geld nodig. 
Soms dwongen vorsten steden voor hogere belastingen, maar vaak ging het in overleg. 

Voor deze onderhandeling werden Staten gevormd: vertegenwoordigers steden, adel en geestelijkheid
Kwamen samen in de Staten-Generaal: burgers indirect invloed.

Slide 46 - Tekstslide

Let op! 4 herhalingsvragen
Ter afsluiting en controle van de leerdoelen

Slide 47 - Tekstslide

Waarom was samenwerking nodig tussen waterschappen?

Slide 48 - Open vraag

Wat verstaan we onder 'polderen'
A
Samen polders maken
B
Overleggen tot overeenstemming
C
Overleggen en het juiste doel bereiken
D
Politieke besluiten overleggen

Slide 49 - Quizvraag

Wat is een stadsrecht?

Slide 50 - Open vraag

Welke mensen hebben vrijheidsrechten?
A
Ambachtslieden
B
Alle burgers met burgerrecht
C
De patriciërs
D
Mensen van adel

Slide 51 - Quizvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan je:

  • je voorkennis inzetten in de komende periode.
  • uitleggen hoe waterschappen rechten kregen.
  • uitleggen hoe burgers vrijheidsrechten en politieke rechten kregen in de hoge en late middeleeuwen.

Slide 52 - Tekstslide

Tijd over?
Lezen H1.1: p. 8-9


Maken H1.1: 18-19


Succes!

Slide 53 - Tekstslide